Analyse door René Zwart
In de ogen van de Tweede Kamer kan minister Ronald Plasterk (PvdA)
op het terrein van Binnenlandse Zaken weinig goed doen. Ten aanzien van het tweede deel van zijn portefeuille - de Koninkrijksrelaties - heeft hij echter iets voor elkaar weten te boksen wat maar weinig van zijn voorgangers in de afgelopen 60 jaar is gelukt: eensgezindheid bewerkstelligen tussen de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk, Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
Voorwaar geen geringe prestatie want de eilanden gunnen elkaar doorgaans het toch overdadig aanwezige zonlicht niet in de ogen. Dat het land Nederlandse Antillen in 2010 uiteenviel, kwam immers vooral omdat de andere eilanden per se van de centrale regering op Curaçao verlost wilden worden. En nu sluiten diezelfde ‘rivalen’ de rijen. Succes dus voor de in eigen land zo geplaagde Plasterk. Maar daarom nog geen reden tot blijdschap en nog minder aanleiding om uit te kijken naar de ‘viering’ dat het op 15 december 60 jaar geleden is dat het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden door koningin Juliana werd afgekondigd. Want anno 2014 staat het Koninkrijk meer dan ooit onder druk.
Vandaag is de eerste Rijksministerraad sinds Nederland hard in botsing kwam met de Arubaanse regering over het begrotingsbeleid. Hoewel in het Statuut (dat in rangorde boven de Nederlandse Grondwet staat) is geregeld dat de vier landen die het Koninkrijk der Nederlanden vormen autonoom zijn in hun budgetrecht, gebruikte het kabinet Rutte zijn getalsmatige meerderheid in de RMR (die uit de Nederlandse ministers en namens de andere landen drie Gevolmachtigde ministers bestaat) om het parlement van Aruba buitenspel te zetten door de gouverneur te verbieden de goedgekeurde begroting te bekrachtigen. Nederland paste die - volgens staatsrechtgeleerden onrechtmatige - machtsgreep vorig jaar ook al toe om de regering van Sint Maarten te overrulen bij het instellen van een onderzoek naar vermeende integriteitsschendingen. Daarvoor werd handig gebruikgemaakt van de twee petten die de Koninkrijkswetgeving (per abuis?) heeft toebedeeld aan de gouverneurs. Zij zijn niet alleen - zoals de koning in Nederland - hoofd van de regering, maar ook zogeheten Koninkrijksorgaan. Voor de tweede keer in een jaar tijd heeft Nederland via de RMR de gouverneur ingezet om zijn zin door te drijven.
Beide voorvallen hebben de drie eilanden doen beseffen dat er in politiek Den Haag - met de VVD en PVV voorop - een kille wind is opgestoken richting de Cariben. Premier Mark Rutte (VVD) heeft er geen misverstand over laten bestaan dat Nederland de dienst uitmaakt en dat hij graag bereid is degene die dat niet zint naar de uitgang van het Koninkrijk te helpen. Dat laatste willen de eilanden (vooralsnog) niet. Om zich tegen de Haagse overmacht te beschermen, zullen zij vandaag in de RMR de Nederlandse ministers indringend herinneren aan een op weg naar de staatkundige hervorming van 2010 gemaakte afspraak om een onafhankelijke geschillenregeling voor het Koninkrijk in het leven te roepen. Vier jaar nadat ook de Tweede Kamer zich daar via een motie in overgrote meerderheid voor uitsprak, is die regeling er nog altijd niet. De gezamenlijke werkgroep die het plan had moeten uitwerken, is volgens de andere landen door Nederland vakkundig gefrustreerd.
Dat is vermoedelijk om dezelfde reden gebeurd als waarom Nederland met alle macht probeert te voorkomen dat de Raad van State wordt gevraagd te oordelen over de recente ingrepen van Nederland in de autonomie van Sint Maarten en Aruba. Kennelijk is de angst bij het kabinet groot dat het op de vingers wordt getikt dat het als oud-kolonisator maar niet wil afleren de baas te spelen. De Tweede Kamer-fracties van D66, CDA en SP willen wel dat de Raad van State wordt ingeschakeld, maar zij hebben tot hun verbazing moeten constateren dat de PvdA - in dit dossier toch een voor de hand liggend bondgenoot - dit blokkeert. Er lijkt geen andere verklaring te zijn dan dat de sociaaldemocraten coalitiegenoot VVD ter wille willen zijn zoals ook Plasterk de indruk geeft nogal toegewijd de agenda van Rutte uit te voeren om de andere landen rijp te maken voor het opbreken van het Statuut in ruil voor een veel vrijblijvender gemenebestmodel.
Het is dus maar de vraag of 60 jaar Statuut aanleiding is voor een feestje. Vast staat dat het in de huidige vorm zijn langste tijd heeft gehad nu Nederland de Rijksministerraad heeft gedegradeerd tot een koloniale schaamlap. De andere landen zijn weliswaar vertegenwoordigd, maar hun Gevolmachtigden zitten er, zo is gebleken, voor spek en bonen bij. Daarnaast is de positie van de gouverneurs (toch afgezanten van de koning) ten opzichte van de regeringen en parlementen in hun landen onmogelijk gemaakt. Daaraan kan zelfs een gesloten front van Curaçao, Aruba en Sint Maarten niets veranderen.
In Willemstad blijken de parkeerautomaten de nieuwe Antilliaanse gulden met de beeltenis van Willem-Alexander niet te slikken. De symbolische voorbode van het einde van een in zijn voegen krakend Koninkrijk?

René Zwart is parlementair correspondent in Den Haag voor het Antilliaans Dagblad.

ADletters logo


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.