Van onze correspondent
Oranjestad - Een schuld van 4 miljoen florin en alarmerende berichten over de veiligheid van de kinderen. Dat was voor Justitie-minister Rocco Tjon (MEP) reden om met het bestuur van de stichting Kindertehuis Imeldahof te praten. Zij zijn daarna vrijwillig afgetreden en de minister heeft een tijdelijk nieuw bestuur benoemd, zodat orde op zaken kan worden gesteld.
Minister Tjon zei dit tijdens een persconferentie, nadat er veel speculaties de ronde deden over de reden van het aftreden van het bestuur. ,,Met het vorige bestuur is overeengekomen om een mediastilte te houden, zodat de stichting in alle rust kan werken aan alle uitdagingen waar ze mee te maken heeft. Om de speculaties te stoppen, geef ik toch enkele details. Daarbij blijf ik discreet, in het belang van de kinderen.”
De Stichting Kindertehuis Imeldahof is een onafhankelijke stichting. Het Land Aruba subsidieert de stichting jaarlijks met miljoenen florin. ,,De financiële zaken moeten goed geregeld zijn en dat geldt ook voor behoorlijk bestuur. Het is belangrijk dat de kinderen veilig zijn, fysiek en emotioneel. Zij komen al uit een bijzonder moeilijke privésituatie, want dat is de reden dat ze in het kindertehuis zitten”, aldus de minister.
Via zijn ministerie is hem ter ore gekomen dat de zaken financieel niet goed gingen. Tjon erkende dat de stichting bij het Land Aruba een schuld heeft van 4 miljoen florin. Hij wilde hierover echter niet verder in detail treden. Daarnaast is er een rapportage gemaakt over het leefklimaat van de kinderen. Volgens de minister waren die conclusies ‘behoorlijk alarmerend’. ,,We hebben zelfs besloten om de procureur-generaal van het Openbaar Ministerie in te schakelen, vanwege de ernst van de situatie.” Tjon zegt dat de veiligheid van de kinderen in het geding was. Ook met behoorlijk bestuur ging het mis. De statuten van de stichting stammen uit 1976. ,,Dit kan in het kader van behoorlijk bestuur niet, die statuten moeten worden geüpdatet.”
Tjon zei dat deze punten voor hem redenen waren om met het bestuur in gesprek te gaan en ze uit te leggen dat het zo niet verder kan. ,,De regering kan niet van het bestuur eisen dat ze opstappen, want ze zijn onafhankelijk. Het bestuur kan wel zelf opstappen en heeft ook besloten om dat te doen.” Daarna is door het vertrekkend bestuur aan de minister gevraagd om een tijdelijk nieuw bestuur aan te stellen, totdat de rechter een nieuw bestuur heeft aangewezen. Het staat in de statuten van de stichting dat de rechter dit moet doen.
Tjon noemt het tijdelijk bestuur professioneel, juridisch onderlegd en met kennis van behoorlijk bestuur. ,,Zij bepalen zelf tot hoelang ze aanblijven en wanneer er een nieuw bestuur kan komen.”