Door Ton de Jong
Den Haag - Het verhoor gisteren in Den Haag van Gregory Elias over de trustsector was een kat-en-muisspel, waarbij de muis zich goed wist te verschuilen en zich niet liet vangen.
Vreest u de dag dat de United Trust Leaks onthuld worden, was een van de laatste vragen aan Elias. ,,Ach, er zal niet veel bijzonders te zien zijn”, antwoordde de chairman van het internationale trustkantoor en bankbedrijf op Curaçao laconiek.
Hij werd onder ede aan de tand gevoeld door de onderzoekscommissie uit de Tweede Kamer die de fiscale constructies onderzoekt waarvan bedrijven en vermogende particulieren zich bedienen om belasting te ontwijken. Deze en volgende week worden 27 getuigen en deskundigen gehoord in het Kamergebouw.
De 64-jarige Curaçaoënaar, in Nederland ook bekend door sponsoring en steun aan vele goede doelen, was niet op eigen verzoek naar Den Haag afgereisd. De getuigen zijn verplicht om te komen. Hij had er zichtbaar geen zin in om een sprankelend betoog te houden over het wel en wee van de trustkantoren op Curaçao, waarvan er ongeveer zeventig zijn.
Elias kwam gespannen en wat witjes de enquêtezaal binnen waar behalve de zes leden van de onderzoekscommissie, vijf journalisten en twaalf toehoorders op hem zaten te wachten. Het verhoor werd live uitgezonden op internet. De Nederlandse media hadden hem in voorbeschouwingen aangekondigd als ‘de koning van Curaçao’. Een opmerkelijke kwalificatie, want het eiland kent weliswaar ‘baronnen’ van allerlei snit maar niemand wil zichzelf of een ander ‘koning’ noemen.
Elias stelde zich tijdens het verhoor zeker niet koninklijk, maar eerder onderdanig op - indachtig het gezegde ‘wie geschoren wordt moet stil zitten’. Commissielid Chris van Dam (CDA) nam zijn cv met hem door. Over hoe hij in 1980 Intertrust mede oprichtte en hoe en onder welke voorwaarden hij in 2002 het bedrijf verkocht aan Fortis. Vijf jaar later richtte hij United Trust op en nam vijf procent van het personeel mee en nam maar liefst 15 tot 20 procent van de klanten over van het trustbedrijf van Fortis. ,,Dat was een goede deal, toch?”, wilde de commissie weten. Elias, die langzaam ontdooide: ,,Daar kunt u gelijk in hebben.” Dat gelijk gaf hij niet toen Van Dam suggereerde dat Elias vooral de klanten had meegekregen die Fortis liever kwijt dan rijk was omdat er een luchtje aan zou zitten.
Het zou kunnen dat de commissieleden zich vooraf verdiept hadden in de trustsector op Curaçao, maar dan lieten zij dat niet merken. Het ‘verhoor’ leek soms meer op een interview voor een schoolkrant dan op een professionele poging om meer te weten te komen over de trustsector.