Van onze redactie
New York - De aandelenbeurzen in New York zijn maandag wederom in de min geëindigd, na de verliezen van vrijdag.
Opnieuw zorgde de Griekse schuldencrisis voor onrust bij beleggers op Wall Street. Verder kwam een tegenvallend cijfer naar buiten over de productie in de Amerikaanse industrie.
De Dow-Jonesindex verloor 0,6 procent op 17.791,17 punten. De S&P 500 zakte 0,5 procent tot 2084,43 punten en de technologiebeurs Nasdaq daalde 0,4 procent tot 5029,97 punten.
De gesprekken tussen Griekenland en zijn schuldeisers werden zondagavond zonder resultaat afgebroken. Verdere discussie zal volgens Brussel plaats moeten vinden in de eurogroep, die donderdag bijeenkomt voor een cruciale vergadering.
De Amerikaanse overheid liet weten dat de industriële productie in mei met 0,2 procent is gezakt op maandbasis. Economen rekenden in doorsnee op een productiestijging met 0,2 procent. In april ging de productie in de Amerikaanse industrie volgens een herzien cijfer met 0,5 procent omlaag.
Wel werd gemeld dat het vertrouwen onder Amerikaanse huizenbouwers het hoogste niveau heeft bereikt in negen maanden. Beleggers in New York kijken verder uit naar de beleidsvergadering van de Federal Reserve later deze week. Mogelijk wordt dan iets meer duidelijk over de timing van een renteverhoging in de Verenigde Staten.
United Technologies daalde 2,5 procent. Het industrieel conglomeraat bevestigde door te gaan met het afstoten van zijn helikopterdivisie Sikorsky Aircraft. Tegen het einde van het derde kwartaal zal worden besloten of het onderdeel direct zal worden verkocht of worden afgesplitst. Daarnaast verlaagde het bedrijf zijn winstverwachting voor dit jaar vanwege de zwakte bij de helikoptertak.
Zorgverzekeraar Cigna sprong bijna 12 procent omhoog. Bronnen meldden dat het bedrijf een overnameprooi is voor branchegenoot Anthem. Met een bod zou 45 miljard dollar gemoeid zijn.
Tevens werd bekend dat CVS Health voor 1,9 miljard dollar bijna 1700 drogisterijen en klinieken overneemt van winkelketen Target. Het aandeel Target klom ruim 1 procent.
De euro was 1,1284 dollar waard, tegen 1,1249 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,5 procent minder op 59,64 dollar. Brent zakte 2 procent tot 62,61 dollar.