Het is helaas niet de eerste keer, maar hopelijk echt wel de laatste. Want zo’n black-out, waarbij het hele eiland zonder stroom zit, verlamt alle activiteiten en bedrijvigheid. De schade is enorm. En dit in een al uiterst fragiele economische situatie waarin Curaçao verkeert. Het punt is: op het moment dat het eiland kampt met zo’n grootschalige uitval van de elektriciteit, klaagt iedereen - terecht - steen en been; maar als de volgende dag weer alles in orde lijkt, kraait er geen haan meer naar. Dat is onjuist. Ten eerste kan het gebeuren niet zonder gevolgen blijven: de raad van bestuur (RvB) én de raad van commissarissen (RvC) van Aqualectra moeten op hun verantwoordelijkheden in dezen worden aangesproken en daar dienen eventueel zelfs consequenties aan te worden verbonden. Op de tweede plaats moeten er ook lessen worden geleerd. Wat ging er mis, waarom en vooral: hoe kan een volgende black-out worden voorkomen? Want dat er een technische storing kan plaatsvinden, dat is niet het probleem. Dat gebeurt altijd en overal. Machines raken nu eenmaal defect. Ook de menselijke factor is niet onfeilbaar. Zo blijkt ook nu, want volgens Aqualectra-directeur Darick Jonis is de uitval van gisteren het resultaat van corona; te veel werknemers zijn ziek, althans positief getest, en ter voorkoming van verdere verspreiding is een flink aantal ook in quarantaine. En dus niet inzetbaar voor het nutsbedrijf. Dat is buitengewoon ernstig. De verspreiding van het virus onder het personeel, maar ook de (te) grote afhankelijkheid van technische medewerkers. Zo erg zelfs dat het hele eiland urenlang zonder energie komt te zitten en geen kant op kan. De leiding dient op zo’n situatie te anticiperen; normaal al qua beleid en bedrijfsstructuur. Maar ook in acute en onvoorziene situaties, zoals deze, met een ongewoon grote hoeveelheid werknemers die het slachtoffer zijn van Covid-19. Het kan eenvoudigweg niet zo zijn dat een héle samenleving hierdoor uitgeschakeld wordt. Ook hieruit moet dus lering worden getrokken; hoe het machinepark zodanig op te bouwen dat de afhankelijkheid van de menselijke factor niet zo doorslaggevend is. Omgekeerd is overigens eveneens het geval, want maar al te vaak is de afgelopen keren gebleken dat het Curaçaose elektranetwerk bijzonder kwetsbaar is. Het mag niet zo zijn dat als er problemen zijn met één productie-unit, de rest het vervolgens aangeschakeld ook begeeft. Dat het hele systeem ‘tript’, zoals het dan heet. Zoals bij kerstverlichting; dat als één lampje het niet doet, direct het hele snoer uitvalt. Het is van groot belang om spoedig op onafhankelijke wijze in kaart te brengen wat de zwakke schakels zijn bij Aqualectra, zowel technisch als qua menskracht, om deze vervolgens uit te bannen.