Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De motie tegen de politie-bacheloropleiding, die afgelopen vrijdag door 13 van de 19 Statenleden die stemden werd aangenomen, valt in twee opzichten op: dat twee MAN-leden van de vorige coalitie in deze meegingen met de nieuwe coalitie; en dat PS nu ook in het ‘Schotte-kamp’ zit, terwijl in december nog volstrekt tegenovergesteld werd gestemd.
Motie nummer 7 van vrijdag 17 februari 2017 is gericht tegen de bacheloropleiding voor het Korps Politie Curaçao, dat eerder onder de vorige regering-Whiteman werd gegund aan ICUC-International bv van Carl Camelia, de echtgenoot van demissionair minister Suzy Camelia-Römer (PNP). De oppositie toen zag daar vriendjespolitiek in en laakte ook het bedrag van 5,6 miljoen gulden dat ermee zou zijn gemoeid. Uitleg van Camela, dat het feitelijk toch echt anders zit, mocht niet baten (zie ook elders in deze editie).
De toenmalige oppositie vormt sinds een week een nieuwe meerderheid en maakte daar afgelopen vrijdag direct gebruik van door een motie door het parlement te loodsen die in feite een streep trekt door de bacheloropleiding op hbo-niveau en de (demissionaire) regering verzoekt een bedrag van 300.000 gulden beschikbaar te stellen voor het project van ‘Bachelor Politiekunde’ voor het bestaande mbo-Opleidingsinstituut Rechtshandhaving en Veiligheidszorg (ORV). Dit moet in gezamenlijkheid met de University of Curaçao (UoC) gebeuren.
Tegelijkertijd is door middel van de motie ‘besloten’ dat de regering aan de Algemene Rekenkamer van Curaçao (ARC) moet verzoeken een diepgaand onderzoek in te stellen naar de rechtmatigheid en doelmatigheid van het project van ICUC International, dat op 26 oktober 2016 - bijna drie weken na de verkiezingen van 5 oktober - door de ministerraad werd goedgekeurd, gebaseerd overigens op het Landsbesluit van 30 december 2014.
Een complex geheel, maar wat opvalt is dat deze motie die vrijdag in het debat als eerste werd aangekondigd door MFK-fractieleider Gerrit Schotte, uiteindelijk de steun kreeg van 13 Statenleden. Van de ‘Groep van 11’, gevormd door de 4 MFK-leden, de 3 KdNT-parlementariërs, de 2 overlopers van Soberano, plus de eenmansfracties MP van Marilyn Moses en het onafhankelijk Statenlid Eduard Braam.
Op de stemmingslijst staan echter óók de namen van Yaël Plet en Giselle Mc William (beiden MAN) die eveneens vóór de motie van de tegenstanders van het demissionaire kabinet-Koeiman (MAN, PAR en PNP) hebben gestemd. Van de twee overige MAN-leden onthield Gassan Dannawi zich die dag überhaupt van stemmen (hij liep in het weekend over naar het kamp-Schotte dat daarmee nu kan rekenen op 12 van de 21 Statenzetels), terwijl Elsa Rozendal tegen de motie van Schotte stemde.
De overige tegenstemmers zijn: Marilyn Alcala-Wallé, Stephen Walroud en Curtley Obispo (PAR) en de partijgenoten Humphrey Davelaar en Henny Reinilla (PNP) van minister Camelia-Römer.
Omayra Leeflang van de eenmansfractie Un Kòrsou Hustu stemde niet. Maar het viel haar wel op dat Pueblo Soberano een ‘draai’ heeft gemaakt ten opzichte van eerder. Want terwijl de PS-fractie - die momenteel bestaat uit Melvin ‘Mac’ Cijntje en Sherwin Leonora - zich nu voor de motie, en dus tegen de politie-bacheloropleiding van Camelia uitspreekt, deed de PS-fractie, toen deze nog bestond uit Jaime Córdoba en Ruthmilda Larmonie-Cecilia (voordat zij minister werden in het kabinet Koeiman), het omgekeerde. Een draai van 180 graden dus. Dat zien de kiezers deze dagen overigens wel meer gebeuren.