‘Facts’
Toch was het dinsdag wel schrikken. Jamaloodin komt plotseling met andere, veel hogere, cijfers over het gerealiseerde tekort in 2011 dan eerder op papier stond; toen werd nog uitgegaan van een sluitende begroting (oorspronkelijk zelfs overschot). Maar in zijn deze week gepresenteerde ‘factsheet’ staat ineens een totaal tekort van 163,4 miljoen gulden. Dat is ook veel hoger dan wat de minister nog maar een paar weken geleden in de media ‘toegaf’, nadat vanuit Den Haag berichten doorklonken dat 2011 was afgesloten met een forse min. Over het lopende jaar, 2012, gaat de bewindsman nu uit van een totaal tekort van 32,7 miljoen, maar er is wel sprake van een plus op de zogeheten Gewone Dienst. En dat is een vereiste in het kader van het financieel toezicht.
Wat verder opvalt is dat Jamaloodin nogal erg luchtig omgaat met de deficits; die poetst hij namelijk zowel in 2011 als in 2012 naar eigen zeggen weg met ‘BRK-gelden’. Bedoeld wordt de meevallers in het kader van de Belastingregeling Koninkrijk. Stel dat dit waar is en ook lukt, is dat nooit een structurele oplossing. Sterker, de bedoeling van de BRK-gelden was nu juist om hiermee zo veel mogelijk de economie een impuls te geven, de levensstandaard te verbeteren en de infrastructuur te upgraden. In productieve bestedingen dus, die zichzelf weer zouden terugverdienen en niet - zoals nu gebeurt - om letterlijk gaten te vullen. Met zo veel variaties, van een evenwichtige begroting en zelfs overschot in oorspronkelijk vorm naar een tekort van 163 miljoen in een paar maanden tijd, kan worden getwijfeld aan de realiteitsgehalte van de prognoses en aan de ‘facts’ voor wat betreft de lange termijn.
Dat Curaçao geen financiële crisis heeft, komt voornamelijk door de schuldsanering met behulp van Nederland van een paar jaar terug. Maar de economie staat er minder fraai voor dan door minister El Hakim (Economische Ontwikkeling) wordt voorgespiegeld. Dat vertaalt zich ook in minder belastinginkomsten, een van de grootste veroorzakers van het tekort. Voor de economie is Curaçao echter grotendeels juist afhankelijk van die werelddelen die Schotte noemde. Wat het (ei)land wél zelf in de hand heeft, is het tijdig nemen van (bezuinigings)maatregelen en het ambtelijk apparaat terugbrengen tot werkbare en vooral betaalbare proporties. Hoewel de regering graag verwijst naar de vorige coalitie, zoals alle bestuurders doen, heeft het op deze punten de afgelopen achttien maanden ontbroken aan actie. Het kabinet mag zich niet rijk rekenen door uit te gaan van economisch groei (het tegendeel, zeker in 2013, zal eerder het geval zijn), door te steunen op de BRK-reserves en door ‘zomaar’ te stellen dat er ruimte is om voor een bedrag van ruim een miljard gulden te lenen. Reserves raken ooit uitgeput en over leningen moet rente worden betaald, die weer drukt op de begroting, terwijl de ontwikkelingsmiddelen uit Nederland sinds 2012 opdrogen. Geen crisis, maar wel opletten geblazen en de ‘facts’ beter en eerder op orde. Een Begrotingskamer is toe te juichen, maar dan wel met minimaal exact dezelfde waarborgen en wettelijk verankerde onafhankelijkheid als het College financieel toezicht (Cft) nu heeft.