Gesteggel over aanbesteding ICT Transformatie Belastingdienst
Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Philipsburg - Het Land Sint Maarten riskeert een miljoenenstrop in verband met de aanbesteding van een ICT-project als onderdeel van het Transformatieplan Belastingdienst, dat al was goedgekeurd in de landsbegroting en wordt betaald door Nederland.
Zo concludeert het Antilliaans Dagblad na bestudering van de verschillende stukken, waaronder twee vonnissen. De kwestie loopt al enige jaren en leverancier BearingPoint (met hoofdkantoor op Curaçao) heeft al tweemaal een kort geding moeten aanspannen; beide keren stelde het gerecht de ICT-specialist in het gelijk.
Inmiddels is de situatie zodanig dat als BearingPoint (BP) de aanbesteding niet alsnog/opnieuw wint, het Land opdraait voor dubbele kosten: de schadevergoeding aan BP van inmiddels bijna 12 miljoen gulden (10 miljoen plus de almaar oplopende rente) alsmede de kosten voor de winnende leverancier, terwijl door Nederland een budget beschikbaar is gesteld van 9 miljoen dollar.
Dat wordt met argusogen gevolgd omdat deze gang van zaken uit het oogpunt van good governance wordt beschouwd als onaanvaardbaar, vermijdbaar en volstrekt onnodig en waarvoor de reeds schaarse gemeenschapsmiddelen van het Land onnodig worden verkwist. Vanuit Den Haag wordt de situatie dan ook nauwlettend in de gaten gehouden; vooralsnog zonder op te treden.
Terug in de tijd: het Land Sint Maarten is contractuele verplichtingen aangegaan met BearingPoint voor het ICT-project als onderdeel van het Transformatieplan Belastingdienst. Maar omdat de nieuwe regering, met Financiënminister Ardwell Irion, de transformatieplannen niet heeft voortgezet sinds haar aantreden in 2019, achtte de rechter in verband met een kort geding in 2021 het niet nuttig om het Land te dwingen tot uitvoering van het contract. Echter, de rechter wees er wel op dat BP met succes aanspraak kon maken op een omvangrijke schadevergoeding. De rechter vond het zelfs zo ernstig dat hij - vrij bijzonder - opmerkte dat de minister hiervoor persoonlijk aansprakelijk zou kunnen worden gehouden.
Later, toen bemiddeling tussen 2021 en tot voor kort nog gaande was, werd door de regering in Philipsburg een nieuwe aanbesteding uitgeschreven, die volgens ingewijden eenzijdige bepalingen bevatte die de indruk wekken dat deze bedoeld waren om een bepaalde leverancier (Computech uit Frans Sint Maarten, die veel werk verricht voor de overheid) te bevoordelen.
Pogingen om de bepalingen aangepast te krijgen mislukten, totdat BearingPoint een nieuw kort geding begon; toen waren aanpassingen wel mogelijk. Maar het belangrijkste criterium, dat het Land verplicht een ander ontwikkelplatform voorschreef dan waarmee BP zijn systemen ontwikkelt én overigens de aanbesteding in 2017 had gewonnen - en waarmee BP al in achttien landen opereert - bleef ongewijzigd.
Zowel BearingPoint (Curaçao, BES-eilanden, Suriname) als SAP (Aruba), die als enige volwaardige tax-systemen leveren binnen de Dutch Caribbean en dus de grootste kanshebbers zijn, wordt daarmee bij voorbaat uitgesloten. Tenzij zij hun systemen tegen hoge additionele kosten ombouwen naar het voorgeschreven platform.
De situatie is daarmee als volgt: twee verschillende rechters hebben eerst in 2021 en later onlangs in 2023 uitgesproken dat BP met succes aanspraak kon maken op een omvangrijke schadevergoeding en dat naar het oordeel van het gerecht BP een sterke zaak heeft als het gaat om een door het Land te betalen schadevergoeding.
Het komt neer op schadevergoeding voor BearingPoint van 10,2 miljoen plus wettelijke rente, wat resulteert in dubbele kosten voor Sint Maarten voor hetzelfde product; geld dat door de Nederlandse belastingbetaler beschikbaar is gesteld ter verbetering van de Sint Maartense Belastingdienst.
Bemiddeling mislukt
Het wordt als bijzonder gezien dat een rechter reeds in een kort geding een voorschot op de schade toekent; dat gebeurt zelden, aangezien schadezaken in bodemprocedures worden uitgevochten. De kortgedingrechter in Philipsburg heeft daarmee vermoedelijk wederom een signaal willen geven dat (de hoogte van) de schade van 10 miljoen serieus moet worden genomen.
Dit was tot het vonnis van 2023 kennelijk niet tot het Land doorgedrongen nu zelfs een bemiddeling, die door de rechter voorafgaand aan het uitspreken van het vonnis was geïnitieerd, is mislukt.
De rente is inmiddels opgelopen tot 1,5 miljoen, en loopt elke maand verder op met 50.000 gulden. De totale schade bedraagt per heden daarom circa 12 miljoen. Het Land is bovendien veroordeeld aan BP binnen twee weken - uiterlijk op 21 juli - één miljoen te betalen als voorschot op de schadevergoeding, en dat bij voorraad uitvoerbaar.
Er zijn kanttekeningen te plaatsen bij de rol van de toezichthouders gedurende de periode sinds 2021: die stonden erbij en keken ernaar, terwijl zij op de hoogte waren van de gang van zaken. Na een duidelijke uitspraak van de rechter twee jaar geleden werd en wordt toegestaan dat er geen serieuze poging wordt ondernomen met BearingPoint tot een aimabele oplossing te komen. Integendeel, er werd zelfs een nieuwe aanbesteding uitgeschreven (nota bene met Nederlandse fondsen), met een kans dat het Land opdraait voor dubbele kosten voor hetzelfde product.
Het gerecht heeft geoordeeld het Land niet te zullen verbieden het verplichte platform voor te schrijven, nu BP zelf heeft aangegeven bereid en in staat te zijn het voorgeschreven platform te ontwikkelen. Als gevolg hiervan moet BP wel extra kosten maken om zijn software te transformeren naar het voorgeschreven platform, welke extra kosten het Land zal moeten vergoeden, met een kans dat BP de aanbesteding niet wint, en het Land vervolgens - toch - opdraait voor dubbele kosten.