Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De broodnodige private investeringen vergen vaak gelijktijdig ook investeringen van de overheid in cruciale infrastructuur en menselijk kapitaal. Curaçao en Sint Maarten zitten echter al geruime tijd ‘klem’.
De landen verkeren in een omgeving van lage economische groei, terwijl de overheden niet over de financiële middelen beschikken om deze investeringen te verrichten. Zo constateert de directie van de Centrale Bank voor Curaçao en Sint Maarten (CBCS) in het jaarverslag 2017 dat gisteren is gepubliceerd.
,,Bovendien, na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen (in 2010, red.) en de hieraan gerelateerde schuldsanering, is ook de ontwikkelingshulp (vanuit Nederland, red.) die in het verleden werd besteed aan economische en sociale ontwikkeling stopgezet”, aldus waarnemend president Leila Matroos-Lasten. ,,Om deze reden dient een groeistrategie voor de toekomst overheidsinvesteringen te bevatten om de publieke infrastructuur te verbeteren en het menselijk kapitaal te versterken.”
Deze strategie moet echter niet worden beschouwd als een pleidooi om de overheidsschuld tot een onaanvaardbaar niveau te laten toenemen, benadrukt de CBCS-top. ,,Integendeel, het is een strategie die zich richt op het transformeren van onze economieën om een structureel hoger en inclusiever groeipad te realiseren”, stelt de president ad interim.
,,Conform de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten mogen overheidsleningen niet worden aangewend voor het financieren van lopende uitgaven, maar uitsluitend voor de financiering van projecten die bijdragen aan hogere economische groei en/of de sociale situatie verbeteren. Bovendien dient de uitvoering van deze projecten transparant te zijn en goed te worden beheerd.”
Tegelijkertijd dienen er gedegen raamwerken op het gebied van macro-economische stabiliteit, openbare financiën en beheersbare overheidsschuld voorhanden te zijn om ‘externe schokken’ - zoals de crisis in Venezuela ten aanzien van Curaçao en orkaan Irma met betrekking tot Sint Maarten - op te vangen en om te garanderen dat rente en aflossing in de toekomst kunnen worden voldaan. ,,Op deze wijze kunnen afwijkingen van het beoogde groei- en ontwikkelingspad worden beperkt”, concludeert Matroos-Lasten.