Bordeeleigenaar en manager hoeven niet miljoenen te dokken
Van een onzer verslaggeefsters
Philipsburg - De vordering voor ontneming van het Openbaar Ministerie (OM) tegen de eigenaar en manager van de bordelen El Capitan en Le Petit Chateau is door het Gerecht in Eerste Aanleg afgewezen. Het OM wilde van het tweetal een bedrag van 4 miljoen dollar ontnemen, zo meldt The Daily Herald.
In april 2019 werden bordeelhouder Etienne ‘Tochi’ Meyers (68) en El Capitans manager Dulcea Felomina Florentina (58) schuldig bevonden aan mensenhandel, uitbuiting van bordeelarbeiders, vrijheidsbeneming en illegale tewerkstelling in het zogenaamde Pompei-onderzoek.
Meyers en Florentina werden beiden schuldig bevonden aan misdaden gepleegd tussen januari 2013 en 30 september 2016, tegen 42 vrouwen uit de Dominicaanse Republiek en Colombia die in dienst waren bij de twee bordelen. Voor deze misdaden veroordeelde het Gerecht Meyers tot de betaling van een 1 miljoen gulden aan boete en een schorsing van drie jaar met een proeftijd van twee jaar. Manager Florentina werd veroordeeld tot een schorsing van twee jaar, met een proeftijd van drie jaar en geldboete van 500.000 gulden. Zowel Meyers als Florentina hebben hoger beroep aangetekend.
Tijdens de voorlopige hoorzitting in deze zaak kondigde de officier van justitie aan dat hoofdverdachten Meyers en Florentina ook geconfronteerd zouden worden met een vordering voor ontneming van 4.959.406,66 dollar. Het bedrag was gebaseerd op berekeningen door het RST van de ‘illegaal verkregen voordelen’, bestaande uit bedrijfsomzet, met een verlaging van een gemiddeld maandelijks percentage van 16,82 procent voor exploitatiekosten. De rechter verklaarde in zijn beslissing echter dat de geschatte exploitatiekosten te laag waren omdat bedragen voor huisvesting, nutsvoorzieningen en personeel niet waren inbegrepen.
De rechter in de strafzaak had het als bewezen beschouwd dat de vrouwen die in dienst waren bij de twee bordelen werden uitgebuit omdat hun salarissen te laag waren. De rechter in de ontnemingszaak zei echter dat de grens tussen uitbuiting en een goede bedrijfsvoering niet duidelijk leek te zijn afgebakend. ,,Er is blijkbaar een grijs gebied waar het strafrechtelijke aansprakelijkheid betreft, omdat het denkbaar werd geacht dat in geval van hogere lonen voor de werknemers geen uitbuiting bewezen zou zijn gebleken”, aldus de rechter.
De rechter kwam tot de conclusie dat de ‘zwart-wit’-benadering van het OM, die inhoudt dat de gehele bedrijfsomzet moet worden geclassificeerd als illegaal verworven activa, niet paste bij het ‘herstel’ van de inbeslagname van criminele activa. Omdat een te hoge omzet en te weinig kosten in aanmerking waren genomen, kwam het bedrag van de vordering niet overeen met de bedragen die Meyers en Florentina daadwerkelijk hadden behaald door criminaliteit of de voordelen daarvan, aldus de rechter.
De rechtbank zei dat het totale bedrag van de bedrijfswinst, of in het geval van Florentina het totale loon, niet kon worden beschouwd als onwettig verkregen voordelen, en op basis van de dossiers en de onderzoeken kon niet worden vastgesteld welk deel van de omzet van het bedrijf en de lonen van managers moeten worden beschouwd als verkregen door criminaliteit. ,,Onder deze omstandigheden moet de vordering worden afgewezen”, zo concludeerde de rechter.