Coronacrisis heeft publiekrechtelijke manco’s meedogenloos blootgelegd
Met de drie letters CHE - afkorting voor Caribische Hervormings Entiteit - heeft Nederland voor de autonome CAS-eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten in Caribisch Koninkrijk een bestuursvehikel opgezet om de komende zes jaren de noodzakelijke financieeleconomische opbouw te ondersteunen na de dramatische gevolgen van de (wereldwijde) Covid-19-crisis.
De CAS-eilanden ondervinden niet alleen de catastrofale gevolgen van de nog altijd niet uitgeraasde coronacrisis, ook de publiekrechtelijke manco’s zijn hierdoor meedogenloos blootgelegd. ‘Old school politics’ heeft de CAS de afgelopen decennia talloze ineffectieve bestuurscoalities gebracht, en tevens de tekortkomingen in deze kleinschalige parlementaire democratieën aan het licht gebracht.
Zo weet Curaçao middenin de Covid-19-crisis de bewindsvrouw belast met Volksgezondheid af te serveren, om vervolgens te verzanden in een politiek-bestuurlijke impasse (waar de politiek zélf niet uitkomt).
Tegelijkertijd echter is het bestuur nog altijd niet in staat haar meest kwetsbare, haast miserabele, klasse te verlossen uit de armoede en uitzichtloosheid.
Sint Maarten heeft deze ‘politieke heldendaad’ eerder dit jaar verricht en beschikt nauwelijks over capaciteit om, na orkaan Irma in 2017, de gevolgen van corona het hoofd te bieden.
Aruba heeft (ten minste) een drietal uitdagingen die het status aparte-eiland aan de afgrond van overleving hebben gebracht. Een politieke crisis binnen een coalitiepartij(tje); een van corruptie verdachte ex-bewindsman met meerdere justitiële invallen tot gevolg; en een economische herstart van het toerisme die gefrustreerd raakt door een sterke Covid-19-opleving onder de jongere generaties.
Desalniettemin staat géén van de CAS-eilanden te springen om de uitgestoken en (ogenschijnlijk) goedgevulde hand van Nederland aan te pakken voor het welzijn van hun bevolkingen. Alle drie argumenteren dat de door Den Haag voorgestelde CHE hun autonomie uitholt.
Hiermee volledig voorbijgaand aan het feit dat ‘autonomie’ zeker anno 2020 geen brevet is voor ongebreidelde overheidsuitgaven. Vooral niet als daarbij regelmatig alle procedures en processen stelselmatig worden ontweken. Niks openbare aanbesteding, hoezo publicatie van vacatures, en liever geen begrotingssupervisie; gewoon in de achterkamers zaken regelen in hun persoonlijke dan wel partijpolitieke belang. Overigens, zoals conform de Nederlandse traditie voorheen: op de achterkant van een sigarendoos. Nederland heeft echter door de globale crisis en jarenlange bezuinigingen, transparantie en integriteit in het overheidshandelen tot hoofdnormen gesteld.
De CAS-regeerders lijken, ondanks hun autonome status, dit niet zo nauw te (willen) nemen. Op Curaçao heeft een voormalig kabinet nog deze eeuw bewust de ‘checks & balances’ grotendeels uit het regeringsapparaat gesloopt. Een saillant detail bij ‘autonoom’ is dat deze term in principe wordt gebruikt voor gebieden, regio’s of provincies binnen een land, waarvan het (gebieds-)bestuur (beduidend) meer bevoegdheden mag en kan uitoefenen van de centrale overheid dan andere gebiedsbesturen binnen dezelfde staat. Dit impliceert dat er voor de CAS nog altijd een ‘centrale overheid’ is. Is dat de Rijksministerraad (RMR)?
Twee voor de hand liggende onafhankelijke entiteiten om enigszins de transparantie en integriteit van de overheid te monitoren en de ‘checks & balances’ te borgen zijn de Ombudsman en een Integriteitskamer. Aruba ontbeert beide. Op Sint Maarten ontbreekt nog veel méér.
Niet voor niets wil Nederland een strakke greep houden op de (als het goed is) vette geldstroom die Den Haag met de CHE uit haar schatkist heeft voorbestemd voor de CAS. Afgelopen decennia hebben aangetoond dat, hoewel dus autonoom, de eilanden bij gebrek aan competenties, capaciteit en iets te vaak ook integriteit, niet in staat zijn om de voordelen ten goede te laten komen aan hun gehéle bevolking.
Tenslotte, in elke gemeenschap is het het bedrijfsleven dat inkomen genereert voor zichzelf en ook voor de overheid (de gemeenschappelijkheid). Hiertoe moeten ondernemingen investeringen doen. En hiervoor heeft het bedrijfsleven onder andere terreinen, infrastructuur en moderne wet- en regelgeving nodig. Dit zijn de randvoorwaarden die de overheid moet leveren; niets meer maar zeker ook niets minder.
En dat allemaal op transparante wijze en rechtmatig volgens geldende procedures. Een goed opgeleid personeelsbestand met de juiste kennis en ervaring kan dit verzorgen, waarbij een substantieel deel van het huidige ambtenarenbestand naar de particuliere sector kan/moet verhuizen, wellicht samen met een aantal departementen en/of overheidsdiensten. Nog afgezien van de constatering dat er te veel ambtenaren en SG’s zijn die te weinig produceren.
Anno 2020 is autonomie geen vrijbrief meer voor overheidshandelen buiten wettelijke procedures, processen en toezicht om. Dit om corruptief handelen te voorkomen/bestrijden. Transparantie en integriteit zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam welzijn. De afzonderlijke parlementen van de CAS-eilanden hebben tot nu toe (helaas) aangetoond deze controlerende taak niet of onvoldoende mate aan te kunnen.