Geen reden voor ontslag vanwege plichtsverzuim
Van onze correspondent
Kralendijk - Het ontslag van een leidinggevende bij de douane op Bonaire blijft in stand. De reden van ontslag is evenwel niet plichtsverzuim zoals het Gerecht in Ambtenarenzaken van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Gerecht) op 11 december 2023 heeft gevonnist, maar functionele ongeschiktheid. Dit heeft Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (de Raad) dinsdag in hoger beroep bepaald.
Op 7 februari 2022 is de douanebeambte aangehouden en in verzekering gesteld als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar ambtelijke corruptie. Dit onderzoek is onder de naam ‘Ingolstadt’ ingesteld door de Rijksrecherche Caribisch Nederland naar aanleiding van verklaringen van vijf douaniers. In verband met dit onderzoek is de douanier met onmiddellijke ingang geschorst en hem is de toegang tot zijn werkplek ontzegd. Ook is er een intern disciplinair onderzoek gestart. De daaropvolgende strafzaak tegen de man is in juni 2022 geseponeerd omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was gevonden om hem te vervolgen voor ambtelijke corruptie. In september 2022 is er echter opnieuw een disciplinair onderzoek gestart naar mogelijk plichtsverzuim.
Op 11 november 2022 heeft de minister te kennen gegeven dat hij het voornemen had de man eervol te ontslaan. De minister was van mening dat hij niet geschikt of bekwaam is om zijn functie uit te voeren omdat uit het interne onderzoek naar voren is gekomen dat hij niet beschikt over de voor zijn functie vereiste eigenschappen, mentaliteit en instelling. Op 24 februari 2023 heeft de minister zijn voornemen van 11 november 2022 herzien in die zin dat hij aan het voorgenomen ontslag primair plichtsverzuim ten grondslag legt en subsidiair (ten tweede) functionele ongeschiktheid. Op 15 april 2023 is hem primair (in eerste instantie) de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd. Subsidiair heeft de minister appellant ontslagen op grond van functionele ongeschiktheid.
Het Gerecht heeft op 11 december 2024 het bezwaar van douanier tegen het ontslagbesluit ongegrond verklaard. Het Gerecht heeft daarbij allereerst geoordeeld dat de minister de gegevens uit het strafrechtelijk onderzoek heeft mogen gebruiken in het disciplinaire onderzoek dat tot het ontslag heeft geleid. In hoger beroep heeft de man zich op het standpunt gesteld dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim. Hij herhaalt zijn bij het Gerecht ingenomen standpunt dat de tapgesprekken niet aan het ontslagbesluit ten grondslag gelegd hadden mogen worden. Verder betwist hij dat de hem verweten en door het Gerecht besproken gedragingen als plichtsverzuim zijn aan te merken. Volgens hemt ontbreekt het binnen de douane aan richtlijnen, functie- en werkbeschrijvingen en zijn er geen op schrift gestelde afspraken over de wijze waarop hij zijn functie moet invullen.
Deze beroepsgrond slaagt. Anders dan het Gerecht is de Raad namelijk van oordeel dat voor het disciplinaire ontslag geen grond bestaat. Het ontslag blijft wel in stand op grond van functionele ongeschiktheid. ,,Appellant is tegen de afspraken in en zonder overleg containers vrij blijven geven in de weekenden. Hij is een leidinggevende die naar eigen goeddunken handelt zonder zich ervan bewust te zijn dat hij een voorbeeldfunctie heeft en dat integriteit een kernwaarde is van zijn functie bij de douane”, aldus de Raad.