Sleepbotenbedrijf KTK (Kompania di Tou Kòrsou) is in zwaar weer beland. Alleen een overbruggingskrediet kan de onderneming, die grotendeels afhankelijk is van de activiteiten in de eigen Curaçaose havens, soelaas bieden om het hoofd ook na de jaarwisseling 2018/2019 financieel boven water te houden. Deels overkomt Curaçao dit door de ‘externe schok’ als gevolg van de noodsituatie in buurland Venezuela, maar voor een deel was de grote afhankelijkheid van KTK van Venezolaanse tankers te voorkomen geweest. Onverantwoorde politici verspeelden echter in 2010/2011 fortuinlijke kansen van KTK in het Panamakanaal.
Dat Curaçao economisch zware tijden doormaakt weten de meeste mensen nu wel. Dat dit voor een groot deel komt door de malaise in buurland Venezuela - door de Centrale Bank CBCS terecht gekwalificeerd als een ‘externe schok’, zoals ook de orkaan Irma voor Sint Maarten een ‘externe schok’ was - is evenzo bekend. Talloze bedrijfstakken op Curaçao zijn direct afhankelijk van het nabijgelegen Venezuela, zoals het toerisme, de handel en vrije zone, alsook de financiële dienstverlening. Maar bovenal gaat het natuurlijk om de exploitatie van de raffinaderij en de olieterminal door de Venezolaanse staatsmaatschappij PdVSA.
Hoewel deze week sinds tijden weer enkele Liberiaanse tankers aanmeerden in Bullenbaai, is het verder al maanden angstvallig stil in de havens; in het bijzonder de Sint Annabaai en het Schottegat. De steigers van de Isla-raffinaderij zijn al tijden onbezet. Iedereen lijkt de adem in te houden en af te wachten, maar de gevolgen konden natuurlijk niet uitblijven.
Deze krant berichtte maandag dat er bij KTK een ‘kritieke situatie’ heerst. Intussen is dit in een officieel persbericht ‘KTK na krusada’ (KTK op een kruispunt) bevestigd. De sleepboten en vooral het personeel van deze sleepbotenmaatschappij moeten vrijwel werkloos toekijken. Ze hebben nog wel hun baan, maar er is simpelweg nauwelijks werk nu de (Venezolaanse) tankers massaal wegblijven. Tijdens een vergadering met het personeel heeft de directie aangegeven dat het bedrijf voortkabbelt op reserves en dat die nog maar net genoeg zijn tot het einde van dit jaar.
KTK is een dochteronderneming van havenbedrijf Curaçao Ports Authority (CPA), dat eerder vroeg dan laat óók te kampen krijgt met de impact van de terugval bij KTK alsmede hetzelfde bij loodsenbedrijf Curaçao Pilot’s Organization (CPO), een andere dochter van CPA. Zo is elke onderneming vaak afhankelijk van de ander en heeft de neergang van de één gevolgen voor anderen; het zogenoemde domino-effect. Een kleine economie als die van Curaçao kan dan al snel in een negatieve vicieuze spiraal belanden.
Geschat wordt dat Venezuela alles bij elkaar - direct en indirect - al snel goed is (beter: was) voor 20 procent van alle business op het eiland. Zelfs als dit maar de helft daarvan is, dan nóg is het wegvallen ervan een ramp voor élke economie. Inderdaad een ‘externe schok’, waar het eiland zelf eigenlijk maar weinig vat op heeft, maar met vergaande consequenties.
Het devies is daarom al heel lang om minder afhankelijk te zijn en meer te diversifiëren. Het is van het allergrootste belang dat op zo kort mogelijke termijn een derde partij instapt om (PdVSA te helpen) Isla weer aan de praat te krijgen en daarmee duizenden banen en de sociale rust te behouden. Onmiddellijk gevolgd door een langetermijnvisie en -partner om daarmee ook de komende jaren zorg te dragen voor (behoud van) welzijn en welvaart, inclusief - en ook dát is een vereiste - schone lucht voor de bewoners ten westen van de raffinaderij.
Zo’n slimme aanpak van minder afhankelijkheid en meer diversificatie houdt echter eveneens in dat Curaçao over de grenzen kijkt naar waar zich kansen voordoen. Met vooruitziende blik dééd KTK dit tot 2010, namelijk met de opzet van KTK Panama mede in verband met de sterk toegenomen bedrijvigheid door de uitbreiding van het kanaal; totdat hier in 2011 bruut een streep door werd gezet. Door toenmalig MFK-minister Nasser El Hakim (van Economische Ontwikkeling nota bene) van de partij van Gerrit Schotte en nadrukkelijk óók door CPA-president-commissaris Amparo dos Santos destijds, tegenwoordig leider van oppositiepartij Kòrsou di nos Tur (KdNT). KTK moest en zou van hen alleen nog in de eigen thuishaven actief zijn en zo geschiedde. Met alle gevolgen van dien.
Als KTK Panama nu nog operationeel was en de alom begeerde waardevolle concessie niet voor een habbekrats (op non-transparante wijze) zou zijn weggedaan, dan had het KTK-personeel vandaag de dag nog uitzicht gehad op ten minste bedrijfsinkomsten uit het bruisende Panama en wie weet zelfs een tijdelijke job in het wereldberoemde kanaal. Echter, door kortzichtigheid en dom opportunisme hebben deze onverantwoordelijke politici Curaçaose werknemers belangrijke kansen ontnomen. Zulke politieke leiders kan Curaçao missen als kiespijn.