Anderhalve maand na de eerste vergaande preventieve maatregelen van de regering tegen Covid-19, lopen de spanningen flink op. Het ergste medische gevaar lijkt geweken, maar de sociaaleconomische, financiële en maatschappelijke risico’s zijn levensgroot en vormen een enorme bedreiging voor Curaçao. Zeker als die niet goed worden gemanaged. En dit laatste ontbreekt. Mogelijk (en hopelijk) dat er achter de schermen veel gebeurt, zoals de premier zegt. Maar het ontbreekt aan heldere en volledige communicatie. Waar over de aanwezigheid van het coronavirus en alle lockdown-acties nauwgezet en dagelijks is gecommuniceerd, ontbreekt het aan voorlichting en dialoog over (voorgenomen) besluitvorming ten aanzien van de financieel-economische aanpak. Lees: de broodnodige hervormingen. Door een uitgelekte brief van de minister van Financiën weten we nu wat er zoal in de boezem van de ministerraad wordt besproken, zoals een solidariteitsheffing (alleen voor hogere inkomens) en - bijna weggestopt onderaan het lijstje - arbeidstijdverkorting.
Het lijkt echter nog bijzonder pril, met weinig onderbouwing. De doorrekening van de Centrale Bank CBCS, eveneens vroegtijdig in de publiciteit beland, geeft wat betreft de solidariteitsheffing méér inzicht. Conclusie: niet (zomaar) doen, de nadelen voor de economie en het welvaartsverlies zijn veel groter dan het relatief kleine voordeel. Volgens de CBCS is en blijft kostenbesparing door de overheid de beste remedie. Door het ontbreken aan communicatie, regie en leiderschap vanuit Fòrti, kruipen (sociale) partners in hun oude rollen en bestoken zij de regering met standpunten over hoe het moet (bedrijfsleven) en dreigbrieven met een ultimatum (bonden).
Het steekspel is volop gaande. Maar liefst twaalf werkgeversorganisaties wijzen erop dat actie nú is vereist; eigenlijk een noodkreet om in gesprek te komen met de regering. En onderwijl mobiliseert het vakbondswezen zich. Alsof die nog niet bestaan, wordt op de Dag van de Arbeid een nieuwe vakcentrale opgericht: Sentral Sindikal Solidaridat met een hoofdrol voor een oude rot in het vak, de gepensioneerde Errol Cova. En terwijl zij weten dat de landskas leeg is, zetten vijf ambtenarenbonden de regering onder druk: zij willen coûte que coûte de loontrede uitbetaald krijgen. Dit is voer voor conflict, terwijl het meer dan ooit noodzakelijk is om er als sociale partners - ‘nos ku nos’ - uit te komen. Om de tafel en zonder het mes op tafel. De regering dient daarin leidend te zijn, zonder angst, in de overtuiging dat hervormingen in het belang zijn van iedereen: werkgevers en werknemers.