De democratie heeft zijn werk weer gedaan. Vorige week kreeg de bevolking van Sint Maarten de kans om zijn mening te geven. Dat is een feest, want het is tenslotte de kern - en zelfs de betekenis - van het (Griekse) woord democratie. De stemmen zijn geteld en de UP van Theo Heyliger is als overduidelijke winnaar uit de stembus gekomen. Zelfs met bijna de absolute meerderheid in de Staten. Heyliger - hoewel al langer controversieel, zeker na de recente opmerkingen van het gerecht in zijn richting over stemmenkoperij in de Masbangu-zaak - zelf was in zijn eentje al goed voor twee van de zeven zetels die zijn partij kreeg.
Maar nog voordat de gouverneur de formatie in gang kon zetten door een (in)formateur aan te wijzen, sloten de drie overige partijen - NA, DP en US - een akkoord over de vorming van een nieuwe regering. Daarmee kwam de winnaar buitenspel te staan. Op Curaçao heet dat: ‘Gana anochi, pèrdè mainta’ (’s avonds de grote overwinnaar zijn, de volgende dag toch met lege handen staan).
De drie partijen moeten het inhoudelijk nog eens worden over het beleid voor de komende vier jaar, maar zelfs de (ministers)posten zijn alvast verdeeld. En dat allemaal binnen een weekend. Kom daar eens aan in andere landen met een coalitieregering. Een zegen voor de democratie dus.
Of toch niet? De UP kreeg duidelijk de voorkeur van het volk, maar moet nu waarschijnlijk vier jaar lang vanaf de oppositiebanken proberen invloed uit te oefenen op het regeringsbeleid. Is dat ware democratie? Je zou toch verwachten dat de grote winnaar de regering mag (beginnen te) gaan vormen. Je kunt over Heyliger denken wat je wilt, en vooral in Den Haag zal men best opgelucht zijn als hij niet de leiding van het land Sint Maarten in handen krijgt, de man is wel ongekend populair op zijn eiland. Natuurlijk, er hangt een zweem van corruptie om hem heen. Slechts enkele dagen voor de verkiezingen werd hij door de rechter zo goed als veroordeeld (zonder dat hij terechtstond) voor het kopen van stemmen in 2010. Het OM had dat tenminste moeten onderzoeken, zei de rechter, zoveel concrete aanwijzingen zijn er. En bovendien is hij ook nog betrokken bij een fraudezaak rond het omkopen van een Statenlid.
Met geld kun je alles kopen, zegt men, maar het valt te betwijfelen of Heyliger zoveel stemmen heeft kunnen kopen dat hij daarmee de winst heeft gekocht. De drie andere partijen hebben nu deels de schijn tegen. Ze waren zó snel met het sluiten van een akkoord dat het er op lijkt dat ze vóóraf al afspraken hebben gemaakt, een stembusakkoord of een cordon sanitaire. Dan had de kiezer dat ook moeten weten vóór hij naar de stembus ging. Zoals in België en Nederland partijen wel eens vooraf hebben aangegeven zeker niet met extreemrechtse partijen als de PVV te willen regeren. Nu hebben deze partijen de kiezer wellicht op het verkeerde been gezet.
En eigenlijk is ook gouverneur Holiday gepasseerd. Hij kon weinig anders meer doen dan de leider van de grootste partij uit het verbond, William Marlin van NA, tot formateur te benoemen. Als deze partijen vinden dat de gouverneur zich niet meer met de formatie moet bemoeien, dan moeten toch eerst de regels worden aangepast, zoals in Nederland de Koning sinds 2012 geen rol van betekenis meer speelt bij de formatie; het is nu de Tweede Kamer die bepaalt wie tot (in)formateur wordt benoemd.
Het lijkt wel steeds vaker te gebeuren dat de grootste partij buitenspel wordt gezet. Het overkwam op Curaçao de PAR, eerder op Sint Maarten de NA en trouwens ook in Nederland is het al eens gebeurd. Ooit werden daar wenkbrauwen bij gefronst, maar het is niet verboden. Immers de helft plus één of meer beslist, is de redenering. Of dat past in een democratie is de vraag. Misschien moet, zoals in sommige landen de regel is, worden vastgelegd dat de winnaar van de verkiezingen altijd het voortouw krijgt. In andere landen doen in een tweede ronde alleen de twee grootste partijen weer mee en vallen de kleintjes bij voorbaat af; hier hebben de kleintjes vaak juist buitenproportioneel veel in de melk te brokkelen.
In het Koninkrijk zijn er geen vaste regels voor de formatie, maar het is wel min of meer gewoonterecht dat de grootste partij de eerste (in)formateur levert. Ook dan kunnen partijen vooraf of snel na de verkiezingsuitslag afspraken maken. Maar dan kan de winnaar in ieder geval nog een poging wagen om een regering te vormen, desnoods door een of meer partijen op andere gedachten te brengen.
Dus heeft de democratie gezegevierd op Sint Maarten? Getalsmatig ja. Maar wel met een bijsmaak. Het versterkt de afkeer van grote groepen tegen ‘politieke spelletjes’ én de verdeeldheid in een (kleine) samenleving. Het feestje is daarom een beetje bedorven, zeker voor Heyligers UP plus aanhang.