Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Groeistrategie - waarvoor in januari met Nederland een convenant is getekend - is voortgekomen uit de druk vanuit het College financieel toezicht (Cft) om almaar te bezuinigen. Dat liet premier Eugene Rhuggenaath (PAR) gisteren in de Staten weten.
,,We moeten 127 miljoen gulden bezuinigen. Dat is onrealistisch. Daar is het idee uit ontsproten. Niet bezuinigen, bezuinigen en bezuinigen, maar groeien, inkomsten verhogen en de economie aanzwengelen.”
De Groeistrategie geeft de richting aan die Curaçao wil bewandelen naar economische groei en daarmee samenhangend ook sociale groei. ,,En dan kunnen we pas spreken van autonoom zijn in het Koninkrijk”, zo pareerde Ruggenaath Statenopmerkingen als zou de regering alleen maar de invloed van Nederland vergroten en de autonomie te grabbel gooien. ,,Ik zie het als een overwinning dat premier Rutte onze gedachtegang volgt en akkoord is gegaan met ons verzoek om hulp.”
In de Groeistrategie zijn keuzes gemaakt van zaken die het snelst impact zullen hebben, zoals het verlagen van de ‘cost of doing business’, het verhogen van de productiviteit en het wekken van vertrouwen onder lokale en internationale investeerders. ,,Ik zie niet in wat hier verkeerd aan is”, aldus Rhuggenaath in reactie op de kritiek uit de hoek van de oppositie. ,,Niets doen of op de oude voet doorgaan is ook geen optie en levert altijd dezelfde resultaten op die niet erg hoopgevend zijn. Nederland is akkoord gegaan met óns Groeistrategieplan. Ik snap niet waarom het convenant wat hierop getekend is, een onderonsje genoemd wordt en waarom er zo negatief gedaan wordt.”
Het convenant dat in januari 2019 met Nederland getekend is en de Groeistrategie vloeien voort uit andere basisdocumenten, zoals het regeerakkoord, het regeerprogramma, het Plan Nashonal en het TAC-rapport, zo legde de minister-president gisteren uit: ,,Het is geen document dat eerst naar de Staten moest voor accordering. En de samenwerking met Nederland is gebaseerd op het Statuut waarin we in het Koninkrijk elkaar vrijwillig kunnen bijstaan. Het samenwerkingsconvenant is het slotstuk van een al langer lopend traject.”