Van onze correspondent
Oranjestad - ,,De pers heeft een belangrijke maatschappelijke functie om zaken bloot te leggen en deze kritische informatie met het publiek te delen. In die journalistieke vrijheid wordt objectieve verslaglegging beschermd en is een bepaalde mate van overdrijving of zelfs provocatie toegestaan, zolang de journalistieke zorgvuldigheid in acht wordt genomen.” Dat staat in een beschikking van het Gerecht in eerste aanleg.
De rechter wees woensdag een rectificatieverzoek van minister Endy Croes (MEP) af, met onder andere het argument dat ‘grote ondernemingen, of bekende personen zoals een minister, in het algemeen meer kritisch commentaar op hun handelen moeten dulden dan anderen’. De bewindsman had Tera Headlines Group (onder andere 24ora.com) op 8 mei voor de rechter gedaagd vanwege publicaties over de tijd dat hij werkzaam was bij de stichting Fundacion Lotto pa Deporte (FLPD).
Croes is sinds september 2021 minister van Onderwijs en Sport. In het vonnis van de rechter staat dat in artikelen op 24ora.com is geschreven dat Croes door zijn voormalig werkgever terecht is ontslagen, omdat hij zichzelf en zijn familie zou hebben verrijkt met geld van zijn werkgever. Dit is door drie instanties bevestigd. In het vonnis staat verder dat Croes stelt dat dit niet waar is en een rectificatie eiste. De rechter heeft de vordering van Croes afgewezen, omdat de mededelingen weliswaar juridisch niet helemaal kloppen, maar niet zodanig onjuist zijn dat ze onrechtmatig zijn.
De rechter ziet er twee botsende rechten. Het recht op de vrijheid van meningsuiting van Headlines Group en het recht op bescherming van de reputatie van Croes. Het eerste recht wordt beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het recht op bescherming van de eer en goede naam en reputatie wordt beschermd door de Staatsregeling van Aruba. Het is niet zo dat een van de twee rechten in het algemeen zwaarder weegt dan het andere. De omstandigheden bepalen welk recht in een specifieke situatie zwaarder weegt.
Een citaat uit het vonnis: ,,In dit geval gaat het om uitlatingen van de pers. In het kader van de vrijheid van meningsuiting heeft de pers een bijzondere betekenis. De pers heeft een belangrijke maatschappelijke functie, met name als publieke waakhond die zaken blootlegt en kan bijdragen aan het recht van het publiek om (kritische) informatie te ontvangen. De werkwijze van de pers is de journalistieke vrijheid en dat is een belangrijk uitgangspunt. Dat betekent onder meer dat niet alleen een objectieve en ingetogen wijze van verslaglegging wordt beschermd, maar dat ook een bepaalde mate van overdrijving of zelfs provocatie is toegestaan. Daarbij dient wel de journalistieke zorgvuldigheid in acht te worden genomen: journalisten moeten voor een accurate en betrouwbare berichtgeving zorgen, in het bijzonder wanneer beschuldigingen worden geuit, met in achtneming van de journalistieke ethiek. Dat geldt eens te meer bij serieuze berichtgeving door - bijvoorbeeld - een onderzoeksjournalist, omdat het publiek in zo’n geval mag aannemen dat de uitlatingen deugdelijk onderzocht en juist zijn. Grote ondernemingen, of bekende personen zoals een minister, moeten in het algemeen meer kritisch commentaar op hun handelen dulden dan anderen.”
Croes werkte, voordat hij minister werd, bij FLPD als algemeen directeur. In de jaren daarvoor was hij vicevoorzitter en voorzitter van het bestuur. Hij is in januari 2010 op non-actief gesteld en accountantskantoor Ernst & Young deed onderzoek naar het directiebeleid in de periode 2008 en 2009. Uit dat rapport blijkt - zo staat in het vonnis van de rechter - dat namens FLPD geldleningovereenkomsten zijn afgesloten zonder voorafgaande goedkeuring van het bestuur. Een bedrag van 5.000.000 florin is betaald aan (bedrijven van) de broer van Croes. Bedragen hoger dan het bedrag waarvoor Croes was geautoriseerd, zijn toch uitbetaald. Personeel is aangenomen zonder dat er vacatures bestonden. Reis- en verblijfskosten zijn betaald, terwijl er ook daggeldvergoedingen werden uitbetaald.
Op verzoek van FLPD is de arbeidsovereenkomst met Croes in september 2010 door de rechter ontbonden, zonder dat hij geld meekreeg. In dat vonnis werden termen genoemd als ‘op onrechtmatige wijze gelden verkregen’ en ‘een functionaris die de organisatie als zijn eigen bezit is gaan beschouwen en het onderscheid tussen mijn en dijn is kwijtgeraakt’. Croes ging in beroep en in cassatie, waarbij het Gemeenschappelijk Hof oordeelde dat Ernst & Young Croes onvoldoende gelegenheid heeft geboden voor wederhoor en dat het rapport een paar onjuistheden en onduidelijkheden bevat. ,,Hierdoor is mogelijk een negatiever beeld van Croes ontstaan dan gerechtvaardigd wordt door de feiten, waardoor Ernst & Young onrechtmatig heeft gehandeld jegens Croes”, aldus het vonnis van 12 juni.
Croes is op dit moment bezig met een procedure om een schadevergoeding te eisen van Ernst & Young en daagde dus 24ora.com voor de rechter om te rectificeren. In het vonnis staat dat ‘de juridische werkelijkheid wat genuanceerder ligt dan in de artikelen wordt gesuggereerd, maar de uitlatingen op 24ora zijn niet zodanig onwaar dat deze onrechtmatig zijn. De vordering van Croes tot rectificatie van deze uitlatingen wordt daarom afgewezen’.