Van onze correspondent
Oranjestad - Op Aruba zijn indicaties dat 1 op de 3 vrouwen slachtoffer wordt van huiselijk geweld. Het is een thema dat verborgen blijft, maar wel bestaat.

Dit blijkt uit het onderzoek ‘Women's experiences of intimate partner violence in heterosexual relationships in Aruba and the negative health consequences’ dat door Lili Rasmijn-Marval is uitgevoerd. Premier Evelyn Wever-Croes (MEP) maakte het resultaat van het onderzoek bekend aan het eind van de internationale ‘16 Dagen van Actie’ (25 november tot en met 10 december) tegen vrouwengeweld, uitgeroepen door de Verenigde Naties (VN). Aruba volgt met dit cijfer de wereldwijde tendens. Er zijn hier gevallen bekend dat vrouwen zwaar worden mishandeld, soms met de dood als gevolg.
De overheid heeft, om dit probleem aan te pakken, een nationale commissie geïnstalleerd. De voorzitter van de commissie is de directeur van het Centro di Desaroyo di Hende Muhe (Cedehm), Miangela Ras. Zij legt uit dat in de duurzaamheidsdoelen van de VN als 5e doel staat dat er gelijkwaardigheid voor vrouwen moet zijn. De opdracht die de commissie heeft gekregen is om met concrete voorstellen te komen hoe huiselijk geweld kan worden voorkomen.
Het werkveld van de commissie beslaat meerdere ministeries. Het ministerie van Algemene Zaken is leidend en heeft vijf medewerkers die als commissielid fungeren. De directeur van Cedehm is voorzitter, de secretaris komt ook van dit ministerie. In de commissie zitten ook een vertegenwoordiger van de semi-publieke sector en van het bedrijfsleven. Zij gaan aan de slag om misbruik van vrouwen te voorkomen. De commissie krijgt zes maanden om aan de regering een implementatieplan te presenteren.
,,Ik hoop dat we over zes maanden meer informatie en duidelijkheid krijgen over wat de oorzaak is van huiselijk geweld. We willen weten wat we op korte termijn en lange termijn kunnen doen om dit soort misbruik te voorkomen. Mishandeling is niet acceptabel. De samenleving is daarover duidelijk en de overheid heeft de taak om dit aan te pakken.”