Schade voor het milieu en mens is minimaal

Van onze correspondent
Den Haag - Er is door het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB) direct goed gereageerd toen er maandag 26 maart olie aanspoelde op de stranden en de kust van Bonaire. Ook is er preventief goed gehandeld en de impact op de natuur lijkt minimaal te zijn. Dit schrijft minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) in zijn brief van 7 maart aan de Tweede Kamer.

F15 BONOP Goed gehandeld cmykHarbers gaat in zijn brief chronologisch in op wat er allemaal ondernomen is nadat bekend was geworden dat er een olievlek richting de Benedenwindse eilanden dreef. Op 7 februari is dicht bij het eiland Trinidad & Tobago een gesleept schip met een lading bunkerolie omgeslagen waarbij een olieverontreiniging is ontstaan. Het is volgens Harbers onbekend hoeveel olie er is weggelekt. Het oliespoor heeft zich door stroom en wind in westelijke richting verspreid richting Bonaire. Na de eerste melding van het incident is er volgens hem meteen gereageerd en gehandeld door de crisisorganisatie onder verantwoordelijkheid van het OLB. ,,Om onnodige paniek te vermijden heeft het OLB bewust gewacht met het verstrekken van premature informatie aan inwoners en ondernemers. Actieplannen lagen klaar en zijn stap voor stap gevolgd. Dat heeft bijgedragen aan de vlotte bestrijding en goede samenwerking”, aldus de minister.

Op vrijdag 16 februari is er satellietmonitoring opgestart in samenwerking met de European Maritime Safety Agency (EMSA) om de mogelijke effecten voor Bonaire doorlopend in kaart te brengen. Gedurende twee weken zijn grote olievlekken vanuit Trinidad & Tobago op deze manier gevolgd. Sinds 16 februari is ook het Bestrijdingsteam Caribisch Nederland van Rijkswaterstaat (RWS) actief, dat het OLB ondersteunt met advies, capaciteit en materiaal. Vervolgens zijn er op 22 februari drijvende olieschermen geplaatst om kwetsbare natuurgebieden zoals mangroves aan de oostkust te beschermen, mede omdat olieopruiming op zee vrijwel onmogelijk was gebleken door de heersende zeecondities. Volgens Harbers zijn de olievlekken die gemonitord werden via de satelliet op 24 februari ten noorden van Bonaire gepasseerd richting het noordwesten. ,,Oostelijk van Bonaire is er geen olie waargenomen door luchtpatrouilles van de Kustwacht Caribisch gebied.”

Op 26 februari zijn in de ochtend bij Sorobon (Lac Baai), Lagun en Washikemba de eerste olie en teer aangespoeld. Direct na de aanspoeling is er door het OLB gestart met het opruimen van de olie van de kust en stranden. Er zijn monsters genomen welke in een lab in Nederland zijn geanalyseerd op oorsprong van de olie. Voor de gezondheidsrisico’s voor de mens is advies gevraagd bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). De verwachting van gezondheidsrisico’s is volgens het NVIC, gezien de aard van de olie en de eventuele blootstelling, klein.

De gezaghebber van Bonaire heeft vervolgens een bijstandsverzoek gedaan aan defensie om ondersteuning te leveren bij het opruimen van de aangespoelde olie. Deze ondersteuning is 28 februari gestart in de vorm van circa 20 militairen. ,,Sinds de aanspoelingen op Bonaire is door het OLB en de parkbeheerorganisatie Stichting Natuur Parken (Stinapa) met ondersteuning van RWS en defensie nagenoeg alle olie opgeruimd. De hoeveelheid aangespoelde olie wordt op dit moment geschat op 2 tot 5 kubieke meter.” Gezaghebber Nolly Oleana sprak eerder over 60 kubieke meter. Dit verschil komt doordat er vanuit zee een significante hoeveelheid vervuiling bij de olie terecht was gekomen, zoals sargassum.

Op 28 februari is er door de Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging Water (LCM) aan de crisisorganisatie een rapport opgeleverd over de (mogelijke) ecologische effecten van de olie op Bonaire. Omdat de gelekte bunkerolie 20 dagen onderweg geweest is voordat deze de kust van Bonaire bereikte, was het merendeel van de vluchtige en in wateroplosbare componenten al uit de olie verdwenen. Het overblijfsel is een dikkere, plakkerige, verweerde substantie waarvan de effecten met name van fysieke aard zijn en minder van toxische aard. ,,De verwachting is dat de effecten op de waterkwaliteit en ecologie minimaal zullen zijn en dat ze vooral in het oostelijk deel van Bonaire kunnen optreden waar de olie aan land gekomen is”, aldus Harbers. De verwachting is dat het milieu weer volledig herstelt van de schade door de aanlanding en het opruimen van de olie op de kust.

Er wordt volgens Harbers bezien of er mogelijkheden zijn om de schade te kunnen verhalen. Momenteel ontbreekt het daarvoor nog aan voldoende informatie. Zo is de eigenaar van het schip nog niet achterhaald, mede omdat de sleepboot ‘Solo Creed’ direct na het ontstaan van de lekkage is verdwenen.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.