Door René Zwart
Den Haag - De Rijksministerraad (RMR, lees: Nederland) heeft ernstige procedurele steken laten vallen bij het opleggen van een verbod aan gouverneur Fredis Refunjol om de Arubaanse landsbegroting te tekenen.
Dat kan worden opgemaakt uit het antwoord van de Raad van State op vragen van de Tweede Kamer over de aanwijzing die de RMR in juli vorig jaar op voorstel van minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gouverneur gaf om te voorkomen dat de reeds door de Staten goedgekeurde begroting 2015 werd vastgesteld.
De bewindsman dwong zo een vergaande rol voor het College financieel toezicht af om zich dwingend te kunnen bemoeien met het begrotingsbeleid van het kabinet Mike Eman. De premier was ervan overtuigd dat de RMR door de aanwijzing in strijd met het Statuut en dus onrechtmatig handelde. Hij ging uit protest korte tijd in hongerstaking.
De gisteren gepubliceerde ‘voorlichting’ van de Raad van State stelt Eman in het gelijk. Hoewel de Raad zich beperkt tot een (overigens zeer grondige) uitleg van de wet- en regelgeving in het Koninkrijk kan er geen misverstand over bestaan dat er meer aanleiding voor tevredenheid is bij de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten dan bij het kabinet Rutte.
De toelichting van de Raad van State duidt er namelijk op dat de Rijksministerraad het Reglement voor de Gouverneur tot buiten de grenzen heeft opgerekt om Refunjol te dwingen in strijd te handelen met zijn positie als hoofd van de landsregering.
Het geven van nieuwe bevoegdheden aan gouverneurs kan wel, maar dan dient dat via het veel zwaardere instrument van een Algemene Maatregel van Rijksbestuur te geschieden. In dat geval moet advies aan de Raad van State worden gevraagd en dat was precies wat de Nederlandse regering per se wilde voorkomen.
Het meest pijnlijke voor het kabinet Rutte is de constatering dat het de gouverneur (en dus de koning) ernstig in verlegenheid heeft gebracht. Het heeft er immers alle schijn van dat Refunjol door het ministerie van BZK onder onoorbare druk is gezet een wetsovertreding te begaan. Als ook de staatsrechtgeleerden tot deze slotsom komen, kan nog een spannend debat in de Tweede Kamer tegemoet worden gezien.