Reserves blijven van Kadaster; Ontvanger niet bevoegd te innen

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De kas van het land Curaçao wordt niet gespekt met vijftien miljoen gulden uit de reserves van het Kadaster. Bovendien had de Ontvanger niet de bevoegdheid om het geld met een dwangschrift en bankvorderingen op te eisen.

kadasterMet de twee vonnissen heeft het Gerecht in eerste aanleg gisteren een dikke streep gezet door de miljoenen die de Curaçaose regering dacht binnen te halen bij de Stichting Kadaster en Openbare Registers Curaçao. De hele kwestie gaat de overheid nog aardig wat geld kosten. Het Land en de Ontvanger moeten beide de kosten van de rechtszaak betalen, respectievelijk 18.000 en bijna 26.000 gulden.
Het Gerecht in eerste aanleg deed gisteren allereerst uitspraak in de civiele zaak van het Land tegen het Kadaster. De rechter vindt het ‘niet onbegrijpelijk, vooral in het licht van de slechte financiële situatie waarin het land verkeert, dat het Land de beschikking wenst te krijgen over de reserves die het Kadaster heeft opgebouwd. Maar daarvoor is wel een juridisiche grondslag vereist’. En die is er niet. De reserves van het Kadaster, een privaatrechtelijke stichting, zijn de afgelopen jaren opgebouwd met de betalingen voor verleende diensten, verminderd met de operationale kosten. Uitgangspunt van de verdediging van het Land is dat de stichting de gelden die zij int voor verleende diensten gewoon moet afdragen aan het Land. Zeker als de opbrengsten de kosten ‘ruimschoots overschrijden’. De rechter gaat daar niet in mee en stelt in het vonnis klip en klaar dat ‘de geïnde gelden niet van het Land zijn’. Het gerecht vindt dat het verweer van het Kadaster wél doel treft. De stichting voert aan dat sinds de verzelfstandiging in 2002 het Kadaster geen publieke maar verzelfstandigde taken uitvoert en ‘dat de geïnde vergoedingen voor haar diensten dan ook geen publieke gelden zijn’. De rechter ziet daarom geen reden om te oordelen dat er sprake is van ongerechtvaardige verrijking.
Waar gaat het om? Alles draait om twee regeringsbesluiten in 2012 waarmee zou zijn bepaald dat de stichting acht miljoen gulden uit haar reserves aan het Land moet afdragen. Het bestuur van het Kadaster weigert van meet af aan, vanuit de gedachte dat geen uitkeringen mogen worden gedaan aan de oprichter van de stichting, namelijk het Land. Maar in juli 2018 ligt toch een factuur op de stoep van het Kadaster ten bedrage van vijftien miljoen gulden met als omschrijving ‘overreserves’. Op het bezwaar van de stichting volgt geen beslissing, maar op 13 februari 2020 stelt de Ontvanger ‘op voet van artikel 10 van de Landsverordening op de invordering van directe belastingen 1943’ vorderingen in bij MCB en Girobank. Op 5 maart dat jaar volgt een dwangschrift.
In het kort geding oordeelde de rechter vorig jaar april al dat, zelfs als de stichting het bedrag inderdaad verschuldigd zou zijn en de gestuurde factuur rechtskracht zou hebben, dat de Ontvanger ‘niet de bevoegdheid geeft de desbetreffende schuld te incasseren door middel van een dwangschrift en vorderingen aan de banken’. De rechter in de bodemzaak van het Kadaster tegen de Ontvanger gaat in het vonnis van gisteren nog een stap verder. Elke wettelijke basis voor een bankvordering ontbreekt sowieso, maar ook voor het dwangschrift. De betreffende landsverordening bepaalt dat ‘de belastingen, de bijdragen en vergoedingen, welke volgens tarieven vastgesteld bij landsverordening, landsbesluit, houdende algemene maatregelen (...) ten bate van ’s lands kas worden geheven (...) worden ingevorderd door middel van dwangschriften’. ,,Een bevoegdheid tot het doen van een bankvordering schept deze bepaling niet”, aldus de rechter. ,,Die is beperkt tot invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen.” Bovendien is de ‘vordering die het Land op het Kadaster pretendeert te hebben niet volgens tarieven vastgesteld’. De uitgestuurde factuur van juli 2018 ‘geeft gelet op de privaatrechtelijke aard van de vordering de Ontvanger niet de bevoegdheid dat verschuldigd bedrag middels een dwangschrift te incasseren’. Het gerecht verklaart het verzet tegen de bankvorderingen en het dwangschrift gegrond en stelt die ‘buiten effect’.
In de zaak van het Land Curaçao tegen het Kadaster worden de vorderingen van het Land Curaçao afgewezen. Het Land eiste dat de stichting zou worden veroordeeld tot het betalen van ruim 21,6 miljoen gulden aan het land. Bovendien zou het Kadaster jaarlijks opgave moeten doen van de geïnde gelden en operationele kosten.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.