Van een onzer verslaggeefsters
Philipsburg - Sint Maarten en Nederland proberen voor maandag 15 februari tot een eerste akkoord te komen over het voorstel van het United Nations Office of Project Services (UNOPS) om een nieuwe gevangenis te bouwen ter vervanging van de verouderde Pointe Blanche-gevangenis.
Dit zei minister van Justitie Anna Richardson in antwoord op schriftelijke vragen van The Daily Herald over de plannen voor de bouw van een nieuwe gevangenis.
UNOPS diende op 23 november 2020 een voorstel in dat met Nederland werd gedeeld, dat via het nog te realiseren Caribische Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) zo'n 30 miljoen euro voor het project heeft uitgetrokken. De regering van Sint Maarten heeft de Nederlandse financieringsovereenkomst aanvaard waarmee Coho in december 2020 zou worden opgericht.
Richardson benadrukte dat het voorstel een concept is en aan verandering onderhevig is. ,,Het voorstel dat werd gepresenteerd is een conceptvoorstel. Het is nog geen officieel document. Sinds ontvangst zijn er besprekingen over het conceptvoorstel met onze partners, Nederland en UNOPS gaande. Houd er rekening mee dat veel van wat in het conceptrapport staat nog onderhevig is aan wijzigingen”, aldus de Justitieminister. ,,Er zijn opmerkingen en feedback gegeven op het conceptrapport en het gewijzigde voorstel zal naar verwachting binnenkort naar ons worden verzonden. Met betrekking tot de tijdlijn is mij erop gewezen dat, zoals vermeld in het Landspakket onder maatregel H.21, Sint Maarten en Nederland 15 februari nog als streefdatum hebben voor een eerste akkoord over het UNOPS-voorstel.”
Toen haar werd gevraagd naar de detentiecapaciteit en operationele kosten van de nieuwe gevangenis, zei Richardson dat deze cijfers moeten worden bepaald nadat een eerste overeenkomst is gesloten. ,,De gesprekken met de partners, waaronder UNOPS, lopen nog. Nadat overeenstemming is bereikt met UNOPS, komt een UNOPS-team naar Sint Maarten om een gedetailleerde inschatting te maken van onze detentiesituatie, gegevens te verzamelen, gegevens te analyseren, relevante belanghebbenden te ontmoeten, enzovoort, waarna onder meer kan worden vastgesteld wat de vereiste capaciteit voor ons detentiesysteem moet zijn”, zei de bewindsvrouw.
Richardson vertelde de Staten in december 2020 dat het project in twee fasen zou worden uitgevoerd. De eerste fase duurt ongeveer dertien maanden, de laatste fase vier jaar.