‘Sancties treffen PdVSA-dochters’, kopte deze krant gisteren naar aanleiding van de nieuwe sancties die de Verenigde Staten (VS) eind januari hebben opgelegd aan de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA. Eén van die PdVSA-dochters is Refineria Isla Curaçao bv, gevestigd in Emmastad. De Curaçaose vennootschap, 100 procent van Petróleos de Venezuela SA, wordt volgens gegevens van de Kamer van Koophandel bestuurd door directeur Vanessa Flores. Zij is niet vaak in beeld maar is een bekende naam. Minder bekend zijn de drie overige bestuurders: Gabriel Rojas Esté, Gabriel Oliveros en Guillermo Blanco Acosta (de laatste aangeduid als ‘president’). Allen met de Venezolaanse nationaliteit. Doelstelling van Refineria Isla Curaçao: olieraffinaderij. Zo meldt het Handelsregister. Ook deze (volle) dochter van PdVSA wordt rechtstreeks getroffen door de VS-sancties en zal als gevolg daarvan verder in het nauw raken.
Het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control (Ofac) heeft PdVSA geplaatst op de lijst van ‘Specially Designated Nationals and Blocked Persons’. Als gevolg daarvan is het nu Amerikaanse ingezetenen verboden op wat voor manier dan ook, direct of indirect, transacties aan te gaan met PdVSA, maar óók met ondernemingen die voor 50 procent of meer in handen zijn van PdVSA.
Dus op vragen van onder meer de Tweede Kamercommissie Koninkrijksrelaties: ja, de nieuwe, aangescherpte sancties van de VS hebben gevolgen voor de dochterbedrijven van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij op onder meer Curaçao (Isla-raffinaderij in het Schottegat en de olieterminal op Bullenbaai, gehuurd en geëxploiteerd door PdVSA), Bonaire (Bopec-olieterminal, die eigendom is van PdVSA) en Aruba (waar het ooit de bedoeling was dat de Amerikaanse dochter Citgo van PdVSA de al tijden geleden stilgelegde raffinaderij zou huren en nieuw leven zou inblazen).
Wat precies de gevolgen zijn voor het Caribisch deel van het Koninkrijk, is volgens staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Koninkrijksrelaties nog lastig in te schatten. ,,Ik wil hier ook niet te veel over speculeren”, schrijft hij diplomatiek in de gevraagde reactie. Dat kan wel zo zijn, goed nieuws is het niet. Volgens ingewijden die nauw betrokken zijn bij de bedrijfsvoering en besluitvorming in Emmastad betekent het dat Refineria Isla nauwelijks nog een kant uit kan. Voor elk schroefje, moertje of ander (groter) onderdeel, noodzakelijk voor onderhoud en het aan de praat houden van Isla, is de raffinaderij op Curaçao afhankelijk van (transacties met) het buitenland. Dergelijke transacties zijn nu de facto geblokkeerd. Knops merkt dan ook in meer algemene zin terecht op dat PdVSA en de daaraan gelieerde (dochter)bedrijven door de Amerikaanse sancties ‘in nog zwaarder weer zijn terechtkomen’.
De bewindsman in Den Haag wijst er wel op dat de VS uitzonderingen op de sancties heeft gemaakt om de effecten voor het Amerikaanse bedrijfsleven en ook andere landen zo veel mogelijk te verzachten. Vooral dit laatste biedt mogelijk een opening en dus een sprankje hoop, opdat het Witte Huis er rekening mee houdt dat niet alleen PdVSA wordt geraakt - en daarmee Nicolás Maduro in Caracas, waar het de Amerikanen uiteindelijk om te doen is - maar dat ook Isla-werknemers en burgers op Curaçao keihard worden getroffen.
In ieder geval staat Nederland hierover in contact met zowel de Amerikanen als met Aruba, Curaçao en Bonaire, besluit staatssecretaris Knops. Het is nog onduidelijk of dit daadwerkelijk tot iets kan leiden, of dat dit voorlopig slechts een troost is. Feit is dat zich langzamerhand een situatie voordoet dat de Isla-raffinaderij - als dochter van PdVSA - klem zit. Is het niet vanwege de sancties dan wel vanwege de beslagleggingen door de enorme schulden van PdVSA en van de staat Venezuela die op PdVSA worden verhaald. Dat de Isla-bonden Apri en PWFC desondanks aandringen op verlenging van het leasecontract met PdVSA, ook ná beëindiging per 31 december, getuigt dan ook van a. ongekend optimisme, b. van grote naïviteit, c. van paniek of d. onbegrensde loyaliteit aan de aan het Maduro-regime gelieerde militaire PdVSA-top. PWFC-vakbondsleider Angelo Meyer geeft zelf antwoord op deze multiple choice-vragen met zijn bewering zaterdag tijdens een persconferentie afgelopen week nog persoonlijk contact te hebben gehad met Manuel Quevedo, de legergeneraal van de Bolivariaanse Nationale Garde die iets meer dan een jaar geleden door Maduro werd aangesteld als hoogste baas van PdVSA, over het voortzetten van het contract op Curaçao. Als er dan al ten aanzien van de VS-sancties een uitzondering mogelijk zou zijn voor de ABC-eilanden en Curaçao in het bijzonder, dan lijkt de openlijke vrijage van de Isla-bonden met de door Washington verguisde machthebbers in Caracas dit niet gunstig te beïnvloeden.