Van onze redactie
New York - De beurzen op Wall Street vertoonden dinsdag bij het sluiten van de markt een gemengd beeld. Zorgen om ontwikkelingen in de wereldeconomie hielden de beurshandel nog altijd in hun greep, ondanks een sterker dan verwacht cijfer over het consumentenvertrouwen in eigen land.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot na een wisselvallige handelsdag 0,3 procent hoger op 16.049,13 punten. De bredere S&P 500 ging 0,1 procent omhoog en kwam op 1884,09 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq daarentegen daalde 0,6 procent tot 4517,32 punten.
Kort na opening van de beurzen bleek dat het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten deze maand is toegenomen. Economen rekenden in doorsnee juist op een daling. Daar stond tegenover dat de huizenprijzen in de grote steden in juli onverwacht zijn gedaald.
Mijnbouwer en grondstoffenhandelaar Glencore zag ook op Wall Street de aandelenkoers herstellen van de vrije val van een dag eerder. Het bedrijf, dat flink last heeft van de afkoeling van de Chinese economie, ontzenuwde geruchten over financiële problemen en kreeg er meer dan 17 procent bij.
Ook andere aandelen in de energie- en grondstoffenbranche vertoonden herstel na een aantal flinke afstraffingen in de laatste handelsdagen. Marathon, Chesapeake en Valero kregen er tot 1,5 procent bij. De Dow-fondsen Chevron en ExxonMobil wonnen rond een half procent.
Bij de hoofdfondsen was industriereus 3M de sterkste stijger. De fabrikant van onder meer plakband en zelfklevende memobriefjes won 2,3 procent. Creditcardmaatschappij Visa volgde met een koerswinst van 2 procent. Onderaan de Dow stond technologiegigant Apple met een verlies van 3 procent.
Apples branchegenoot Google eindigde vlak, nadat het onder meer twee nieuwe smartphones had gepresenteerd. Yahoo! liet weten op koers te liggen met de afsplitsing van zijn belang in de Chinese internethandelaar Alibaba en werd beloond met een koerswinst van 2,4 procent.
De euro was 1,1250 dollar waard, tegen 1,1240 dollar bij het einde van de Europese beurshandel. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,8 procent tot 45,22 dollar. Brentolie werd 1,9 procent duurder en werd verhandeld voor 48,23 dollar per vat.