Iets minder armoede, maar hogere inkomensongelijkheid
Van onze correspondent
Kralendijk - Bonaire, Saba en Sint Eustatius zijn op de goede weg met armoedebestrijding, maar de doelen omtrent het verminderen van ongelijkheid en gendergelijkheid laten een wisselend beeld zien.
De inkomensongelijkheid is op de eilanden hoger dan in Nederland. Dit blijkt uit de Monitor Brede Welvaart (MBW) en Sustainable Development Goals (SDG) die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor Caribisch Nederland (CN) gisteren publiceerde.
In navolging van Nederland meet het CBS in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ook de brede welvaart in CN. Op basis van de ontwikkelingen in de periode 2014 tot en met 2021 wordt nagegaan hoe CN op weg is naar een duurzame samenleving. ,,Het is een ontwikkelproject. In deze eerste editie zijn met name economisch gerelateerde onderwerpen in kaart gebracht. Met iedere editie wordt de monitor uitgebreid en de brede welvaart verder in kaart gebracht. Deze eerste editie kijkt naar zeven van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen”, aldus het CBS in zijn berichtgeving. De monitor is zo opgezet dat andere landen in het Koninkrijk aan kunnen sluiten wanneer ze daar klaar voor zijn.
De trendmatige ontwikkeling van het mediaan besteedbaar inkomen is op Bonaire en Saba stijgend. Op Sint Eustatius is het stabiel. In 2020 zijn de bedragen voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius respectievelijk 17.500 dollar, 21.000 dollar en 18.400 dollar. Omdat zeer hoge inkomens het gemiddelde inkomen omhoog trekken wordt de mediaan van het besteedbaar inkomen gebruikt en niet het gewone gemiddelde. De mediaan is de centrummaat, de waarde midden in een set gegevens. Het percentage van de bevolking dat beneden de armoedegrens leeft, neemt trendmatig af op Bonaire en Saba. In 2020 leefde daar respectievelijk 23 procent en 20 procent van de bevolking onder de armoedegrens. Op Sint Eustatius was dat 28 procent.
In 2020 verdiende de rijkste twintig procent op Bonaire 9,3 keer zoveel als de armste twintig procent. Op Saba was dit 6,5 keer zoveel en op Statia 10,8 keer. Deze zogenoemde 80/20-ratio is stabiel en geeft volgens het CBS geen indicatie dat het verschil in inkomen aan het veranderen is. Ter vergelijking, in Nederland verdiende de bovenste twintig procent 4,4 keer zo veel als de onderste twintig procent. In 2020 beschrijft 70 procent van de vrouwen op de drie eilanden de eigen gezondheid als goed of zeer goed tegenover 75,1 procent, 80,6 procent en 78,4 procent van de mannen. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn daarmee niet meer significant (statistisch gezien niet van betekenis). Dat was in 2016 op Bonaire en Statia nog anders. Toen gaven duidelijk meer mannen dan vrouwen aan hun gezondheid als goed of zeer goed te beschouwen. Ondanks dat het verschil tussen de ervaren gezondheid van mannen en vrouwen op deze eilanden niet meer significant is, is de ervaren gezondheid van vrouwen op Saba in de periode 2014 tot en met 2021 wel gedaald.
De demografische druk geeft inzicht in de verhouding tussen het werkende en het niet-werkende deel van de bevolking. Deze verhouding is van belang voor de brede welvaart op de lange termijn. De grijze druk (verhouding tussen 65-plussers en 20- tot 64-jarigen) was in 2020 op Bonaire en Saba 21 procent en op Statia 24 procent. Ter vergelijking, de grijze druk van Nederland was op dat moment 34 procent. Hoewel flink lager dan in Nederland, is de trend op de drie eilanden stijgend. Een stijgende grijze druk kan brede welvaart op de lange termijn onder druk zetten. De verhouding met de groene druk (verhouding tussen jongeren onder de 20 en 20- tot 64-jarigen) is hierbij volgens het CBS belangrijk. ,,Op Bonaire neemt de groene druk af. Een afnemende groene druk zorgt voor minder werkenden in de toekomst. Ook dit kan de brede welvaart op de langere termijn schaden. Op Sint Eustatius neemt de groene druk juist toe.”