Analyse door René Zwart
Den Haag - Het goede nieuws - in elk geval vanuit Caribisch perspectief - is dat Geert Wilders met zijn Partij voor de Vrijheid de eerstkomende jaren geen stempel meer zal drukken op het regeringsbeleid. Hoeveel zetels hij ook bij de komende verkiezingen in de wacht sleept, er is geen partij meer die zich aan zijn grillen wil overleveren. Dat betekent dat maatregelen die door het kabinet-Rutte zijn aangekondigd louter om de gedoogpartner te plezieren van tafel zijn of genuanceerd worden.
Maar ook plannen die op een bredere steun kunnen rekenen, zullen blijven liggen totdat er een nieuwe regering is aangetreden. Het is namelijk Haags gebruik dat ten tijde van een demissionair kabinet het parlement, noch de regering over hun graf heen regeren. Alleen lopende, niet gevoelig liggende kwesties worden afgehandeld.
De komende weken krijgen de fracties de gelegenheid onderwerpen ‘controversieel’ te verklaren. Dat lot zal onder meer drie Rijkswetten treffen waartegen Curaçao, Aruba en Sint Maarten grote bedenkingen hebben: de Rijkswet personenverkeer, de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Rijksvisumwet. Die laatste twee zijn weliswaar al aan de Kamer voorgelegd maar dat is vooral gebeurd om de PVV te paaien.
De meest heikele van de drie, die voor het personenverkeer, is nog onderwerp van discussie is een gezamenlijke werkgroep. Gezien de grote tegenstand vanuit de Cariben zal minister Gerd Leers (CDA) van Immigratie, Asiel en Integratie zijn demissionaire status gretig aangrijpen om dit hoofdpijndossier in een diepe lade op te bergen. Dat is echter geen reden voor de eilanden zich rijk te rekenen. VVD’er André Bosman werkt immers aan een initiatiefwetsvoorstel om te voorkomen dat Curaçaoënaren, Arubanen en Sint Maartenaren die onvoldoende opleiding en geen middelen van bestaan (zoals een baan) hebben en de Nederlandse taal niet machtig zijn zich in Nederland kunnen vestigen. Bosman kon gisteren nog geen antwoord geven op de vraag of de kabinetscrisis van invloed is op zijn planning. Het lag in zijn bedoeling het wetsvoorstel voor de zomer aan de Kamer aan te bieden.
Behalve de genoemde Rijkswetten liggen er bij de Kamer ook nog twee grondwetswijzigingen die betrekking hebben op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een is bedoeld om de nieuwe staatkundige positie van de eilanden grondwettelijk te verankeren. Deze wijziging ligt bij de inwoners gevoelig omdat gelijktijdig in de Grondwet wordt vastgelegd dat de verschillen in het voorzieningenniveau tussen Caribisch en Europees Nederland (zoals de hoogte van uitkeringen) min of meer een permanent karakter krijgen. De andere wijziging wijst het Nederlands aan als dé landstaal maar erkent het Fries, Papiaments en Engels als voertalen in delen van het land. De behandeling van deze grondwetswijzigingen wordt pas na de verkiezingen voortgezet.
Wat door de val van het kabinet-Rutte wordt versneld is dat de stem van de inwoners van Caribisch Nederland meetelt voor de samenstelling van de nieuwe Tweede Kamer. Zij mogen voor het eerst meedoen aan de verkiezingen die, naar wordt verwacht, in september of oktober worden gehouden. Het aantal stemgerechtigden is overigens te klein om enige invloed op de uitslag te hebben. Maar omdat in het huidige versnipperde politieke landschap elke stem telt, zullen sommige partijen de eilanden bij hun campagne betrekken. Interessant is de vraag in hoeverre partijen hun kandidatenlijst openstellen voor Bonaireanen, Statianen en Sabanen met politieke aspiraties. Ten slotte is er voor wat betreft Caribisch Nederland nog de kwestie van de ‘vrije uitkering’. Onlangs heeft minister Liesbeth Spies (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties erkend dat de eilanden vele miljoenen te weinig van het Rijk krijgen om de Bestuurscolleges in staat te stellen goed lokaal beleid te voeren. Toch durfde de bewindsvrouw het niet aan om per omgaande toe te zeggen het gat te repareren. Zij voerde de bezuinigingen aan als reden om er eerst in het kabinet over te spreken maar waarschijnlijker is het dat zij de reactie van Wilders vreesde als zij extra geld naar Caribisch Nederland zou overmaken. Nu de voormalige gedoogpartner zichzelf buitenspel heeft gezet, is er voor Spies geen belemmering meer om de eilanden op korte termijn duidelijkheid te geven over de vrije uitkering.
Over de poppetjes gesproken: de kans dat Spies in een nieuw kabinet terugkeert als minister is klein. In de peilingen blijft het CDA steken op 11 tot 14 zetels. Het is niet ondenkbaar dat de partij straks nodig is om een coalitie te vormen die op een redelijke meerderheid steunt maar dat zal hooguit één ministerspost en een staatssecretariaat opleveren. Het CDA heeft overigens nog een andere kwestie op te lossen, want huidig partijleider Maxime Verhagen heeft eerder al laten weten Den Haag te verlaten. Het is allerminst een automatisme dat fractieleider Sybrand van Haersma Buma als zijn opvolger wordt aangewezen. Niet uitgesloten is dat Spies zich kandideert.
Er zijn meer personele consequenties. Ten minste drie leden van de Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties zitten op de schopstoel. Ineke van Gent (GroenLinks) wist bij de verkiezingen in 2010 al ternauwernood een verkiesbare plaats te bemachtigen en nu staat haar partij in de peilingen op een verlies van 5 van de 10 zetels. Door het dreigende electorale verlies van het CDA lijkt ook het afscheid van Bas Jan van Bochove nabij. PVV’er Eric Lucassen is afhankelijk van de vergevingsgezindheid van partijleider Wilders vanwege het verzwijgen van hufterig gedrag in het verleden
Hero Brinkman moet eveneens vrezen voor zijn Kamerzetel. Nadat hij enkele weken geleden uit de PVV-fractie stapte voorspellen de peilingen weinig goeds voor de ‘Groep Brinkman’. Hij gaat het nog wel halen mee te doen aan het Interparlementair Overleg Koninkrijksrelaties (IPOK) dat in juni in Den Haag wordt gehouden. De bijeenkomst gaat gewoon door maar zonder optredens van ministers. Uitstel zit er wel in voor de Koninkrijksconferentie die in augustus op Aruba zou worden gehouden. Die datum leek zonder kabinetscrisis al te ambitieus. Gezien het uiterst ingewikkelde formatieproces dat Nederland wacht is het hoogst twijfelachtig of de Koninkrijkstop nog dit jaar plaatsvindt.
Resten er nog twee vragen: wie kan het gelukkigst zijn met de val van Rutte I en komt er een Rutte II? Om met die laatste vraag te beginnen: de VVD gaat in de polls al tijden fier aan kop. Niemand die er dan ook aan twijfelt dat premier Rutte zichzelf opvolgt. Goede tweede is de SP maar die wordt vanwege het, in de ogen van de anderen, onrealistische partijprogramma niet als een serieuze regeringskandidaat gezien. Dat is wel de PvdA die na het vertrek van de ingetogen Job Cohen onder aanvoering van de activistische Diederik Samson aan een opmerkelijke herrijzenis werkt. Als VVD en PvdA al bereid zijn een verstandshuwelijk aan te gaan hebben zij minimaal D66 nodig. Om op een wat comfortabelere meerderheid te kunnen steunen is een vierde partner nodig. Om te voorkomen dat de coalitie naar links overhelt zal Rutte proberen het CDA aan boord te krijgen.
Dan tot slot de vraag wie in het Koninkrijk het meest opgelucht kan zijn
over de politieke crisis in Den Haag. Dat is zonder enige twijfel minister-president Gerrit Schotte die het de afgelopen maanden steeds benauwder moet hebben gekregen van de Rijksministerraad die stap voor stap de duimschroeven aandraaide. Het is een publiek geheim dat de Nederlandse meerderheid in de Koninkrijksregering met voorzitter Mark Rutte voorop (en de volle steun van de Tweede Kamer) geen greintje vertrouwen meer heeft in het kabinet-Schotte. Ook al is in Den Haag de weerzin tegen ingrijpen heel groot, dat moment kwam wel steeds dichterbij met het escaleren van de conflicten rond de Centrale Bank en de Veiligheidsdienst, het openlijke geruzie met Sint Maarten, de opeenvolgende onthullingen over de handel en wandel van de premier en een aantal van zijn ministers plus het jongste nieuws dat Curaçao in strijd met de afspraken in 2011 teveel geld heeft uitgegeven.
Maar nu het kabinet-Rutte demissionair is, heeft Schotte voorlopig niets te vrezen van de Rijksministerraad. Die zal wellicht nog wel naar hem blaffen maar doorbijten zal er niet bij zijn.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.