Door Bas Jussen
,,Misschien is het tijd dat uw neef eens een jongedame van stand ontmoet”, mengde Hendrik zich in het gesprek. Oom Gerard zakte in zijn stoel. Hij roffelde met zijn knokkelige vingers op het tafelblad en overpeinsde de gedachte. ,,Ik heb Jan nog zo opgedragen hem bij de verleidingen van vrouwen weg te houden. Maar misschien heb je gelijk…”, mompelde de oude man. ,,Wat denk jij Jan?” ,,Hij kan niet altijd een knaap blijven, eens moet hij trouwen en een man worden”, vond de tomaat. ,,Soms moeten we de teugels strak houden, zoals ik vandaag gedaan heb. Maar de jongen werkt hard, in deze droge tijd weet hij de slaven toch nog behoorlijk vooruit te branden.” Eickelboom krabde aan zijn spitse neus, die als een lans uit zijn magere gelaat naar voren stak. ,,Door zijn gestuntel ben ik mijn kar en muildier kwijtgeraakt”, zei hij bitter met krakende stem. Jan hield een pleidooi voor Wouter. ,,Hij doet zijn uiterste best. Ik weet zeker dat hij u op een dag met trots zal opvolgen. Dan heeft hij een sterke vrouw aan zijde nodig, zoals u dat ook heeft gehad. Iemand die hem verzorgt als hij moe huiswaarts is gekeerd. Een goede zorgzame vrouw is belangrijk.” Hendrik knikte instemmend. ,,U kunt uw neef helpen bij het uitzoeken van een geschikte dame op het eiland, hem aansturen. In het donker van zijn zoektocht kunnen uw levenservaring en inzicht een behulpzame kaars in het donker voor hem zijn”, voegde hij er aan toe. Shon Eickelboom besefte dat hij niet eeuwig te leven had, dat hij langzaam oud werd en de grip op het leven beetje bij beetje zou verliezen. Nu kon hij zijn invloed nog laten gelden en zijn beoogde opvolger voorzien van een geschikte huwelijkspartner met het keurmerk Eickelboom. ,,Hij zal ooit mijn fortuin beheren dus ik heb alle recht te beslissen welke dames hij ontmoet”, concludeerde de oude man. ,,Maar denk niet dat ik de rol van zijn overleden vader wil vervullen. En Wouter zal nimmer de zoon worden die ik nooit heb mogen krijgen!” De ijzige opmerking sneed in Wouters oren als een mes. De grijsaard had het gevoelsleven van een loden kanonskogel. De gedachte dat zijn oom een vrouw voor hem zou uitzoeken deed Wouter sidderen. Hoe kon een dame die geschikt was om oom Gerards fortuin te bewaken als een buldog, tevens geschikt zijn om lief te hebben?
Een half garnizoen dames passeerde vervolgens de revue in een opsomming van de mannen. De dochters van rijke boeren, plantersdochters en zelfs een jonge, gefortuneerde weduwe die erg dik bleek te zijn. Shon Eickelboom wees enkelen af, terwijl ook Jan zijn bezwaren uitte. Luidkeels verkondigde hij dat een aantal dames er zo onooglijk en weerzinwekkend uitzag dat een romance met hen een te grote kwelling was voor de jongeman. Uiteindelijk sloeg oom Gerard op tafel. ,,Ik weet een kandidaat! De zus van Ernst-Jan. Ze is vrijgezel, bijna dezelfde leeftijd als Wouter. Haar vader is officier van de Compagnie. Ze is opgegroeid met discipline en trots.” Wouter veerde op bij het horen van de naam van Ernst-Jan. Per ongeluk stootte hij tegen een van de deurtjes. ,,Wat was dat?”, hoorde hij Jan vragen. De vloer in de kamer kraakte en voetstappen kwamen in de richting van het raam. Wouter schoot als een haas weg over de galerij, de veiligheid van de duisternis in. Hij zag nog net hoe het raam openzwaaide en een straal kaarslicht over de galerij vloeide.
Moedeloos slenterde hij door de donkere tuin en zakte ineen onder een palm, die zachtjes ruiste in de wind, alsof zij hem gerust wilde stellen. Wouter legde het hoofd in zijn handen. Hij zou worden overgeleverd aan de familie van Ernst-Jan. Als diens bloedverwanten ook maar half zo irritant waren als Ernst-Jan zelf dan ging hij zijn ondergang tegemoet. Hij voelde zich gelijk een kleine vissersboot die door de stroming wordt meegevoerd naar een kolkende allesvernietigende waterval. Hoe er ook aan de zeilen wordt getrokken door de paniekerige bemanning, hoe men het roer ook draait, het schip stevent af op zijn verschrikkelijke einde. Je kon de planken al horen kraken. In paniek springt een deel van de bemanning overboord in een waanzinnige wanhoopspoging aan de dood te ontsnappen. Liever zelf de ondergang tegemoet springen dan je de afgrond in te laten dwingen door oncontroleerbare krachten.
Langzaam kreeg hij het besef dat dit ook het einde betekende van zijn dromen over Loanicia. Haar huis zou hij nooit meer kunnen vinden. Oom Gerard zou het hem niet toestaan nog naar Otrobanda te reizen. De gedachte haar nooit meer te kunnen zien, kwelde hem. Een traan rolde over zijn wangen. Kwaad veegde hij hem weg. De traan werd spoedig gevolgd door een ander. Opnieuw wreef Wouter zijn hand langs zijn gezicht. Hij hoorde een kleine stem huilen, wierp een blik op zijn natte handen en besefte dat hij het was. Hij liet zijn tranen nu de vrije loop, die als twee rivieren samenvloeiden tot een oceaan en eindigden in het zand aan zijn voeten. Hij voelde zich verlaten op dit eiland ver van huis. Eenzaamheid bleek de beste compagnon van deze duistere nacht.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.