De situatie bij en omtrent de Curaçaose fiscus stemt tot grote bezorgdheid. Zo waren er de door Stichting Overheidsaccountantsbureau (Soab) in diverse internal audits geconstateerde en vastgestelde voorkeursbehandelingen: alle belastingplichtigen zijn voor de wet weliswaar gelijk, maar in de praktijk bleek dat sommigen bij de Landsontvanger ‘meer gelijk’ waren en op bijzondere wijze werden voorgetrokken. Volstrekt onacceptabel, stelt Financiënminister Javier Silvania (MFK), die zich de afgelopen drie jaar heeft opgeworpen als de grote incasseerder van belasting- en premiegelden. Deze wanpraktijk doet naar zijn mening ‘afbreuk aan het aanzien van de Belastingdienst als een van de belangrijkste uitvoeringsorganisaties van Curaçao’.
De bewindsman van Financiën is daar geheel correct tegen ten strijde getrokken, maar kwam zélf ook onder zwaar politiek vuur te liggen na zijn intussen beruchte ‘kwijtscheldingsactie’ voor alle achterstallige belastingen vanaf 2017 en ouder. Hoewel hij zich verdedigt door te stellen dat uit allerlei studies is gebleken dat het veel zinvoller en effectiever is om te concentreren op inning van meer recente belastingschulden, laat de oppositie - terecht - de kwestie niet los en wil dat Silvania zich komt verantwoorden voor het als gevolg hiervan mislopen van enkele miljarden die de Landskas toebehoren. Na een geschorst Statendebat in mei 2023 wordt hier, eindelijk en pas, in augustus 2024 een vervolg aan gegeven. De minister zal zich heel goed moeten voorbereiden, want zijn politieke tegenstanders van PAR en MAN zullen de messen slijpen en het blijft onvoorspelbaar wat de fractie van ‘junior’ regeringspartij PNP doet. Het Hof van Justitie was er in elk geval duidelijk over: de niet voor meerdere uitleg vatbare, zonder voorbehoud gedane uitlatingen van de minister, die in meerdere Facebook- en krantenberichten zijn herhaald, leiden tot het oordeel dat belanghebbende belastingplichtigen redelijkerwijs konden en mochten afleiden dat de Ontvanger de bewuste aanslagen niet meer kan en zal invorderen. Het resultaat was dat de naheffingsaanslag al was afgeboekt en vervolgens niet meer voorkwam op de door de Ontvanger opgemaakte en verstrekte debiteurenlijst. Naar nu blijkt gebeurde dat niet alleen met belastingplichtigen die een bezwaarprocedure hadden opgestart, maar óók met hen die hun schuld al hadden erkend en bezig waren met een maandelijkse afbetaling. Niet meer nodig, want alles was ‘kwijtgescholden’.
Beide kwesties - zowel het ‘voorkeursbeleid’ van Ontvanger Alfonso Trona als de gretigheid waarmee Silvania op Facebook belastingschulden van vóór 2018 buiten invordering stelde - kostten de schatkist enorme bedragen. Geld dat normaliter aan goede sociale en/of maatschappelijke doelen hadden kunnen worden besteed, of waarmee de overheidsschuld had kunnen worden verminderd. Maar dat is nog niet alles: nu blijkt dat er ondanks de belofte om ten aanzien van alle aanslagen ná 2017 schoon schip te maken, door nadrukkelijke opvoering van de fiscale compliance, er in de afgelopen vijf jaar toch weer een berg aan achterstallige belastingen van ondernemingen van opnieuw drie miljard is opgebouwd. Zo blijkt tenminste uit het persbericht dat het ministerie vrijdag uitstuurde, waarin een hardere aanpak van de fiscus wordt aangekondigd, teneinde ‘level playing field’ te creëren: iedere ondernemer wordt gelijk behandeld en niet dat sommigen ‘meer gelijk’ zijn doordat ze structureel wel omzetbelasting van klanten en loonbelasting van werknemers inhouden, maar niet afdragen.
Goed dat daar wat aan gedaan wordt, maar waarom nu pas, nu het kabinet-Pisas (MFK/PNP) al op driekwart van de regeringsrit zit? Het beeld bestaat en wordt telkens bevestigd en versterkt, dat het bij de fiscus een zootje is, waar willekeur een dominante factor is. Dat is funest voor het vertrouwen van de ‘gewone man’ - burger en kleine ondernemer - in het eigen overheidsapparaat. Het is prima dat Silvania maatregelen treft tegen dit grote onrecht, maar zelf heeft hij ook nog een heleboel uit te leggen.