Van onze correspondent
Den Haag - Nog dit jaar start een doorlichting van het Nederlands beleid bij de wederopbouw op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba na orkaan Irma in 2017, waarvoor 550 miljoen euro werd gereserveerd.
Hiervoor wordt een extern bureau ingeschakeld, dat eind 2021 met de resultaten zal komen. Dit schrijft staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer.
De beleidsdoorlichting moet duidelijkheid verschaffen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het tot nu toe gevoerde beleid. Knops stuurt een opzet van het onderzoek om de Kamer de gelegenheid te geven hierover vragen te stellen en zo invloed op de vraagstelling uit te oefenen. Hij schrijft dat de opzet verlaat is omdat ‘besloten is om een onafhankelijke evaluator te betrekken bij de beleidsdoorlichting’, zodat onafhankelijkheid is gewaarborgd.
Over de noodhulp kan al een eindevaluatie worden gemaakt, maar voor de wederopbouwfase zal het om een tussenbalans gaan. Veel activiteiten zijn nog niet afgerond en lopen door tot eind 2021 (Statia en Saba) of 2025 (Sint Maarten). Volgens Knops kan naar aanleiding van de doorlichting het beleid worden bijgesteld.
In de opzet zijn vijftien algemene vragen geformuleerd, gevolgd door enkele vragen per onderdeel. De vragen gaan onder andere over de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid, de onderbouwing van de uitgaven en de realisering van de doelen. Bij dit laatste wordt gevraagd naar de doeltreffendheid en eventuele neveneffecten en hoe het beter kan.
Wat betreft de noodhulp moeten de onderzoekers kijken naar de efficiëntie, de criteria die zijn gehanteerd voor projecten en welke lessen kunnen worden geleerd voor toekomstige crisissituaties. Met betrekking tot Sint Maarten moet worden gekeken naar de verdeling van de verantwoordelijkheid rond het Trustfonds en de inzet van de Wereldbank. De onderzoekers krijgen ook de vraag of gemaakte afspraken zijn nageleefd, of de middelen tijdig worden ingezet en of Nederland voldoende invloed heeft op het realiseren van de ‘Dutch Guiding Principles’.
Voor Saba en Statia richt het onderzoek zich op de regierol van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de bijdrage hiervan in de bereiken van doeltreffendheid. Ook moet de rol van andere departementen worden bekeken.
Knops maakt al een voorbehoud bij de vraag naar de uitgaven voor de wederopbouw. ,,De verwachting is dat het niet mogelijk is om dit volledige inzicht te kunnen geven, mede omdat veel wederopbouwactiviteiten privaat gefinancierd zijn/worden.” Hij stelt voor gesprekken met ‘sleutelinformanten’ te houden en overheidsdocumenten te bestuderen.
De keuze voor een externe onderzoeker is gemaakt, omdat het Directoraat-Generaal Koninkrijksrelaties (DGKR) onvoldoende expertise heeft op het gebied van crisisbeheersing, schrijft de staatssecretaris. DGKR zal wel een kernteam afvaardigen van medewerkers aan de wederopbouw. ,,Voornaamste reden hiervoor is dat het kernteam reeds nauw samenwerkt met de belangrijkste respondenten en het vertrouwen heeft van de Wereldbank en betrokkenen op Sint Maarten. Dit zal de kwaliteit van interviews ten goede komen.”
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.