Op Bonaire is - vooral tussen politici - gekrakeel ontstaan over het besluit van de Eerste Kamer in te stemmen met het verankeren van de staatkundige positie van het eiland in de grondwet. De boosheid richt zich op het artikel dat het voor het Rijk mogelijk maakt Caribisch Nederland anders te behandelen dan Europees Nederland. Dat riekt naar discriminatie, maar dat is het allerminst. Sterker nog, de Bonairianen doen er goed aan zich niet te laten opzwepen door politieke rivalen met bergen boter op hun hoofd die de betekenis van de grondwetswijziging bewust verkeerd uitleggen. Beter is het naar de feiten te kijken.
In 2004, na een halve eeuw verwaarlozing door de centrale regering in Willemstad heeft een ruime meerderheid van de bevolking gekozen voor een directe band met het land Nederland. In de aanloop naar 10-10-‘10 heeft het toenmalige UPB-Bestuurscollege met de Nederlandse regering afgesproken dat Bonaire net als Sint Eustatius en Saba 'openbaar lichaam' zouden worden. Daarmee werd duidelijk gemaakt dat de eilanden geen gewone gemeenten zouden worden. Dat onderscheid was nodig vanwege de belabberde staat waarin de eilanden verkeerden: de kwaliteit van het onderwijs was - inclusief de schoolgebouwen - rampzalig, de gezondheidszorg was op sterven na dood, het politiekorps en de brandweer kampten met een groot tekort aan materieel en de infrastructuur was om te huilen. Juist die ten hemel schreiende achterstand was reden om Bonaire, Statia en Saba een aparte positie binnen het Nederlandse staatsbestel toe te kennen en het zo staatsrechtelijk mogelijk te maken ze anders te behandelen. Is dat discriminatie? Nee, want dit principe is niet in strijd met het belangrijkste artikel 1 in de grondwet: ,,Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” De crux zit hem in het zinsdeel dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden. Die stelling laat zich ook omkeren: ongelijke gevallen worden ongelijk behandeld. Een voorbeeld: iemand die een betaalde baan heeft, komt niet in aanmerking voor onderstand. Toch voelt hij zich niet gediscrimineerd als de naast hem wonende alleenstaande moeder onderstand krijgt.
Dat de drie openbare lichamen in heel veel opzichten niet te vergelijken zijn met doorsnee gemeenten in Europees Nederland is evident. Stel dat tien jaar geleden zou zijn afgesproken dat ze niettemin gelijk zouden worden behandeld. Dan zouden werkzoekenden in Caribisch Nederland nu recht hebben op een werkloosheidsuitkering die tientallen procenten boven het loon ligt dat lokale werkgevers hun personeel kunnen aanbieden. Dat zou niet alleen de economie hebben ontwricht, maar ook de maatschappij: de 'makamba's' zouden tussen de massa's uitkeringsimmigranten uit Jamaica, Haïti en Curaçao niet meer zijn opgevallen.
Naast de UPB zag ook de PDB dat in. De rode partij verzette zich, toen zij in 2009/2010 aan het bewind was, er niet tegen dat in het Statuut van het Koninkrijk zou worden vastgelegd dat het maken van onderscheid mogelijk moest zijn. Ook ging men akkoord met het na de eerste evaluatie in 2015 overhevelen van de uitzonderingspositie van het Statuut naar de Grondwet. Het besluit dat de Eerste Kamer vorige week nam, is niets meer of minder dan het nakomen van deze met de vorige Bestuurscolleges gemaakte afspraken. Je kunt zelfs stellen dat de Senaat buitengewoon zorgvuldig heeft gehandeld door de besluitvorming uit te stellen tot na de evaluatie en gelijktijdig af te dwingen dat Caribische Nederlanders stemrecht krijgen voor de Eerste Kamer.
De kortstondig regerende PDB/UPB-coalitie heeft vorig jaar voor de bühne een beetje gemord, maar als zij daadwerkelijk een vuist had willen maken tegen de grondwetswijziging had ze het eigen referendum wel serieuzer genomen door de burgers de enig echte vraag die ertoe doet voor te leggen: ‘Bent u voor of tegen onafhankelijkheid?’ Dat durfde men niet aan, al was het maar omdat het antwoord voorspelbaar is. Want wie wil zijn Nederlandse paspoort inleveren of terug naar de tijd dat Willemstad de dienst uitmaakt, maar geen cent investeerde in wat dan ook? Bonaire zal zich moeten neerleggen bij de grondwetswijziging die overigens pas van kracht wordt als volgend jaar beide Kamers in tweede lezing er met minimaal een twee derde meerderheid hun zegen aan geven.
Is er reden om in opstand te komen? Integendeel. De politici die zich nu zo opwinden over vermeende rekolonisatie, zouden wat meer zelfvertrouwen moeten tonen. Aan het maken van onderscheid zitten namelijk twee kanten: je kunt benadeeld worden, maar evengoed bevoordeeld. Dat laatste is sinds 2010 op een aantal terreinen gebeurd. Het Rijk heeft in het onderwijs, de gezondheidszorg en de veiligheid bovenop de gebruikelijke financiering tientallen miljoenen extra geïnvesteerd. Dat kon dankzij het principe dat ongelijke gevallen niet gelijk behandeld hoeven te worden. Een beter bewijs dat de bijzondere status van de eilanden juist in het eigen voordeel kan werken, is er niet. Helaas is dat niet op alle gebieden het geval: zaken als armoede, sociale woningbouw, infrastructuur en economische ontwikkeling zijn de afgelopen jaren vanuit Den Haag veronachtzaamd. Een falend ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en een Tweede Kamer die niet durft door te bijten, hebben de verantwoordelijke ministeries niet kunnen overtuigen zich meer in te spannen om de achterstanden weg te werken.
Dat sommige politici de grondwetskwestie aangrijpen om hun eigen besmeurde straatje schoon te vegen helpt niet deze praktijk te veranderen. In plaats van elkaar te bevechten zouden zij er verstandig aan doen de krachten te verenigen om het kabinet en de parlementen met een beroep op het gewraakte grondwetsartikel het eiland vooral ongelijk te behandelen, namelijk door extra geld uit te trekken voor het aanpakken van achterstallig sociaal-maatschappelijk onderhoud.
Dat van de grondwetswijziging een politiek nummer wordt gemaakt, valt ook BZK aan te rekenen. Het wil maar niet tot het ministerie doordringen wat er leeft op de eilanden. Anders had het wel een actieve en heldere voorlichtingscampagne opgezet om de burgers goed te informeren over het wat en waarom van de grondwetswijziging. Dan was het iedereen duidelijk geweest dat de Bonairianen honderd procent zelfbeschikkingsrecht hebben want daar doet welk grondwetsartikel niets aan af. Wordt daar niet voor gekozen, dan zal er met Den Haag moeten worden gedeald. Dus is het devies: niet langer zeuren over staatkundige structuren want daarmee vul je geen magen, maar met vereende krachten werken aan een beter bestaan voor de burgers.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.