Al het nieuws

Klacht CBCS gegrond; tijdelijke doorhaling van inschrijving in registers

Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Zwolle - De klacht van de Centrale Bank CBCS tegen de voormalige externe accountants van Ennia-verzekeringsgroep, Victor Bergisch en Eric Vesseur die tot begin 2021 werkzaam zijn geweest bij Baker Tilly Dutch Curaçao, is gisteren op onderdelen ‘gegrond verklaard’.

F01 Klacht tegen Ennia OVERLEESDe Accountantskamer in Zwolle oordeelt dat Bergisch ‘in strijd met het fundamenteel beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft gehandeld’. ,,Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van zes maanden”, staat te lezen op de website van de Accountantskamer, de bij de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) ingestelde tuchtrechtelijke instantie die klachten tegen accountants beoordeelt.
Op 8 oktober 2021 heeft de Accountantskamer een klacht behandeld van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en van Ennia zelf tegen de externe accountant en de zogeheten OKB-er (EQR partner) inzake de controle van een aantal jaarrekeningen van de Ennia-groep.
OKB staat voor opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling. De klacht tegen de OKB-er, het gaat hier om Bergisch’ kantoorgenoot Vesseur, is ook op verscheidene onderdelen gegrond, met oplegging van tijdelijke doorhaling van de inschrijving in de registers voor de duur van vier maanden tot gevolg. ,,De rol van betrokkene was groter dan normaal gesproken behoort tot de rol van OKB-er”, constateert de Accountantskamer op de website. Hij ondersteunde Bergisch bij de uitvoering van de controleopdracht.
Er zijn vijf klachten tegen de accountants ingediend en een aantal sub-klachten die erop neerkomen ‘dat de accountants bij de controle de gedrags- en beroepsregels niet hebben nageleefd’. ,,De gecontroleerde jaarrekeningen geven volgens klagers geen getrouw beeld van de financiële toestand van Ennia en er zijn ten onrechte goedkeurende controleverklaringen bij jaarrekeningen afgegeven.”
De klacht heeft in het bijzonder betrekking op het aannemen van de opdracht, de onafhankelijkheid van de externe accountant en de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd. ,,Zo zouden red flags niet zijn onderkend en zouden onjuiste en opvallende kosten ten laste zijn gebracht van de niet onder toezicht staande instellingen.”
De Accountantskamer oordeelt ‘dat de externe accountant bij collegiaal overleg met de voormalig accountant informatie heeft gekregen die van belang was voor het continueren van de controleopdracht’, en verder ‘dat hij die informatie onvoldoende professioneel-kritisch heeft geëvalueerd’.
Zo had de voormalig accountant (van KPMG) bedenkingen geuit over de integriteit van het toenmalige management van Ennia, ceo Ralph Palm en directielid Abdallah Andraous, en van aandeelhouder Hushang Ansary. De externe accountant had op grond daarvan gezien Standaard 220.13 ‘opnieuw moeten evalueren of de opdracht al dan niet gecontinueerd kon worden’.
,,Dat de accountant zelf geen slechte ervaringen had met het management van Ennia, was onvoldoende basis voor zijn beslissing om de controle zonder nader onderzoek voort te zetten.” Zo oordeelt de Accountantskamer.

Waardering Mullet Bay
Volgens de klacht van de CBCS tegen de accountants zou ook sprake zijn van een ‘onjuiste waardering van Mullet Bay’ en van ‘latente belastingverplichtingen’. Bij verschillende tot de groep behorende entiteiten was sprake van grote bedragen aan intercompany-vorderingen. Zo bestond het grootste deel van de activa van ECL (Ennia Caribe Leven) uit leningen aan en vorderingen op groepsmaatschappijen (van Ansary, red.).
,,Het gevolg hiervan was een onacceptabel groot concentratierisico. Het lag daarom op de weg van de externe accountant om bij de controle aandacht te besteden aan de volwaardigheid en aan de inbaarheid van deze vorderingen, wat ze hebben nagelaten.”
Tevens is geklaagd over de opstelling van de accountants ná het uitspreken van de noodregeling in juli 2018 en na de opdrachtbeëindiging met Baker Tilly Curaçao. De accountants Bergisch en Vesseur zélf vinden dat zij de controle wel zorgvuldig hebben uitgevoerd en dat ook géén sprake is van onjuist handelen na het uitspreken van de noodregeling ten aanzien van Ennia en bij beëindiging van de opdracht, zodat de klacht volgens hen op alle onderdelen ongegrond moe(s)t worden verklaard.

De beslissing
De Accountantskamer beslist dat de accountants zich ‘onvoldoende professioneel-kritisch hebben opgesteld’ en ‘onvoldoende eigen werkzaamheden verricht’ in het kader van de waardering van Mullet Bay. ,,Terwijl zij op de hoogte waren van het risico dat er jarenlang mogelijk ondeugdelijke en onjuiste taxaties waren afgegeven waardoor de vermogenspositie van Ennia er gunstiger uitzag dan deze in werkelijkheid was.”
En ook: ,,De accountants hebben ten onrechte gesteund op de bevindingen van derden die eerder door het management van Ennia waren ingeschakeld voor de waardering van Mullet Bay en de verantwoordelijkheid op hen afgeschoven, terwijl zijzelf de verantwoordelijkheid droegen voor het controleoordeel.”
De tuchtrechtelijke instantie die klachten tegen accountants beoordeelt stelt ‘dat de accountants zich bewust waren’ van het grote belang dat was gemoeid met een adequate taxatie van Mullet Bay voor de vermogenspositie van Ennia alsmede ‘voor de polishouders en pensioengerechtigden van Ennia’.

Latente belastingverplichting
,,In het verlengde daarvan is in verschillende jaarrekeningen tegenover de waardestijging van activa van Sun Resorts, als gevolg van de (papieren) waardestijging van Mullet Bay, een latente belastingverplichting opgenomen tegen een tarief van 2 procent”, vervolgt de beslissing van de Accountantskamer.
Deze belastingverplichting is berekend over de (papieren) waardestijging van het terrein, gebaseerd op de taxaties waarvan in de jaarrekeningen is uitgegaan, ten opzichte van de historische koopprijs van het terrein, van circa 2.000.000 dollar (2 miljoen).
Het voor de latente belastingverplichting gehanteerde (tijdelijke) percentage van 2 procent is gebaseerd op de aanname dat de waardestijging gerealiseerd zou worden in de periode dat Sun Resorts een ‘tax holiday’ zou genieten op grond van de op Sint Maarten geldende Landsverordening ter bevordering van bedrijfsvestiging en hotelbouw.
Het normaal geldende belastingtarief op Sint Maarten bedraagt 34,5 procent. Een dergelijke ‘tax holiday’ was (nog) niet aangevraagd. ,,De accountants zijn ten onrechte niet kritisch geweest ten aanzien van het gehanteerde percentage van de ‘tax holiday’ van 2 procent”, oordeelt de Accountantskamer in Zwolle.
,,Door het hanteren van een te laag winstbelastingtarief en door geen rekening te houden met het feit dat alleen de opgebouwde waarde in de periode van de ‘tax holiday’ vrijgesteld is van het normale belastingtarief, is sprake van een materieel verschil van circa 249.000.000 gulden (249 miljoen) per 31 december 2016 in de boekwaarde van de belastinglatentie.”
Dit heeft een materiële impact gehad op het eigen vermogen van ECI (Ennia Caribe Investments) en een andere dochtermaatschappij. ,,Door uit te gaan van een te laag winstbelastingtarief is er gedurende die jaren een te hoge waarde van het eigen vermogen gepresenteerd, wat meer ruimte heeft gegeven voor diverse onttrekkingen.”

KPMG werd Baker Tilly
In een persbericht legt de Accountantskamer in Zwolle uit dat ‘Ennia de grootste verzekeraar en pensioenbeheerder is van Curaçao, Sint Maarten en andere Caribische delen van het Koninkrijk der Nederlanden’. Ennia is gevestigd op Curaçao. In 2006 is Ennia overgenomen door de Parman Capital Group, een onderneming van een Iraans-Amerikaanse zakenman. Het persbericht noemt geen naam, maar alom bekend is dat het de 95-jarige in Houston gevestigde Hushang Ansary betreft.
In juli en oktober 2017 heeft de externe accountant Baker Tilly Curaçao goedkeurende controleverklaringen afgegeven bij de jaarrekeningen 2015 en 2016 van Ennia-vennootschappen. CBCS had Ennia Caribe Leven nv (ECL) al met ingang van 1 oktober 2016 onder stille curatele van de Centrale Bank geplaatst. Op verzoek van CBCS heeft het gerecht van Curaçao in juli 2018 de noodregeling van toepassing verklaard op Ennia-vennootschappen.
Tot maart 2017 was een ander accountantskantoor te Curaçao (KPMG Dutch Caribbean) de controlerend accountant van Ennia-vennootschappen. Dit kantoor had in maart 2017 haar zorgen geuit over een aantal kwesties, in het bijzonder over de waardering van ‘intercompany vorderingen’ en, hiermee samenhangend, de waardering van Mullet Bay; een stuk land op Sint Maarten dat eigendom was van Sun Resorts Ltd. nv, een dochteronderneming van Ennia.
Het bestuur van Ennia heeft de aan KPMG verleende opdracht vervolgens ingetrokken en daarna aan het kantoor (Baker Tilly Curaçao) van de accountants (Bergisch en Vesseur) verstrekt. Beiden zijn sinds begin 2021 niet langer werkzaam bij het kantoor Baker Tilly.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.