Willemstad - Advocaat Eric de Vries heeft de klacht die door de Fundashon Akshon Sivil (FAS) tegen hem was ingediend voldoende weerlegd.
Dat is het oordeel van de Raad van Toezicht op de Advocatuur, bestaande uit voorzitter Froukije Lourens en leden Richard Pols en Arnold Huizing. Omdat FAS geen nieuwe gezichtspunten heeft aangevoerd wordt de stichting niet-ontvankelijk verklaard. Dat FAS niet bevoegd is om een klacht in te dienen van de Raad van Toezicht omdat het daarmee de statutaire doelstelling overschrijdt en geen belang heeft bij haar klacht wordt door de Raad verworpen.
FAS, bekend als initiatiefnemer van een - nog steeds lopende - enquêteprocedure naar overheids-nv’s, had betoogd dat advocaat De Vries tegenstrijdige belangen dient. De Vries trad ten tijde van het kabinet Schotte op voor de regering, die aandeelhouder is van de verschillende overheids-nv’s, maar ook als juridisch adviseur van al deze overheids-nv’s. ,,De belangen van regering en vennootschappen lopen beslist niet per definitie parallel.” Hij zou daardoor niet integer hebben gehandeld. In de zaak waarover de Raad nu heeft geoordeeld gaat het om de zogenoemde EEG-overeenkomst tussen de Curaçaose Dokmaatschappij (CDM) en Curaçao Port Authority (CPA) van juni 2012 in verband met de claim van Cubaanse ex-Dokmedewerkers. De Vries vertegenwoordigde beide bedrijven.
Daarnaast ging de klacht over de BOO-overeenkomst, waarvan de aandelen door Aqualectra werden overgedragen aan Refinería di Kòrsou (RdK). De Vries zou ook hier ‘middenin’ hebben gezeten. Met beide transacties zou in totaal 100 miljoen gulden zijn gemoeid.
De Vries, partner en voorman van het kantoor HBN Law, stelde tijdens de behandeling dat FAS geen enkele moeite neemt onderscheid te maken tussen hem als advocaat en de betrokken partijen, die al dan niet cliënten zijn van De Vries. Akshon Sivil vereenzelvigt de advocaat ‘voor het gemak’ met betreffende partijen en rekent alle handelingen van die partijen aan De Vries toe, aldus de advocaat.
Volgens De Vries is het onjuist dat hij tegenstrijdige belangen heeft gediend. De kwestie van de Dokwerkers wordt in de Verenigde Staten behandeld en is nog niet ten einde. Omdat FAS haar klacht hierover niet verder heeft onderbouwd heeft de stichting hier geen belang in, vindt de Raad. Over de BOO-overeenkomst was De Vries daar inderdaad als advocaat van RdK bij betrokken. Centraal in deze zaak stond een e-mail van 3 januari 2013 van de advocaat aan zijn cliënt. De Vries heeft over bepaalde passages uitleg gegeven en beroept zich verder op geheimhouding. Voor de Raad van Toezicht heeft hij de verwijten daarmee weerlegd. FAS heeft daar verder niets aan toegevoegd. ,,Bij deze stand van zaken is de Raad van oordeel dat klaagster haar belang bij dit onderdeel van de klacht onvoldoende heeft onderbouwd.” De stichting is verder geen belanghebbende bij de overeenkomst. ,,De slotsom is dat klaagster niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar klacht.”