Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is geen direct verband tussen de brandstofprijzen en het benzine- en dieselgebruik voor transportdoeleinden.
Dit blijkt uit cijfers die de minister van Financiën, José Jardim, heeft gepresenteerd naar aanleiding van vragen van Statenlid Sherwin Leonora (PS). Leonora maakt zich zorgen dat de verlaging in brandstofprijzen zich vertaalt in meer benzine- en dieselgebruik, wat een negatief effect heeft op het milieu. Jardim stelt echter vast dat ondanks de verlaging in brandstofprijzen de afgelopen jaren, het verbruik niet is toegenomen, maar afgenomen.
In een tabel wordt zijn stelling met cijfers benadrukt. Tussen 2010 en 2015 nam het gemiddelde brandstofverbruik af van 172,7 miljoen liter naar 167,9 miljoen liter. Het benzineverbruik nam overigens in die jaren toe, maar het dieselverbruik af. De minister legt uit dat de consumptie tussen 2010 en 2015 dus afnam, terwijl ook de prijzen afnamen. Hij stelt dan ook: ,,Opgemerkt dient te worden dat de consumptie van brandstof voor transportdoeleinden relatief onelastisch is. Dit impliceert dat de prijs geen groot effect heeft op de consumptie. Zo nam in de jaren 2012 tot en met 2014 het jaarlijkse brandstofverbruik af ten opzichte van het voorafgaande jaar. Dit terwijl in diezelfde jaren de gemiddelde brandstoftarieven daalden ten opzichte van het voorafgaande jaar. Alleen in het jaar 2015 was er sprake van een hoger brandstofverbruik (circa 6 procent) ten opzichte van het jaar 2014. In 2015 was er sprake van een zeer sterke daling van het gemiddelde brandstoftarief (circa 24 procent lager dan in 2014).” Hij is het overigens met Leonora eens dat een hogere consumptie ook voor meer luchtvervuiling zorgt, maar benadrukt daarbij dus ook dat een lagere benzineprijs niet direct leidt tot meer verbruik.
Leonora stelt voor om een energiefonds in te richten om mogelijke schommelingen in prijs te kunnen opvangen. Daarover antwoordt de minister: ,,De financiële middelen voor de (beleids)gebieden waarop wordt gewezen, worden verkregen uit opbrengsten via belastingen, waaronder - en uiteraard niet uitsluitend - accijns en omzetbelasting als onderdeel van het tarief voor Mogas 95. Voorts bestaat er geen juridische grondslag om van overheidswege een separate heffing (anders dan voornoemde accijns en omzetbelasting) als onderdeel van de brandstoftarieven ten behoeve van een speciaal fonds te introduceren.” Ook wijst de minister erop dat het energiefonds zoals dat in 2006 werd opgericht niet effectief bleek omdat in die tijd de prijzen alleen maar bleven stijgen en het energiefonds al gauw uitgeput raakte. Leonora stelt voor om maximum- en minimumprijzen vast te stellen, maar daarover schrijft de minister: ,,Het invoeren van een minimum leidt mogelijkerwijs tot inefficiëntie bij de productie waarbij een maximum mogelijkerwijs tot inefficiëntie bij de consumptie leidt. Het huidige prijsbeleid sluit aan bij de internationale markt- en prijsontwikkelingen. Afwijking daarvan kan leiden tot marktverstoring en brengt zowel economische als sociale effecten met zich mee.”