In alle opwinding rond de aanhouding van Statenlid en ex-premier Gerrit Schotte (MFK) is er nauwelijks aandacht voor dat andere wat voor opwinding zou moeten zorgen: het korten door de overheid op onderwijs. Als er één post is op de landsbegroting waar de regering níet op mag bezuinigen, is dat onderwijs en vorming wel. Eerder móest de regering wel maatregelen treffen omdat er door wanbeleid en onverantwoord regeren door de MFK/PS/MAN-coalitie aanzienlijke tekorten waren ontstaan; al twee jaar nadat de overheidsfinanciën in 2010 door middel van een miljardensanering voor een groot deel op orde waren gemaakt. Maar onder voornamelijk de interim-regering eind 2012 en daarna de transitieregering in 2013, gevolgd door de huidige weer gewone politieke regering, is weer schoon schip gemaakt. Dat is onlangs ook door het IMF gesignaleerd. De particuliere sector werd hard geraakt en de rekening is grotendeels betaald door werkgevers en werknemers met fors hogere premies; maar ook de omzetbelasting en de onroerende zaakbelasting gingen omhoog. De ‘cold turkey’-methode; een harde en snelle ingreep met (hopelijk) ook effect op korte termijn. Het eigen ambtelijk apparaat bleef, afgezien van een personeelsstop, relatief buiten schot. Bij meerdere gelegenheden heeft het zittende kabinet Asjes (PS/PAIS/PNP/Sulvaran) aangegeven dat ook de ambtenarij er aan moet geloven en een bijdrage moet leveren. Terecht, zeker als het gaat om de(zelfde) voorwaarden voor ziektekostenverzekering en oudedagvoorziening. Het is dus toe te juichen als de overheid ‘te veel aan vet wegsnijdt’. Maar dat vet zit echt niet bij het onderwijs. Eerder bot. Het is anno 2014 vaak een schande te zien in wat voor omstandigheden les moet worden gegeven en les moet worden gekregen. Het algehele onderhoud en de hoogte van de minimaal vereiste investeringen in het onderwijs schieten schromelijk te kort. Niet alleen fysiek - dat is zichtbaar - maar ook onzichtbaar wat betreft het waarborgen van de aansluiting met de rest van de wereld; te beginnen met koninkrijkspartners Nederland, Aruba en BES: het waarborgen van kwaliteit en niveau (rekenen, taal, zak- en slaagregeling) en salariëring. De vergrijzing die overal in de samenleving voelbaar is, speelt ook het onderwijs parten: zeker als gepensioneerden niet kunnen worden vervangen. Het gratis of vrij onderwijs bracht vorig jaar een heus ‘schoolboekendebacle’ met zich mee, waarbij legers leerlingen pas maanden later hun lesmateriaal ontvingen. Een voorstel om het bedrag per kind te beperken tot een vast, maar in verreweg de meeste gevallen ontoereikend bedrag, zal de problemen niet wegnemen maar wellicht zelfs verergeren. En het plan om te bezuinigen op leerlingbegeleiding - met name nodig voor lager middelbaar en beroepsonderwijs - is ronduit onzalig. Het levert nauwelijks wat op en geeft vooral een verkeerd signaal af. Hopelijk vinden Staten en regering andere wegen en posten om de begroting sluitend te maken en houden, maar handen af van onderwijs. Er moet juist snel flink meer geld bij.