De afgelopen bijna twee jaar was er tussen politiek Den Haag en het bestuurskantoor in Oranjestad veel gedoe over de Arubaanse overheidsfinanciën. Minister-president Mike Eman (AVP) ging medio 2014 zelfs in hongerstaking om uiting te geven aan de boosheid onder de Arubanen over de als voortijdig en onnodig ervaren bemoeienis uit het ‘moederland’. Deze week werd door een via deze krant uitgelekte brief van voorzitter Age Bakker van het College Aruba financieel toezicht (CAft) helder dat politiek Den Haag de zorgen over Aruba heeft overdreven en het kabinet-Eman wellicht ten onrechte verwijten heeft gemaakt de financiële situatie niet serieus te nemen. Aruba heeft niet naar de Haagse pijpen willen dansen en vastgehouden aan de eigen koers.
Feit is dat de wereldwijde crisis ook Aruba hard heeft geraakt. De klap kwam zelfs dubbel zo hard aan doordat ook nog eens de pas daarvoor heropende raffinaderij te San Nicolas de poorten weer sloot. De Arubaanse regering koos ervoor, in lijn met de visie van Nobelprijswinnaar en econoom Paul Krugman, de gevolgen van de crisis te bestrijden door eerst in te zetten op het herstel van de economie om zo voldoende draagkracht te creëren voor een daaropvolgende hervorming van het socialezekerheidsstelsel. De consequentie van die welbewuste keuze was dat voor het afbouwen van het begrotings- en financieringstekort meer tijd is genomen en de overheidsschuld dus nog enkele jaren - tot en met 2017 - oploopt. Vanaf 2018 is er sprake van een structureel overschot. Althans, dat is de doelstelling, om dit ook daadwerkelijke te realiseren zijn nog additionele structurele maatregelen nodig.
De Nederlandse regering heeft een andere weg gekozen om uit de crisis te geraken: door de bijl te zetten in sociaal-maatschappelijke voorzieningen en het doorvoeren van lastenverzwaringen heeft zij het begrotingstekort snel onder de Europese 3-procentsnorm willen brengen. De keerzijde daarvan is een hausse aan bedrijfssluitingen, een hardnekkige werkeloosheid en de meest kwetsbare groepen komen in de knel te zitten. Op Aruba is de koopkracht niet noemenswaardig aangetast, de economie is sneller hersteld dan in Nederland en de werkloosheid vormt geen groot probleem. En uit de recente brief van het CAft blijkt bovendien dat het tekort - mede dankzij incidentele meevallers - in een hoger tempo daalt dan verwacht. Den Haag weigert echter zijn hoed daarvoor af te nemen.
Nederland leunt tevreden achterover: de begroting van Curaçao is mede met behulp van de adviezen van het College financieel toezicht (Cft) - het Cft legt geen bezuinigingen op en doet geen beleidsuitspraken, maar toetst alleen aan de norm - alweer enkele jaren sluitend en Sint Maarten lijkt het gat dit jaar te dichten. Dat zijn op zichzelf prestaties van formaat, maar de prijs die de bevolkingen betalen hakt erin. De sterke focus op het realiseren van begrotingsevenwicht heeft immers een forse impact op de economische ontwikkeling van de jonge landen wat zich vertaalt in aanhoudende werkloosheid, armoede, criminaliteit en lange tijd pessimisme over de toekomst.
In 2015 heeft het kabinet-Rutte met het achteraf door de Raad van State onrechtmatig verklaarde dwangmiddel ‘aanwijzing’ ook Aruba weten te onderwerpen aan begrotingstoezicht. Motivering daarvoor: de overheidsfinanciën zijn niet houdbaar en in het geval dat Aruba niet meer aan zijn (internationale) betalingsverplichtingen zou kunnen voldoen, zullen schuldeisers wellicht in Den Haag aankloppen. Een niet bewezen veronderstelling, want ook de hotelgaranties in de jaren 90 waarvoor de Rijksministerraad eerder goedkeuring werd gegeven leidde niet tot aanvullende financiële verantwoordelijkheid van Nederland. Het is echter het Tweede Kamerlid André Bosman (VVD) die zich ook ten aanzien van Curaçao en Sint Maarten heeft gespecialiseerd in het uitventen van het angstbeeld dat de Nederlandse belastingbetaler voor de Arubaanse rekening zou moeten opdraaien. Hij vindt het kabinet van zijn partijgenoot Mark Rutte en minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties regelmatig aan zijn zijde.
Nederland kan overigens wel wat doen om de risico’s van een eventueel Arubaans bankroet te elimineren. Als Nederland de Arubaanse overheidsschuld herfinanciert, verdwijnt het begrotingstekort als sneeuw voor de zon. Tenminste, het scheelt een slok op een borrel. Maar er is méér voor nodig. Als Aruba bij Nederland kan gaan lenen, nemen de rentelasten af, maar dat wil nog niet zeggen dat automatisch dan ook het tekort afneemt: dat is alleen het geval als de bespaarde rente wordt ingezet voor extra aflossingen.
Aruba heeft ruim 4 miljard florin aan leningen uitstaan, waarvan de helft op de internationale kapitaalmarkt. Daarover wordt zo’n 5 tot 7 procent rente betaald, jaarlijks zo’n 240 miljoen gulden. Met andere woorden: van elke geïnde belastinggulden is het land ongeveer 20 cent kwijt aan commerciële financiële instellingen. Als er goedkoop tegen circa 2 procent via Nederland wordt geleend, kan dat Aruba op den duur op jaarbasis een voordeel opleveren van circa 160 miljoen. Dat bedrag is voldoende om het tekort te doen omslaan in een surplus. Aruba moet zich in dit scenario overigens niet meteen rijk rekenen; goedkoper herfinancieren, bijvoorbeeld bij Nederland, kan alleen bij de leningen die nu ‘aflopen’ - met andere woorden als de looptijd eindigt in 2016. Nooit van de totale schuld, want als leningen (met een hoge rente) eerder worden afgelost, is boeterente verschuldigd.
Zo’n deal leidt niet per se tot een extra risico voor Nederland want dat is er - als we politiek Den Haag mogen geloven - nu ook al. Sterker nog, het risico wordt alleen maar kleiner omdat snel kan worden begonnen met het afbouwen van de Arubaanse staatsschuld. Daar bovenop biedt het Aruba meer ruimte om te investeren in verdere economische ontwikkeling, hetgeen de onafhankelijkheid van derden waaronder Nederland ten goede komt. Ook vanuit Nederlands perspectief is dus sprake van een win-winsituatie.
Wat weerhoudt Nederland er dan nog van om Aruba dat duwtje te geven? Het Haagse antwoord: ,,Eerst moet Aruba het begrotingstekort ombuigen in een overschot.” Dit is gebaseerd op het idee van het Balanced Budget Akkoord (begrotingsevenwicht in 2018) dat het kabinet-Eman II in eerste instantie zichzelf had opgelegd en dat later is ‘overgenomen’ door de norm (zelfs iets zwaarder met 0,5 procent overschot in 2018) die in de LAft (Landsverordening Aruba tijdelijk financieel toezicht) is opgenomen. En een landsverordening is eigen regelgeving.
Toch is de weinig coöperatieve Nederlandse houding richting Aruba niet altijd rationeel. Tenzij het diepgewortelde wantrouwen jegens het Caribisch deel van het Koninkrijk hier een rol speelt en Nederland ervan weerhoudt om de Arubaanse regering het rentevoordeel te geven. Er kunnen echter harde afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld dat de uitgespaarde rente uitsluitend mag worden gebruikt voor aflossing en het verminderen dus van de enorme staatsschuld. De aanwezigheid van het CAft biedt Nederland de geruststellende zekerheid dat zo’n afspraak ook zal worden nageleefd.
Het eerder door Den Haag tot 'zorgenkindje' verklaarde Aruba zal zich op eigen kracht, zoals het dat sinds het verwerven van de status aparte dertig jaar geleden altijd heeft gedaan, ook dit keer wel redden. Daarvoor heeft het Nederland niet nodig, maar het zou Den Haag wel sieren als het laat zien dat het Europese deel van het Koninkrijk toch ook nog een warme kant heeft.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.