Curaçao heeft een nieuwe regering. Een die grotendeels bestaat uit dezelfde ministers van dezelfde partijen als voor de bestuurscrisis, maar nu aangevuld met PAR, waardoor er weer een meerderheid in de Staten is die het kabinet steunt. Hoewel de oppositie met MFK voorop natuurlijk liever vervroegde verkiezingen had gezien, is Curaçao gediend met rust en stabiliteit. Voortduring van de demissionaire status van de ministersploeg en een verkiezingscampagne leggen bestuur en besluitvorming lam. En dat is wel het laatste dat het land kan gebruiken. De komende tien maanden tot aan de reguliere stembusronde moeten daarom aangewend worden om alles te doen voor de opleving van de economie en aanpak van sociale noden. De regeringspartijen PS, PAIS, PNP en Sulvaran krijgen hiermee als het ware met steun van PAR een tweede kans om alsnog een geslaagde eindspurt te maken: te zorgen voor een heropleving van het Curaçaose zelfvertrouwen na de veelbelovende autonome status in 2010, maar de valse start die hierop volgde met de eerste regering van het Land Curaçao. Deze bleek veelal gebaseerd op list en bedrog, met medeweten van de toenmalige Nederlandse minister van Koninkrijksrelaties, te beginnen met manipulatie van de screening van bewindslieden. Doordat de overheidsfinanciën dusdanig (opnieuw) waren verwaarloosd, moest noodgedwongen (weer) de hand op de knip; moest de huidige minister Jardim van Financiën bezuinigen en vooral lastenverzwaring doorvoeren. Daardoor kreeg de economie (wederom) geen kans en was er (andermaal) geen ruimte voor de meest zorg- en hulpbehoevenden op het eiland. Toch valt de zittende regering te verwijten dat er nog te weinig vertrouwen is gecreëerd, waardoor bedrijven niet meer zijn gaan investeren en er niet meer werk kwam. Te veel is de focus gericht geweest op het schoon schip maken en te weinig op vernieuwing, creativiteit en expansie. De exit van PAIS-parlementariër Marilyn Moses, die om nog altijd inhoudelijk niet overtuigende redenen haar steun aan partij en coalitie onttrok, waardoor de regeringscrisis werd veroorzaakt, kan daarom wel als een waarschuwingssignaal worden gezien. De bevolking wil geen politiek gestuntel - ministers die zonder uitleg naar huis worden gestuurd en een ander die ondanks zware, onderbouwde kritiek van de ombudsman toch mag aanblijven, zoals Gevolmachtigde minister Wiels (PS), die ook nu nog ‘onder voorwaarden’ blijft zitten. Maar wel een regering die niet alleen rust en stabiliteit uitstraalt, maar ook een ontembare dadendrang toont en concrete prestaties levert op economisch en sociaal gebied.