Hospitaal onder water (72)
In 1944 kwam het nieuwe Sint Franciscus Hospitaal gereed. Het regende in november zwaar. Een dam van de plantage Aruba brak en de grote massa water stroomde naar Kralendijk. Het hospitaal liep wel 40 centimeter onder water. Patiënten en meubilair werden op de bovenverdieping in veiligheid gebracht. Bij een onderzoek bleek, dat de aannemer de fundering 40 centimeter lager had gemaakt dan de getekende plannen waren!
Alle huizen langs de Kerkweg liepen onder water. Die weg was verhoogd en er waren niet voldoende afwateringskanalen gemaakt.
Het huis op de hoek van de Prinses Mariestraat en de Kerkweg had wel bijzonder veel water in de vertrekken staan. Een bewoner van Kralendijk zag dat, gaf de nieuwgebouwde elektrische centrale de schuld en begon met een pikhouweel gaten in het wegdek te hakken. Toen hem werd verteld, dat daaronder kabels lagen van de centrale, gooide hij zijn houweel neer, holde het huis van de familie Newton binnen, sprong aan de achterzijde over een muurtje en sprong pardoes in de regenbak en niet in de koraal achter het huis. Het koude water bevorderde de ontnuchtering. Lust tot verder hakken in het wegdek was er niet meer.
Vier maal Bonaire
Op 7 juli 1952 ontvingen wij een brief uit New York, die niet duidelijk geadresseerd was en die een snoepreisje had gemaakt naar Bonaire in Georgia, USA, waar de envelop op 16 juni p.m. 1952 werd afgestempeld.
In de maand september van hetzelfde jaar kwam bij ons een brief, die bestemd was voor de kapitein van een schip, en in de linker onderhoek stond Geo. De brief werd door ons van een duidelijker adres voorzien en aan de postdirecteur van Bonaire Georgia gezonden.
Op 4 augustus schreef ik een brief aan de burgemeester (mayor) van Bonaire Geo en vroeg hem mij te willen laten weten hoe oud de stad was en vanwaar de naam kwam. De burgemeester antwoordde niet en daarom schreef ik een brief aan gouverneur Talmadge van de Staat Georgia en ik vroeg hem of hij de gevraagde inlichtingen kon geven, daarbij vermeldende dat de burgemeester niet had geantwoord. De gouverneur antwoordde prompt:
1. dat hij geen macht had de burgemeester opdracht te geven op mijn brief te antwoorden.
2. dat Bonaire een van de kleinste gemeenschappen was in de staat Georgia en dat de burgemeester waarschijnlijk iemand was, die gratis het ambt op zich had genomen als een dienst aan de gemeenschap; hij was mogelijk kruidenier of slager. Het aantal inwoners was toen 161.
Gevoel van trots
Ik voelde me erg trots met ons Bonaire dat toen 5.218 inwoners had.
In 1961 kwam ik in contact met de salesmanager van Delta Airlines, L.H. Sport, en die schreef, dat mrs. Malcom, ook in dienst van die luchtvaartmaatschappij bijzonderheden had gevonden, te weten: ,,The English built a fort on the Altamaha river in 1721 but its expenses caused them to abandon it in 1827. About five years later a group of colonists (17 Germans from Salzburg) claimed the fort and this was the origin of the settlement of Bonaire, Geo. The population is not too greatly increased today as it is only 200. Bonaire is located south of Macon and north of Fr. Valley in a rich peanut and cotton producing region of the State.”
Dit klopte niet erg met hetgeen ik wist, namelijk, dat er een haven moest zijn. Immers, de brief die ik voor een kapitein van een schip ontving, bewees dat er iets moest zijn waar een schip kon meren. Maar het is interessant te zien hoeveel personen zich inspanden om inlichtingen te verkrijgen en door te geven.
Een Dr. John M. Coff schreef op 24 mei 1961 dat er verscheidenen plaatsjes waren die de naam Bonaire droegen. In Virginia waren er twee. In 1889 kwam de naam Bonaire Georgia voor de eerste maal in de Postal Guide.
Op 1 juni 1981 schreef Mrs. Mary Givens Bryan, director dept. of Archives and History, dat de informatie genomen uit de encyclopedie fout is en dat het fort dat waarschijnlijk uit Bonaire voortsproot was genaamd Fort King George. Het is gerestaureerd en overgenomen door The Georgia Historical Commission.
Ik heb geen Bonaire kunnen ontdekken, dat dicht bij de kust was. Maar het is mogelijk dat de kapitein aan wie de brief van 1952 was gericht, schipper was van een binnenvaartuig, want het stadje ligt bij de Altamaha-rivier.
Gezaghebber Van Hesteren heeft van de correspondentie kopieën laten maken.
Vierde Bonaire
In 1977 vond ik een vierde Bonaire, in de staat Tennessee. Intussen was Bonaire Geo. gegroeid tot een gemeenschap van 1.500 inwoners, dank zij een luchtmachtbasis die dicht bij het stadje werd gebouwd.
Later verscheen een bericht in de krant dat de Gezaghebber van Bonaire en het Statenlid Rudy Ellis een bezoek aan president Carter zouden brengen, en dat zij dan een van de kanonnen, die bij de Rode Pan aan de lage Westkust uit de zee waren gehaald, als bagage zouden meenemen en dat aan de president namens Bonaire zouden overhandigen. (gewicht van zo'n kanon ongeveer 2000 kg). Jammer dat dit niet is doorgegaan.
Het reisbureau BonTrading te Curaçao (van Dick Nebbeling) ontving in 1978 een prentbriefkaart van ‘Bonaire Motel’ in Hendersonville N.C.
Hoeveel meer zullen er zijn met onze mooie en gezonde naam?
De KLM en Bonaire
In juli 1934 was ik in Nederland. In die tijd waren er berichten in de kranten dat de KLM in de maand december met een Fokkervliegtuig naar Curaçao zou vliegen. En ik slaagde er in de heer Plesman, de KLM-directeur (en oprichter) op het Leidseplein in Amsterdam te spreken te krijgen.
Ik vertelde de heer Plesman dat ik van de tocht naar Curaçao had gelezen en ik vroeg hem of hij ook Bonaire zou gaan bedienen. Het gesprek ging toen ongeveer als volgt verder: ,,Bonaire, wat is dat?”
,,Het is een eiland ongeveer 42 mijl van Curaçao, meneer Plesman.”
,,Hoeveel inwoners heeft het?”
,,Ongeveer zesduizend, meneer Plesman.”
,,Zesduizend? Zesduizend! Denk je dat ik voor zesduizend mensen ga vliegen?”
,,Natuurlijk niet, meneer Plesman, maar u gaat er toeristen heen brengen. Kijk deze foto's maar eens.”
Plesman nam het albumpje, dat ik altijd bij mij had, aan. Begon nog eens vooraan. En toen klonk: ,,Dat doen we.”
We hebben toen nog wat gepraat over Bonaire en de andere eilanden en ik ging dolgelukkig weg met de belofte van de KLM-baas dat wij niet vergeten zouden worden. Maar we hadden geen vliegveld.
Terug in Bonaire zijn we gaan kijken waar een vliegveld zou kunnen worden gemaakt. Er werd gedacht aan de plantage Bolivia, het terrein bij Subi Blanco het oostelijk deel van de plantage Aruba. Openbare Werken van Curaçao, dat alvast in de arm werd genomen, koos Subi Blanco uit, omdat het tussen Kralendijk en Rincon lag. Ik naar gouverneur Van Slobbe.
,,Naar Bonaire vliegen? Iedereen vaart, neen, daarvoor voel ik niets.”
,,Ja maar, excellentie, iedereen vaart, dat is waar, omdat er geen vliegtuigen zijn. Maar het vervoer van normale passagiers is nog niet zó belangrijk als het vervoer van zieken. Wanneer nu iemand ziek is en naar Curaçao moet gaan voor een spoedoperatie, gaat de patiënt meestal met een zeilscheepje. Het gebeurt dan nog wel eens dat zo'n reis niet kan worden doorstaan en de patiënt niet meer opgenomen behoeft te worden. Met een vliegmachine is de patiënt in een uur tijd in het ziekenhuis te Curaçao.”
En dát argument deed het hem. Bonaire kreeg 10.000 gulden om een landingsstrip te maken. Later werd dit bedrag verhoogd.