Philipsburg - Geschorst parlementslid Theo Heyliger zal deze week twee dagen voor de rechter moeten verschijnen. Deze week zijn namelijk voorlopige hoorzittingen in zowel het onderzoek Catfish als Larimar, zo meldt The Daily Herald.
De voorlopige hoorzitting in de zaak Catfish, waarin Heyliger en medeverdachte J.M.S. de hoofdverdachten zijn, vindt vandaag plaats. Dit onderzoek begon in maart 2013 nadat voormalig parlementslid Romain Laville bij de Landsrecherche een officiële klacht indiende van poging tot omkoping. Volgens Laville werd hem geld geboden om zijn steun aan de toen zittende regering in te trekken en zich als onafhankelijk Statenlid op te stellen.
Heyliger en J.M.S. worden er allebei van beschuldigd getracht te hebben Laville in de periode van 1 september 2012 tot 25 juli 2013 om te kopen. Het vermoeden bestaat dat beiden verschillende beloften aan Laville hebben gedaan met de bedoeling dat hij zijn steun aan de toenmalige regering van Wescot-Williams zou intrekken. Geldbedragen variërend van 135.000 tot 350.000 dollar zouden naar verluidt aan Laville zijn beloofd. Ook een perceel land en een ministeriële functie in het toen te vormen nieuwe kabinet werden hem aangeboden, aldus het Openbaar Ministerie.
In de Larimar-zaak moesten Heyliger, zijn stiefvader G.P., voormalig directeur van Windward Roads J.B. en verdachte R.E. tijdens een eerdere regiezitting op 27 mei al voorkomen. Het onderzoek, dat betrekking heeft op corruptie, het witwassen van geld en het omkopen van ambtenaren op Sint Maarten door grote bouwbedrijven, zal morgen worden voortgezet. In dit onderzoek wordt Heyliger ervan beschuldigd over een periode van 15 jaar in totaal ongeveer 4 miljoen dollar te hebben ontvangen terwijl hij fungeerde als minister, lid van de Eilandsraad of als parlementslid. Hij wordt ervan verdacht zijn invloed te hebben gebruikt om een of meer contracten voor Windward Roads in de wacht te slepen.
Medeverdachte J.B. wordt ook een uitgebreide lijst met aanklachten ten laste gelegd. De eerste twee hebben rechtstreeks betrekking op de bedragen die worden genoemd onder de eerste aanklacht tegen Heyliger, inclusief de betaling van in totaal ongeveer 1.847.685,24 dollar en reparaties aan het privéhuis van Heyliger ter waarde van 135.292,88 gulden, waaraan een of meer openbare bouwprojecten werden toegekend. Hij wordt ook beschuldigd van het vervalsen van talloze facturen in de periode van 17 juni 2013 tot 31 december 2015 om zo een aantal bedrijven in totaal 627.726,76 dollar te betalen voor fictief werk dat nooit is uitgevoerd namens Windward Roads.