RvR: Essentiële projecten niet afgerond zoals complex KPC en JJIC
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad voor de Rechtshandhaving (RvR) vindt dat er qua ontwikkeling van de rechtshandhaving in de landen nog veel terrein te winnen is. ,,De uitdagingen waar de landen voor staan zijn veelzijdig en omvangrijk. Evenwel signaleert de Raad terughoudendheid bij het actief zoeken en benutten van mogelijkheden”, zo staat in ‘De Staat van de Rechtshandhaving Curaçao 2023’, dat onlangs aan de Staten is aangeboden.
In de slotbeschouwing wordt geschreven dat de Raad van oordeel is dat in vergelijking met 2022 niet veel voortgang is geboekt in de justitieketen. ,,De uitvoering van het Landspakket begint langzaam vorm te krijgen om de organisaties op sterkte te krijgen. De vacatures worden geleidelijk aan ingevuld. Echter is het een langdurig traject”, aldus de RvR. Sterker nog, de betrokken justitieorganisaties zelf vrezen volgens de Raad dat door natuurlijke afvloeiing een volledige bezetting niet realiseerbaar zal zijn.
Ook blijkt dat essentiële projecten niet afgerond zijn of zelfs niet zijn geïnitieerd. Zoals: ,,De bouw van een cellencomplex voor het Korps Politie Curaçao (KPC) om politiearrestanten op te sluiten, is nog niet gerealiseerd. Dit, ondanks het feit dat het gebrek aan celcapaciteit voor politiearrestanten al jaren bekend is en het onderwerp op de agenda staat. Bovendien wordt het voormalige blok 1 van de strafgevangenis Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK) al jaren niet meer voor opsluiting van politiearrestanten gebruikt. Het beschikken over voldoende celcapaciteit voor arrestanten die aan de (internationale) normen voldoet, is een essentieel element voor de taakuitvoering.”
De RvR stelt ook vast dat het groeiplan van de Justitiële Jeugd Inrichting Curaçao (JJIC) niet is geïmplementeerd. ,,Dit heeft onder meer als gevolg dat de bouw van paviljoenen bij de JJIC niet is uitgevoerd. De Raad acht de bouw van de paviljoenen essentieel voor in elk geval de executie van de maatregel plaatsing in een jeugdinrichting (PIJ). De Raad benadrukt de urgentie hiervan en verwacht daarom dat deze projecten binnen afzienbare tijd zullen worden gerealiseerd.”
Dan wordt genoemd dat adequate wetgeving een uitdaging blijft. Het gebrek aan wetgeving stagneert naar het oordeel van de Raad het justitieel apparaat en beïnvloedt de kwaliteit van de taakuitvoering. En zo vindt het instituut: ,,De minister dient met een oplossing hiervoor te komen.”
En er zijn nog meer zorgen. Zo constateert de Raad dat autodiefstal nog steeds aandacht verdient van de opsporingsinstanties. Het baart de Raad ook zorgen dat het aantal geregistreerde zaken relationeel geweld flink is toegenomen. ,,Daargelaten de reden van stijging ziet de Raad een meerwaarde in het voorlichten van jongeren en volwassenen over gezonde relaties, communicatievaardigheden en conflictbeheersing. Het aanpakken van relationeel geweld vereist een gecoördineerde en gezamenlijke aanpak van verschillende organisaties en instanties, waaronder hulporganisaties, rechtshandhavingsinstanties, gezondheidszorgproviders en scholen. Samenwerking is essentieel om slachtoffers te ondersteunen, daders verantwoordelijk te houden en preventiemaatregelen te implementeren”, aldus de organisatie die stelt dat prioritering van dit onderwerp daarom in de rede ligt.
Jaarlijks maakt de Raad voor de rechtshandhaving de Staat van de rechtshandhaving op. Daarin schetst de Raad een overkoepelend beeld over het voorgaande jaar met een blik naar de toekomst. De Staat bevat een meer algemeen beeld van de ontwikkelingen in de rechtshandhaving en bevindingen die de afzonderlijke inspecties ontstijgen. Naast de stand van zaken per (ei)land op het gebied van verschillende relevante onderwerpen, komt ook de justitiële samenwerking tussen de landen aan bod.
Justitieminister positiever gestemd
In het algemeen kan de minister van Justitie, Shalten Hato (MFK), zich vinden in het verslag van de Raad. Alleen, zo voegt hij er in zijn begeleidend schrijven bij: ,,Ik ben positiever gestemd dan de strekking van het gehele verslag over het toekomstbeeld.” Hij legt uit dat in het strategisch beleidsplan van het ministerie van Justitie prioriteit is gegeven aan onder meer het opstellen van wetgeving en het bekrachtigen van diverse van verdragen. ,,Daarbij is - overeenkomstig het gevoelen van de Raad - aandacht om de kwaliteit van de keten in het bijzonder en de veiligheid van het land in algemeenheid verder te borgen tegen criminaliteitsvormen zoals cybercrime, terrorisme en witwassen van gelden.” Ook onderschrijft hij de stelling van de Raad dat een tekort aan financiële middelen een effect heeft op de bedrijfsvoering, waaronder het werven van personeel, en de aanschaf van essentiële opsporings- en handhavingsmiddelen, onderhoud en huisvesting. ,,Alhoewel een snellere vooruitgang in kwaliteit van de keten wenselijk is, zijn er al positieve ontwikkelingen te zien en is er een fundament gelegd voor een structurele kwaliteitsverbetering”, aldus Hato.