Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,Als mensen nu denken dat zij een deel van Klein Curaçao kunnen veroveren alsof we nog in de tijd van Piet Hein en Blauwbaard leven, moeten zij goed nadenken voordat zij een dubbeltje of een stuiver investeren in zaken (terreinen, red.) die van de overheid zijn.”
Aldus parlementariër Gisette Seferina van regeringspartij PAR afgelopen donderdag tijdens de commissievergadering over Klein Curaçao. ,,Ik hoop, ik droom ervan dat op een dag geen controverse of oorlog meer is wanneer mensen eigendom van de overheid inpikken en daarin investeren. De overheid zal dan een brief sturen waarin de mensen worden bedankt voor de investering. Hetgeen geïnvesteerd werd, komt het land automatisch toe, het komt ter beschikking van het land. En het land zal dan besluiten of er gesloopt wordt, het gebied ontwikkeld wordt of dat het wordt afgenomen en gegeven aan iemand die wij willen.”
Minister Jesus-Leito van Verkeer Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) was bij de Statenvergadering aanwezig en heeft een dag respijt gevraagd om alle vragen te kunnen beantwoorden. De bewindsvrouw heeft toegezegd dat de Staten een factsheet over Klein Curaçao krijgen en alle documenten waar zij om hebben gevraagd. In de korte tijd dat zij sprak vermeldde de minister de omvang van Klein Curaçao. Het is 750 meter breed en 2,5 kilometer lang, zeg maar de afstand van het Statengebouw naar het Avila hotel, aldus de bewindsvrouw.
Internationale organisaties hebben de unieke kwaliteiten van Klein Curaçao voor de biodiversiteit op waarde weten te schatten. Zij hebben ook het belang ingezien van de biodiversiteit voor het behoud van koralen en vispopulaties. Seferina verklaarde te hopen dat de tijd waarin de zee gevuld werd met beton, en hotels pal aan de kust worden gebouwd, nu voorbij is. Dat Curaçao zich ook bewust wordt dat het mogelijk is om op een creatieve manier het duurzame toerisme te promoten. De regering moet de natuur als een hulpbron zien, die een duurzaam beleid vereist. De natuur moet niet worden verslonden net zoals je een krentenbol eet waarna het verdwijnt. Dat mag niet met de natuur gebeuren, aldus de parlementariër.
Het Statenlid feliciteerde de opeenvolgende ministers die het voor elkaar hebben gekregen dat Klein Curaçao tot Ramsar-gebied is aangemerkt. Nu het zover is gekomen, moet Curaçao de verantwoordelijkheid nemen om het als natuurgebied te behouden. Klein Curaçao is belangrijk voor de biodiversiteit. Als er over biodiversiteit wordt gesproken gaat het niet om mensen, zo betoogde het Statenlid. Mensen mogen naar Klein Curaçao, maar moeten zich juist vanwege de natuur aan regels houden.
Zij mogen zwemmen waar dat is toegestaan, mensen moeten niet op het strand gaan liggen waar de schildpadden hun eieren leggen. Zij moeten ook geen torens daar bouwen. Ook mogen op dat eiland geen hotels worden gebouwd en afval worden achtergelaten. Alle zichzelf respecterende landen met natuurparken hebben regels opgesteld voor de bescherming van de parken, zo betoogde het Statenlid.
Het behoud van Klein Curaçao als Ramsar-gebied houdt niet in dat er daar geen economische ontwikkeling meer mogelijk is.
Seferina noemde Bonaire als een goed voorbeeld voor Curaçao. ,,Waarom wordt er niets op Klein Bonaire gebouwd? Of kun je niet zomaar op Klein Bonaire terecht? Waarom niet? Omdat er een beleid is met landsverordeningen die verankerd zijn in wetten.” Mensen kunnen Klein Bonaire bezoeken, maar er wordt heel erg gelet op de capaciteit die het eiland aankan, zo legde het Statenlid uit. Seferina wilde van de minister weten of het waar is dat Klein Curaçao gedeeltelijk wordt ontwikkeld. Zij heeft ook vragen gesteld of de Ramsar-gebieden deel gaan uitmaken van de nationale natuurparken wanneer de landsverordening die dat regelt van kracht wordt.
,,Hoe raar het ook klinkt en hoe triest ik erover ben, het is nog steeds zo dat Curaçao geen verordening heeft waarin nationale parken worden beschermd.” De politica wilde ook weten hoe het staat met het plan voor het onderwaterpark voor Curaçao. Aan het eind merkte de parlementariër op dat het volk blij kan zijn met de toeristische ontwikkeling waarbij de unieke biodiversiteit van het eiland wordt behouden.
,,Er zijn al veel te veel gebieden in gebruik genomen die eigenlijk bestemd waren voor het behoud van de biodiversiteit. Men deed toen voorkomen alsof de toeristische ontwikkeling belangrijker was dan de biodiversiteit. Als een land zijn eigen grond opeet, dan betekent het feitelijk dat wij bezig zijn om Moeder Aarde te verslinden, dat kan zo niet langer.”