Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De overeenkomst tussen Damen Shipyards en de Curaçaose regering laat nog even op zich wachten. Dat heeft CDM-directeur Getmar Caldera tegenover het Antilliaans Dagblad laten weten. De reden voor de vertraging is de hindervergunning die nog niet is verkregen.
In verschillende media is sinds enkele weken een advertentie te zien, waarin bekend wordt gemaakt dat de Curaçaose Dok Maatschappij (CDM) een verzoek voor een hindervergunning voor scheepsreparaties heeft ingediend. Wie bezwaar heeft tegen dit verzoek, kan dit binnen de gestelde periode van een maand doen, zo staat in de advertentie van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN).
Een hindervergunning is een vergunning om de gestelde inrichtingen op te kunnen richten. Er moet eerst publicatie in de plaatselijke media plaatsvinden. Daarna kunnen belanghebbenden voor een gestelde periode hun bezwaren indienen tegen de oprichting van de inrichting. Na deze periode wordt - als er geen bezwaar is - de hindervergunning afgegeven. ,,Dan is alles zo goed als klaar om de overeenkomst te tekenen”, zo laat Caldera weten. In eerste instantie zou de overeenkomst in augustus worden getekend. Caldera verwacht dat dit nu begin september het geval zal zijn.
In december 2015 bereikte de Curaçaose overheid een principeakkoord met Damen Shipyards over CDM. Uitgangspunt bij dit akkoord was dat de regering de eigenaar blijft van de assets en de Nederlandse maatschappij de exploitatie op zich neemt. Tegenover deze krant liet minister Eugene Rhuggenaath (PAR) van Economische Ontwikkeling later weten dat het ‘floating dok’ (drijvend dok) een van de eerste dingen is dat wordt aangepakt bij het binnentreden van Damen. Javier Rodrigues, werkzaam bij CDM, liet toen weten dat werknemers al waren begonnen met de ontmanteling van het oude drijvend dok, die ondertussen al jaren niet meer functioneert. Het drijvend dok wordt vooral gebruikt voor de reparatie van grote(re) schepen en is heel belangrijk voor de volwaardige operatie van de scheepswerf.
Een nieuw drijvend dok betekent volgens Rhuggenaath een capaciteitsuitbreiding van meer dan 30 procent, hetgeen op zijn beurt weer meer banen zou opleveren. Bovendien verhoogt dit het rendement, aldus de minister van Economische Ontwikkeling.