Omwonenden zien zich gesteund door ILT-rapport
Van onze correspondent
Kralendijk - De bewonersorganisatie Asosiashon Pro Lagun heeft afgelopen vrijdag opnieuw haar bezorgdheid geuit over de ernstige gezondheidsrisico’s en de inadequate reacties van afvalbedrijf Selibon. De organisatie presenteerde haar plannen aan bewoners, overheid en de media tijdens een persconferentie.
Tal van omwonenden kwamen aan het woord en zij legden uit op wat voor manier(en) ze overlast ondervinden van de vuilstort. Veel van hen klagen over stankoverlast en ze ervaren problemen met de gezondheid. Ze vinden dat de inwoners van Bonaire eindelijk moeten weten aan welke gevaren ze al jaren zijn blootgesteld en nog steeds blootgesteld worden. Een van de leden van Pro Lagun, Jan Verbeek, vindt dat er sinds een eerder rapport in 2013, waarin al werd gewezen op de gevaren voor de volksgezondheid, weinig is veranderd. Voor hem is de maat inmiddels vol. Hij eist, net als de andere leden van Pro lagun, eindelijk actie. Het is een eis die inmiddels met daadkracht wordt ondersteund door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Pro Lagun stelde in een eerdere brief al drie eisen die binnen een maand gerealiseerd moesten zijn. Ze wilden een volledig milieu- en gezondheidsonderzoek door het RIVM, een plan voor het doven van de ondergrondse branden en tijdelijke relocatie van bewoners in de buurt van de landfill. Pro Lagun wil bij alle besprekingen worden betrokken om de voortgang te bewaken. Verder willen ze binnen 12 maanden een duurzame oplossing voor afvalbeheer, een concreet saneringsplan voor de stortplaats, strikte handhaving van milieuwetgeving en permanente monitoring van de gezondheid van omwonenden.
Gedeputeerde Nina den Heyer liet vrij snel weten dat deze termijnen door de overheid niet gehaald kunnen worden. Dit is in lijn met hoe het met eerdere afspraken is gegaan. Deze zijn volgens Verbeek bijna nooit nagekomen en contact met de overheid verloopt stroef.
Selibon is ‘Lekkerkerk in het kwadraat’
Stan Smeulders heeft nog nooit zoiets gezien, vertelt hij aan Onno Havermans van het dagblad Trouw. Als teamleider bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is Smeulders wel wat gewend, maar de vervuiling bij afvalcentrum en stortplaats Selibon op Bonaire is volgens hem uitzonderlijk. Hij noemt het ‘Lekkerkerk in het kwadraat’.
Hij verwijst met zijn vergelijking naar het gifschandaal uit 1980 in de Krimpenerwaard, waar een nieuwe wijk op zwaar vervuilde grond bleek te zijn gebouwd. Het opruimen van het gif in de bodem kostte vele miljoenen en de afhandeling duurde meer dan 25 jaar.
Iedereen op het eiland weet het al jaren en de vereniging Pro Lagun voert er al enige tijd actie tegen, maar nu wordt het hardop gezegd door de instantie die sinds 1 april verantwoordelijk is, de ILT. ,,Het ongecontroleerd storten gebeurt jarenlang met medeweten van bestuurders. We hebben gesproken met omwonenden die sinds er in mei brand uitbrak elke nacht gaan slapen met traanogen en keelklachten”, zo vertelt Smeulders aan verslaggever Havermans. ,,Wij maken ons grote zorgen.” Omdat de vergunningen van Selibon verre van op orde zijn, toezicht vrijwel ontbreekt en het bestuur nauwelijks optreedt tegen overtredingen, heeft de ILT haar bevindingen doorgestuurd naar de Rijksvertegenwoordiger op de drie eilanden.
Deze spreekt eerst het lokale bestuur aan, maar volgens Smeulders moet ook in Nederland aan een oplossing worden gewerkt. ,, Bonaire is hier niet op toegerust. Ameland en Terschelling zijn ook niet verantwoordelijk voor hun eigen vuilnis.”
Sluiten is volgens Smeulders geen optie. Bonaire heeft maar één vuilstort, dus waar blijft dan het afval? Verbranden kan alleen als het zorgvuldig gebeurt en daar is Selibon niet op toegerust. Maar opruimen moet, vindt de ILT, met grote spoed gebeuren. Smeulders schat dat dat twee tot drie jaar gaat duren. De bijzondere gemeenten kunnen zelf een goede inzameling en scheiding van afval opzetten. Vervolgens zou je volgens Smeulders eigenlijk met meerdere eilanden een organisatie moeten opzetten voor afval dat ze niet zelf kunnen verwerken.