Crediteuren opgeroepen zich te melden bij curator
Kralendijk - Donderdag 18 maart heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba het faillissement uitgesproken van Bonaire Petroleum Corporation nv (Bopec).
Hiermee lijkt na ruim 45 jaar definitief een eind te komen aan de aanwezigheid van het bedrijf op Bonaire. Het gerecht heeft J.A. van Voorthuizen aangesteld als rechter-commissaris en Stan van Liere is benoemd tot curator. Crediteuren worden opgeroepen hun vordering ter verificatie in te dienen bij de curator.
Op 9 maart is aan Bopec voorlopige surseance van betaling verleend met aanstelling van Van Liere als bewindvoerder. Hieraan was een verzoek van de Ontvanger van de Belastingdienst Caribisch Nederland voorafgegaan tot faillietverklaring van Bopec. Op 17 maart heeft de bewindvoerder in een verzoekschrift verzocht om de aan Bopec verleende surseance van betaling in te trekken. Volgens hem is de handhaving van de surseance, gelet op de staat van de boedel, niet langer wenselijk en is er geen uitzicht op betaling van de schuldeisers. ,,Mij is bovendien gebleken dat er onvoldoende liquiditeit is om aan de lopende verplichtingen van Bopec te voldoen”, aldus Van Liere in zijn verzoekschrift. De Ontvanger van de Belastingdienst heeft het gerecht laten weten zich achter het voorstel van de bewindvoerder te scharen. Het bedrijf heeft naast de Belastingdienst en de 76 personeelsleden van Bopec, die nog twee maanden salaris tegoed zijn, nog tal van andere schuldeisers.
Bopec verzet zich tegen de intrekking van de surseance, zo blijkt uit de beschikking van het gerecht. Mr. Saleh voert als advocaat van het bedrijf aan dat een financier binnen enkele dagen 2,5 miljoen dollar zal storten en dat dit bedrag ‘geheel en onvoorwaardelijk ter beschikking van Bopec zal staan’. Hetzelfde argument voerde het bedrijf op 9 maart aan, waarna de rechter besloot een voorlopige surseance van betaling uit te verlenen.
Rechter Mauritsz de Kort stelt in de beschikking vast dat sinds het verlenen van de surseance de schuldenpositie van Bopec niet is verbeterd. ,,De lopende verplichtingen zijn niet voldaan en de schuldenlast is daarmee opgelopen. De laatste omstandigheid brengt al mee dat de surseance niet kan worden gehandhaafd”, zo licht De Kort zijn beslissing toe. Hij is het met de bewindvoerder eens dat er geen zicht is op verbetering of op het beschikbaar komen van liquide middelen. Dat er op korte termijn een bedrag van 2,5 miljoen dollar beschikbaar komt is volgens hem te weinig concreet en onvoldoende verifieerbaar, zeker tegen de achtergrond van het feit dat Bopec vanaf januari de salarissen niet meer uitbetaalt en er dus al maanden sprake is van een ‘urgente en zeer dramatische situatie’. Volgens De Kort staat het uitspreken van een faillissement een oplossing met behulp van geld van derden niet in de weg.