Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Op Curaçao zijn tussen de vijf- en tienduizend illegale Venezolanen. Dat stelt NRC in een artikel over de bootvluchtelingen die vanuit het buurland in crisis naar het eiland proberen te komen. Verslaggever Nina Jurna ging mee met de Kustwacht Caribisch gebied op jacht naar de vluchtelingen.
,,We hebben vorig jaar 60 Venezolanen uit zee onderschept. In de eerste drie maanden van dit jaar waren het er al 74”, zegt Alexis Girigoria van de kustwacht. Het gaat bij de acties om de verrassing, zegt hij. ,,Ze hebben nauwelijks tijd zich te verzetten.”
Of er ook mensen verdrinken weet de kustwacht niet. Wel worden af en toe kledingstukken gevonden langs de kust. Omdat de route Venezuela-Curaçao ook voor smokkel wordt gebruikt is het vaak de vraag of het om criminelen gaat. ,,Steeds vaker blijkt het een gemengde groep.”
In het artikel komen ook de Venezolanen aan het woord. Ishelia (27) kwam eerder met het vliegtuig naar Curaçao en werkte in een bar. Na een inval werd ze uitgezet. Door de steeds verder verslechterende situatie in Venezuela besloot ze opnieuw te vluchten, deze keer per boot. Voor 300 dollar stapte ze met zestien anderen in een vissersbootje. ,,Er waren geen zwemvesten, maar er was geen tijd om daar een punt van te maken, de boot moest snel weg.”
Duizenden Venezolanen gaan volgens Jurna ook naar Colombia of Brazilië, of als ze meer geld hebben naar Europa of de Verenigde Staten. Ishelia verdient als schoonmaakster op Curaçao 700 dollar per maand. ,,Mijn kinderen in Venezuela leven er maanden van.”
Eigenaar Eduardo Hernandez (39) van een van de fruitbarkjes zegt regelmatig verzoeken te krijgen om mensen mee te nemen. ,,Ik kan mijn vergunning niet op het spel zetten. Maar het doet pijn. Venezuela is compleet verarmd en veranderd in een dictatuur, maar wat kan ik doen?”
Ondertussen is de ooit rijke Venezolaanse toerist op Curaçao verworden tot paria, zegt onderhoudsmonteur Enrique Pimentel. ,,Nu zijn we armoedzaaiers en steken in kleine bootjes de zee over en sluiten ze de deuren voor ons.”