Bolwerk
Iedereen weet wat een stichting is. Weinigen kunnen het je vertellen. Juridisch gezien is een stichting een afgescheiden vermogen. Feitelijk is het een bolwerk, een moeilijk van buiten doordringbare constructie. Een stichting heeft per definitie geen leden. Een stichting heeft per definitie geen aandeelhouder. Een stichting heeft wel een bestuur en het bestuur is de baas. In veel gevallen bepaalt het stichtingsbestuur zelf wie de (volgende) bestuursleden zijn. Buiten de stichting heeft daar niemand invloed op. Aldus is de stichting zo ongeveer de meest ondemocratische rechtsvorm die we kennen.
Doel
De enige beperking voor het bestuur naast de wet vormen de statuten van de stichting. Daar moet het bestuur zich aan houden. In de statuten van een stichting staat altijd het doel van de stichting. Dat kan bijvoorbeeld zijn het stichten van een weeshuis, of het oprichten en exploiteren van een verzorgingshuis of een bejaardentehuis. Een stichting kan zich ook richten op de ontwikkeling van sport of toerisme. Als de doelstelling van de stichting het bevorderen van het toerisme op Curaçao is, dan mag het bestuur niet besluiten zich bezig te gaan houden met bejaardenzorg. Het bestuur zou dan handelen in strijd met de statuten en daarmee in strijd met de wet.
Anders dan velen denken behoeft een stichting niet altijd een ideëel doel te hebben. In een stichting kunnen ook (slechts) huizen worden ondergebracht. Het stichtingsdoel kan dan de exploitatie van die huizen zijn. Een stichting mag ook winst maken. Daar moet dan wel (vennootschaps-)belasting over worden betaald.
Raad van Toezicht
Omdat stichtingen en stichtingsbesturen dikwijls gesloten bolwerken zijn, is onder invloed van strengere normen op het gebied van corporate governance in veel wat grotere stichtingen een zogenaamd ‘Raad van Toezicht’-model ingevoerd. Grappig genoeg is dit niet wettelijk geregeld. Een stichtingsbestuur moet zelf besluiten zo’n Raad van Toezicht te willen invoeren en dan de statuten dienovereenkomstig aanpassen. Als een stichting een Raad van Toezicht-model heeft, dan komt er boven het bestuur als het ware een Raad van Commissarissen te staan, die net als bij een naamloze vennootschap een adviserende en controlerende taak heeft. Op deze manier wordt het bolwerk wat meer toegankelijk voor ideeën en kritiek van buitenaf.
Enquêterecht
De Curaçaose wetgever heeft in 2004 ook een zogenaamd enquêterecht voor stichtingen ingevoerd. Belanghebbenden hebben op grond daarvan een wettelijk recht om aan het stichtingsbestuur vragen te stellen over het beleid en de gang van zaken in de stichting. Als deze vragen niet afdoende worden beantwoord, kan deze belanghebbende het gerecht vragen een onderzoek in de stichting te doen verrichten. Zou dit onderzoek leiden tot de conclusie dat er gegronde redenen zijn om wanbeleid bij het bestuur aan te nemen, dan kan het gerecht maatregelen nemen. Bestuursleden kunnen dan zelfs door de rechter worden ontslagen en andere benoemd. Ook deze wetgeving opent een deur in het bolwerk van de stichting. Grappig genoeg is in onze Caribische geschiedenis nog niet of nauwelijks van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Wie goed om zich heen kijkt, moet zich daar wel over verbazen.
Heeft u zelf een vraag over corporate governance? Mail deze dan naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. en wie weet wordt uw vraag in de volgende column behandeld!