Van onze correspondent
Den Haag - Opnieuw luiden de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman de noodklok over de armoede in Caribisch Nederland. In een nieuw rapport stellen ze de grote verschillen aan de kaak tussen de voorzieningen in Europees Nederland en Caribisch Nederland voor alleenstaande ouders en kinderen.
Het rapport ‘Caribische kinderen van de rekening’ beschrijft de knelpunten waarmee de alleenstaande ouders en hun kinderen te maken krijgen. Het werd gisteren aangeboden aan staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties en regeringscommissaris Alida Francis van Sint Eustatius.
De Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en andere organisaties vragen al langer aandacht voor armoede. En het is nog steeds nodig, zo blijkt opnieuw uit de gesprekken die de ombudsmannen en hun onderzoekers voerden met alleenstaande ouders en kinderen. In eerdere rapporten werd naast de armoede onder kinderen ook de armoede onder ouderen en jongvolwassenen aangekaart.
Maar de overheid reageert te traag, aldus de ombudsmannen, al is het positief dat armoedebestrijding prominenter op de politieke kaart staat en een aantal eerdere aanbevelingen inmiddels zijn opgevolgd, zoals de verhoging van de kinderbijslag en het wettelijk minimumloon. Het blijft een druppel op een gloeiende plaat.
De ambities in het coalitieakkoord, met 30 miljoen euro structureel voor Caribisch Nederland, zijn mooi. ,,Maar vooralsnog leeft een grote groep eilandbewoners - waarvan een groot deel minderjarig - onder de armoedegrens en is het de vraag wat er op de korte termijn verandert.” Een werkloosheidsuitkering en een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontbreken bijvoorbeeld nog steeds.
,,Naast bestaanszekerheid moet meer worden ingezet op arbeidsgelegenheid en scholingsmogelijkheden voor ouders, op het nemen van preventieve maatregelen in het sociale domein e?n op een effectieve aanpak van schulden”, zeggen de ombudsmannen in het rapport. Nog steeds kijkt ‘Den Haag’ te vaak met een Europees Nederlandse bril naar de Caribische armoedeproblematiek.
In het rapport wordt nadrukkelijk de regierol van Van Huffelen onder de aandacht gebracht. De problemen aanpakken door de vele betrokken ministeries en organisaties maakt het extra ingewikkeld en daarom is die regierol essentieel. Ook noemen de rapporteurs ‘intensieve samenwerking’ tussen het Rijk en de openbare lichamen noodzakelijk. Net als in eerdere rapporten wordt het vaststellen van een sociaal minimum ‘op basis van de werkelijke kosten van het levensonderhoud’ belangrijk genoemd.
Met vijf aanbevelingen geven de ombudsmannen een voorzet voor de aanpak van de problemen voor alleenstaande ouders en hun kinderen. Er moet een integrale aanpak komen in de hulpverlening gericht op de kinderen en meer financiële (schuld)hulpverlening voor de ouders. En verder: opvoedondersteuning beschikbaar stellen, gratis kinderopvang en betaalbare cursussen aanbieden zodat (alleenstaande) ouders kunnen doorleren.