Verstopt tussen de bekende populistische prietpraat om de Koninkrijksbanden door te snijden, kwam de PVV dinsdag tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van de begroting voor Koninkrijksrelaties en het BES-fonds met een verrassend serieus en constructief voorstel. Machiel de Graaf, een van de knechten van Geert Wilders, gaf de kersverse staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties, Raymond Knops, het advies om gezaghebber Edison Rijn van Bonaire meer bevoegdheid te geven. Versterking van diens positie zou, zo redeneert de PVV, helpen het eiland een sprong voorwaarts te laten maken en daardoor minder afhankelijk van Den Haag te maken. De Graaf noemde een actueel voorbeeld van een dossier, waarop al sinds 10-10-‘10 nauwelijks vooruitgang is geboekt, dat de gezaghebber wel in beweging zou kunnen krijgen als hij daarvoor de bestuurlijke ruimte zou krijgen: het oplappen van het in een hopeloze staat verkerende wegennet.Gezaghebber Rijna
Het zou zonde zijn de oproep van de PVV te verwerpen omdat deze afkomstig is van een partij die er, zeker ook ten opzichte van de Caribische delen van het Koninkrijk, verwerpelijke ideeën op nahoudt. Want er valt, kijkend naar de effectiviteit van de vele Bestuurscolleges die Bonaire sinds 2010 heeft versleten, veel voor te zeggen eens scherp te kijken naar de rolverdeling tussen de gezaghebber en de elkaar in hoog tempo aflossende gedeputeerden. Dat er buiten het onderwijs en de gezondheidszorg de afgelopen jaren zo bitter weinig - veelal urgente - projecten van de grond zijn gekomen, ligt uiteraard niet uitsluitend aan al die bestuurswisselingen. We hebben onlangs afscheid genomen van het kabinet-Rutte II - met een helaas buitengewone zwakke minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - dat, als het om Caribisch Nederland ging, zijn ambities goed verborgen heeft weten te houden. Maar de aanhoudende stoelendans van gedeputeerden is zeker in belangrijke mate mede debet aan het achterblijven van de infrastructuur, sociale woningbouw, economische ontwikkeling etc., etc. Want - en daar had oud-minister Ronald Plasterk gelijk in - voor een vruchtbare samenwerking is wederzijds vertrouwen noodzakelijk. Dat lukt niet met gedeputeerden die gaan en komen. Ze zijn nooit verder gekomen dan een eerste kennismaking. De consequentie is dat Bonaire veel minder bij de ministeries gedaan heeft gekregen dan er in het vat zat.
De Rijksvertegenwoordiger, die door onverbeterlijke optimisten gezien wordt als een 'verloopstekker' tussen Kralendijk en Den Haag, heeft het gebrek aan continuïteit niet kunnen compenseren. Vanuit Bonaireaans perspectief is en blijft hij een hoofse afgezant van het ministerie van BZK. Daarom is de naam van het beestje zo raak gekozen. Van de Rijksvertegenwoordiger als bruggenhoofd mag sowieso niet veel worden verwacht. Hem ontbreekt simpelweg het gezag en aanzien om deuren van ministeries geopend te krijgen. Zie het deze week verschenen verslag van RV Gilbert Isabella waarin hij zijn beklag doet over - ondanks gewichtige rapporten dat het anders moet - langs elkaar heenwerkende departementen. Van zijn opvolger - tenzij in het onwaarschijnlijke geval er een iemand van kaliber wordt benoemd - mag niet beter worden verwacht.
Nee, de enige constante factor in het openbaar bestuur van Bonaire is de gezaghebber, Edison Rijna. Zijn neutrale positie - die zich goed laat vergelijken met die van burgemeester - boven de partijen en slechts toeschouwer bij politieke spelletjes leent zich er bij uitstek voor om ingezet te worden als 'oliemannetje'. Daar zou het Rijk, maar nog meer het Bestuurscollege in welke samenstelling dan ook baat bij hebben. Geef hem het mandaat om voor Bonaire prangende kwesties op de Haagse agenda te zetten, te lobbyen (zoals ook burgmeesters doen) bij ministeries en Kamerleden voor de goede zaak en besluitvorming voor te bereiden, waarna de op dat moment verantwoordelijke gedeputeerde (wie maakt dan niet meer uit) langskomt om ten overstaan van de media zijn handtekening te zetten. Dan hoeven de gekozen BC-leden niet te vrezen dat hun voorzitter met de eer strijkt want die werkt - zoals het oliemannetjes betaamt - in de machinekamer. Bovendien: bescheiden van aard als Rijna is, gunt hij anderen hun successen.
Het momentum om de rollen zo te verdelen, is er met het aantreden van Rutte III, waarin CDA, D66 en ChristenUnie staan voor een veel constructievere samenwerking met de eilanden dan het vorige VVD/PvdA-kabinet. In dat licht is het mooi meegenomen dat Rijna de eerste Caribische bestuurder was met wie staatssecretaris Knops heeft kennisgemaakt. Dat hij - in tegenstelling tot gedeputeerden - toegang heeft tot het Torentje van de premier is ook mooi meegenomen.
De gedachte van de PVV is daarom zo gek nog niet. De staatssecretaris doet er goed aan het idee te omarmen en de gezaghebber te faciliteren bij het verder uitbouwen van zijn netwerk in Den Haag en andere relevante instituties. De belangrijkste voorwaarde moet echter lokaal worden ingevuld en dat is de erkenning van de politiek dat besturen teamwerk is. Dat niet de scoringsdrift van een gedeputeerde of partij leidend moet zijn, maar het belang van de bevolking. Dus is de boodschap: breng de gezaghebber in stelling, dat is goed voor Bonaire.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.