Het Openbaar Ministerie van Aruba spreekt van een ‘onthutsend beeld’ in de strafzaak-Ibis met een ex-minister in de hoofdrol. Nu is het in het Arubaanse rechtssysteem en binnen het Koninkrijk terecht zo dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen. Dat geldt ook voor Paul Croes (42), voormalig AVP-minister met Sociale Zaken, Jeugd en Arbeid in zijn portefeuille. Toch moet nu reeds gezegd worden dat het uitvoerige relaas van de officier van justitie - het requisitoir van 171 pagina’s - inderdaad een onthutsend beeld schetst van de handel en wandel van Croes toen hij een veelbelovende, jonge en academisch gevormde bewindsman was in het tweede kabinet van premier Mike Eman. Hoe hij vergunningen en ontheffingen weggaf/verkocht in ruil voor kratten bier, whisky, blikken tonijn en cash natuurlijk. Er zou, als het OM gelijk heeft, een levendig handeltje zijn opgezet. De officier spreekt zelfs van een ‘ontheffingenfabriek’. Croes en zijn echtgenote zouden ruim 538.000 florin meer hebben dan uit gewone verdiensten verklaarbaar is. Het beeld dat verder opdoemt is dat Croes blijkbaar helemaal niet bezig was om 24/7 te doen wat hij moest doen als politiek bestuurder - het land regeren - maar de tijd had en nam om nota bene in zijn door de belastingbetaler bekostigde dienstauto met chauffeur regelmatig op een parkeerterrein van een supermarkt te wachten totdat de ‘handelswaar’ werd geleverd en ingeladen.
Dit doet de gedachten teruggaan naar augustus 2017 toen Croes werd aangehouden. Pas twee volle dagen na de arrestatie kwam premier Eman met een verklaring. Hij noemde de kwestie ‘pijnlijk’ en zei dat sinds Croes verdachte was geworden in het onderzoek met codenaam Ibis - dat was hij overigens al vanaf maart dat jaar - de regering ‘een heel duidelijke positie’ had ingenomen: Croes moest zijn portefeuilles afstaan, maar bleef wel doorbetaald minister. Aruba, zo verdedigde Eman zich, kent geen wetgeving die gaat over wat te doen wanneer een bewindspersoon wordt verdacht van een strafbaar feit of wordt vervolgd. Dat kan wel zo zijn, maar wet of niet, zoals deze krant destijds in een redactioneel commentaar opinieerde: ,,Elk zichzelf respecterend en beschaafd noemend autonoom democratisch land beseft dat zo’n bestuurder niet langer kan worden gehandhaafd en onmiddellijk zijn ontslag dient te nemen - en bij weigering moet worden afgezet.”
Daar komt bij dat de toenmalige minister-president wist of kon weten dat het niet pluis zat met zijn minister van Arbeid. Er waren de mediaberichten al begin 2015. En de toenmalige secretaris van de ministerraad en vertrouweling van Eman had in augustus 2015 waarschuwende gesprekken gevoerd met Croes waarin zij haar zorgen heeft geuit. De regeringsleider had veel kordater moeten optreden en de vlotte in Amsterdam afgestudeerde politicoloog keihard moeten confronteren met de dan bekende feiten en Croes erop wijzen de eer aan zichzelf te houden. Niet alleen verloor Eman mede door deze voort-etterende kwestie de Statenverkiezingen, maar belangrijker: het Land Aruba is in diskrediet gebracht en ook zijn de belangen van burgers verkwanseld, volgens het OM, op een manier waarmee de minister zijn zakken kon vullen.
Omkoping en ambtelijke corruptie lijken een groot maatschappelijk probleem op Aruba. De voorlopige uitkomsten van een onderzoek van de Arubaanse Centrale Bank (CBA) spreken boekdelen: ruim 70 procent van de inwoners is van mening dat corruptie hoogtij viert op het eiland. Bijna evenveel is het eens met de stelling dat corruptie is doorgedrongen tot in de Arubaanse overheidsinstellingen. Buitengewoon zorgwekkend. Nog erger is het dat meer dan de helft van de geïnterviewden van mening is ‘dat het huidige parlementaire stelsel ertoe bijdraagt dat er corruptie bestaat’. Het politieke systeem van Aruba is een gegeven, structureel dus, dat maar moeilijk snel kan worden gewijzigd. Het gaat echter zoals zo vaak niet primair om het systeem, maar om de mensen die aan het roer staan. Dat geldt ook voor het bedrijfsleven, waarin het kennelijk steeds meer als normaal wordt gezien om tegenprestaties te leveren voor zaken die een overheid feitelijk zakelijk en onpartijdig geregeld dient te hebben. Volgens de CBA-peiling ziet 60 procent corruptie ‘als onderdeel van de cultuur van zakendoen’ op het eiland.
Zowel degenen die zich laten omkopen als de omkopers maken zich er schuldig aan om deze verwerpelijke cultuur in stand te houden. Omkoping - bij omkoping is sprake van een ruilrelatie tussen twee partijen, omkoper en omgekochte ambtenaar, die beiden belang hebben bij deze transactie en het verhullen daarvan - lijkt op Aruba gemeengoed. Het onderzoek van de Centrale Bank meldt dat voorkeursbehandeling en corruptie door 70 procent wordt gezien als ‘verstoring van de zakelijke concurrentieverhoudingen’. In de zaak Ibis is volgens justitie sprake van een grote groep actieve omkopers. ,,Door smeergeld te betalen aan een minister houd je een corrupt systeem in stand”, aldus de officier van justitie, die terecht spreekt van een ‘maatschappij-ontwrichtend’ systeem. Het ondermijnt het publieke vertrouwen in het objectief en zakelijk functioneren van de overheid. En dat is fnuikend voor een op zichzelf al kwetsbaar land. Corruptie moet daarom zo veel mogelijk bij de wortel aangepakt en uitgeroeid worden. Door vervolging en berechting met behulp van het OM, maar vooral ook door een algehele cultuuromslag. Dat begint bij de politieke en andere maatschappelijke leiders van elke samenleving. Slaagt Aruba daar niet in, is het uiteindelijk de bevolking - de kleine man - die de (hoge) prijs betaalt.