Van onze correspondent
Oranjestad - Aruba zal dit jaar 294 miljoen florin betalen aan rente over bestaande leningen. Minister Geoffrey Wever (Futuro) van Financiën maakt dat bekend.
De eerste wijziging van de begroting 2025, die reeds is goedgekeurd, is naar het College Aruba financieel toezicht (CAft) gestuurd zoals de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) voorschrijft. Naast de rentelasten wordt er dit jaar ook 595 miljoen florin afgelost op zowel lokale als internationale schulden.
Volgens de LAft moet de staatsschuld in verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp) uiterlijk in 2040 dalen naar 50 procent. Voor 2025 wordt echter nog een niveau van 67 procent verwacht. Om de betalingen voor rente en aflossing te kunnen doen, is de begroting - na goedkeuring door het parlement - het instrument om dit te doen.
De financieringsbehoefte van de regering wordt bepaald door het wettelijk vereiste begrotingsoverschot van 1 procent en de schuldaflossingen. In de eerste begrotingswijziging voor 2025 is de prognose dat er een overschot van 87,5 miljoen florin is. Rekening houdend met de eerder genoemde aflossingen van 595 miljoen florin, komt de totale financieringsbehoefte van de regering daarmee uit op 508 miljoen florin. Hiervan is al 165 miljoen florin in het begin van dit jaar via de lokale markt geleend. Voor internationale leningen moet de Rijksministerraad (RMR) toestemming geven. In juli kreeg Aruba toestemming om maximaal 150 miljoen dollar op de internationale markt te lenen.
De minister laat weten dat Aruba er niet in is geslaagd om het concept van de nieuwe rijkswet uiterlijk 1 mei 2025 in te dienen. Dat betekent dat het Land nu 6,9 procent rente betaald op de zogenoemde covidlening, in plaats van 5,1 procent. Dit betekent een extra last van 7 miljoen florin per jaar.
Het huidige wettelijk kader voor financieel toezicht geeft Aruba niet de mogelijkheid om via Nederland tegen lagere rente te lenen. Curaçao en Sint Maarten betalen respectievelijk 3,1 en 3,0 procent rente en Aruba betaalt 6,9 procent op de covidlening.
Ons land is voor andere schulden aangewezen op de lokale en internationale kapitaalmarkten. De rentetarieven worden daar bepaald door marktontwikkelingen. Geopolitieke spanningen, oorlogen en de mogelijke gevolgen van een handelsoorlog voor de Amerikaanse economie kunnen leiden tot hogere rentestanden, waardoor de rentelasten voor Aruba verder stijgen. Dit vormt een reëel risico voor de overheidsfinanciën. ,,We zijn een kleine eilandstaat en hierop hebben we geen invloed”, stelt Wever.
Volgens de minister garandeert het financieel toezicht weliswaar begrotingsdiscipline, maar het bemoeilijkt de toegang tot goedkopere financiering via Nederland. Curaçao en St. Maarten kunnen dat wel. Tegelijkertijd benadrukt Wever dat lagere rente via Nederland financiële ruimte zou creëren om te investeren in de ontwikkeling van Aruba en zijn bevolking. ,,Het toezicht blijft, maar wij moeten streven naar meer voordelen om onze eigen financiële strategie en beheer te kunnen uitvoeren. Dat zouden we als eiland zelf moeten bepalen”, aldus de bewindsman.