Geen of nauwelijks groei van de economie in de afgelopen tien jaar. Sterker nog, als de omvang van de economie wordt omgeslagen over de - wel iets toegenomen - bevolking, dan is per hoofd sprake van een terugval van 10 procent.
Tot deze toch wel schokkende conclusie komt de Centrale Bank CBCS in verband met de publicatie afgelopen week van het jongste kwartaalbericht. In het derde kwartaal van 2017 was sprake van een reële economische groei van -1,4 procent.
Het is al enkele jaren kwakkelen met de economische bedrijvigheid van Curaçao. Mede door de malaise in buurland Venezuela, waar Curaçao toch veel afhankelijker van blijkt dan verwacht, zitten diverse sectoren in de min: de industrie vanwege de door PdVSA geëxploiteerde Isla-raffinaderij, de logistiek (zee- en luchtverkeer), de vrije zone en ook het toerisme.
Maar ook los van Venezuela willen veel traditionele bedrijfstakken maar niet uit de verf komen, gaat het opstarten van nieuwe projecten moeizaam en - vooral - ontbreekt het veelal aan (zelf)vertrouwen.
Bij dit alles komt de top van de Centrale Bank CBCS met een even opmerkelijke als fundamentele stelling: ,,Een belangrijke les die getrokken kan worden, is dat alléén begrotingsdiscipline en de strikte naleving van begrotingsnormen niet zullen leiden tot groei.” Zonder nadere toelichting in het persbericht van de Centrale Bank. Hoewel zo’n onderbouwing wel verwacht mag worden van een voornaam instituut als de CBCS, kan een goed verstaander begrijpen wat wordt bedoeld: altijd maar zorgen voor een sluitende landsbegroting en altijd maar knijpen, wat bij de eeuwige tegenvallers veelal gepaard gaat met extra bezuinigingsmaatregelen en verder snijden in overheidsuitgaven, bevordert de groei van de economie niet.
Dat is een interessante discussie, die overal ter wereld wordt gevoerd. Ook in ‘rijke’ landen als in de Verenigde Staten en in de Europese Unie. En de afgelopen jaren ook dichtbij huis op Aruba, waar de twee kabinetten van premier Mike Eman (AVP) geloofden de grote schokken op te (kunnen) vangen met grootschalige overheidsinvesteringen en -bestedingen. Dit hield de Arubaanse economie inderdaad een tijdje op de been, maar tegen een erg hoge prijs: een staatsschuld per ultimo 2017 van 4.195 miljoen (4,2 miljard) florin ofwel 86 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Curaçao zit nog niet op de helft daarvan - vooral nog als gevolg van de schuldsanering door Nederland in 2010 - maar met een economie die maar niet echt vooruit wil.
Minister Steven Martina (MAN) van Economische Ontwikkeling lanceerde vorige maand het Economic Recovery Plan van één miljard aan investeringen, waarbij volgens hem in verband met de vereiste inhaalslag de schuld van Curaçao op gecontroleerde wijze mag stijgen tot zo’n 55 procent bbp.
Sommigen, die de tijd van de onhoudbare overheidsfinanciën van vóór 2010 nog herinneren, zullen hiervan huiveren. Anderzijds moet er wel wat gebeuren. Dit kan alleen in harmonie en samenspel van overheid en bedrijfsleven (werkgevers én werknemers) en vergt een welgemeende vereende aanpak, gebaseerd op (zelf)vertrouwen.
De boodschap - of ‘les’, zoals de CBCS wil meegeven - is dat zich enkel blindstaren op evenwichtige begrotingen leidt tot kaalslag en weinig beleidsruimte van de overheid. En dus óók niet om te investeren in onderwijs en vorming; de toekomst. Dat is een heilloze weg.
Om de begrotingsnormen eventueel te verruimen, is echter allereerst onderling vertrouwen en vervolgens overtuiging - van de rijksministerraad - nodig dat de geplande investeringen, en daarmee tijdelijke schuldopbouw, niet consumptief (dus slechts eenmalig) maar productief van aard zijn (en daarmee zichzelf terugverdienen).
Echter, niets komt voor niets. In verband met de al jaren door dezelfde Centrale Bank bepleite, maar nog altijd niet doorgevoerde, vereiste hervormingen, zullen sommige heilige huisjes moeten sneuvelen of worden aangepast, zowel aan de kant van de overheid (moet minder bureaucratisch en veel slagvaardiger) als het kapitaal (moet veel goedkoper en eenvoudiger) en de factor arbeid (moet flexibeler en dus aanpassing/afschaffing van de ontslagwet).
Er dient een omslag in denken en doen te komen. De nadruk zal moeten liggen op samenwerking tussen overheid, werkgevers en werknemers, alsmede op - voor de armsten: betaalbaar of zelfs gratis - scholing en op preventie gerichte gezondheidszorg. Zonder natuurlijke hulpbronnen moeten de mensen, ‘human capital’, noodzakelijkerwijs centraal staan.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) en continue trainingen gericht op nieuwe (economische) sectoren moeten de volle aandacht van de overheid en de particuliere sector krijgen. De ‘oude’ economie werkt niet meer en de ‘witte’ economie, waaronder de internationale financiële dienstverlening, is een te magere basis voor groei.
Curaçao moet nu de transitie maken naar een ‘blauwe’ en ‘groene’ economie. Die kleuren staan voor alternatieve energie en duurzaamheid. Dat is de toekomst. Het woord is aan ‘us, ourselves and we’.